Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

infectieziekten gaat deel uitmaken van strategienota

Kamerstuk, 19-05-2003

Om het kamerstuk op te halen: Zie het origineel http://www.minvws.nl/document...er=393&page=19717 .

Standpunt op advies Kennisinfrastructuur infectieziekten gaat deel uitmaken van strategienota

De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

POG/ZP-2381326

19 mei 2003

Op 18 april jl. heb ik u antwoorden gestuurd op vragen van de leden Kant (SP), Wilders (VVD), Rijpstra (VVD) en Arib (PvdA). Deze vragen waren gesteld naar aanleiding van berichten in de krant dat Nederland niet voorbereid zou zijn op SARS. Feitelijk hadden de vragen betrekking op het advies van de RGO over kennisinfrastrucuur Infectieziekten, dat op mijn verzoek is opgesteld en mij op 12 april jl. is aangeboden.

In antwoord op de eerder genoemde kamervragen heb ik aangegeven de aanbevelingen van de RGO ter harte te willen nemen. Tevens heb ik op hoofdlijnen gereageerd op de inhoud van het advies. Ik heb u geschreven dat ik het uitgewerkte standpunt wilde integreren in de Strategienota Infectieziekten, die door het nieuwe kabinet aan u zal worden aangeboden.

Tijdens het VAO SARS op donderdag 24 april heeft u mij verzocht toch eerder met een apart standpunt op dit advies te komen. Ik heb u toegezegd voor het einde van het voorjaarsreces met een standpunt op hoofdlijnen te komen en u te informeren over de verder procedure.

Nadere bestudering van het advies heeft mij geleerd dat het van groot belang is het advies te zien in een breder perspectief. Kennisinfrastrucuur (zoals onderzoek en opleiding) is niet los te zien van de organisatie van de infectieziektebestrijding in Nederland. Bovendien hangt onderzoek op het terrein van infectieziekten in Nederland nauw samen met ontwikkelingen op het gebied van landbouw, internationale samenwerking en economische ontwikkeling. Er is dus interdepartementale afstemming nodig over het standpunt. Tenslotte heb ik u al eerder aangegeven dat het standpunt tevens afhankelijk is van de politieke wil en mogelijkheden om te investeren in capaciteit en voorzieningen op het terrein van preventie.

Ik ben het met u eens dat het advies van groot belang is en de aanbevelingen zo snel mogelijk tot actie moeten worden omgezet. Gezien bovenstaande overwegingen acht ik het echter niet effectief om op korte termijn met een los standpunt op dit advies te komen, zonder dat duidelijk is hoe dit standpunt zich verhoudt ten opzichte van de toekomstige ontwikkelingen op het terrein van de preventie en bestrijding van infectieziekten en zonder dat duidelijkheid bestaat over de financiële kaders. Ik heb daarom besloten te blijven bij mijn eerdere besluit om het standpunt mee te nemen in de Strategienota infectieziekten. Ik reken op uw begrip voor dit besluit.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp