Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Tonkens over zorg aan slachtoffers van sek-
sueel geweld (2020310470)
1.
Hebt u kennis genomen van het artikel "Hulpverlening na seksueel geweld is ruim onvol-
doende"?
1.
Ja.
2.
Wat is u oordeel over de conclusies van het onderzoek van de Rutgers Nisso Groep dat meer
dan de helft van de slachtoffers van seksueel geweld na behandeling nog ernstige stress-
klachten heeft?
3.
Wat is uw oordeel over de constatering dat de hulpverlening vaak faalt als gevolg van de
ondeskundigheid van de hulpverleners?
2. en 3.
Ik neem de uitkomsten van het onderzoek "Hulp aan slachtoffers van seksueel geweld" van
de Rutgers Nisso Groep zeer serieus. De schatting is dat gemiddeld genomen 20 tot 30%
van de cliënten in de eerste en tweedelijns geestelijke gezondheidszorg te maken heeft ge-
had met seksueel geweldservaringen, zoals seksueel misbruik, verkrachting en partnermis-
handeling. Uit het onderzoek blijkt dat gezien het (nog) zeer hoge klachtenniveau bij de cli-
enten na behandeling, bij de effectiviteit van de behandeling vraagtekens zijn te zetten. De
omvang van de groep cliënten met deze ervaringen is dermate groot en de problematiek der-
mate ingrijpend dat verwacht zou mogen worden dat de aard van de hulpverlening en het
instellingsbeleid afgestemd zijn op deze groep. Dat blijkt nog onvoldoende het geval te zijn.
4.
Bent u bereid maatregelen te nemen die het signaleren en registreren van de seksueelge-
weldproblematiek verbeteren?
5.
Bent u bereid maatregelen te nemen die de capaciteit van de hulpverlening aan slachtoffers
van seksueel geweld verbeteren?
6.
Bent u bereid maatregelen te nemen die de deskundigheid van de hulpverleners met name
voor mannelijke slachtoffers, allochtonen en verstandelijk gehandicapten, verbeteren?
7.
Bent u bereid onderzoek te doen naar de effecten van gefaseerde behandelingen in intramu-
rale instellingen en naar risicovolle behandelingen door vrijgevestigde hulpverleners?
4, 5, 6 en 7
In het onderzoek wordt geconstateerd dat sinds de jaren '80 de overheid een stimulerend
beleid ter verbetering van de omvang en kwaliteit van de hulpverlening voert. Bijvoorbeeld is
in de periode 1997-2001 aan Transact extra subsidie verstrekt specifiek voor de verbetering
van de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld. Ook thans is Transact - naast
andere organisaties zoals Stichting Ambulante Fiom - op dit terrein actief. Verder zijn aan
GGZ-instellingen voor de kwaliteitsverbetering van de hulpverlening aan slachtoffers van
2
seksueel geweld stimuleringsmiddelen verstrekt die na 2001 structureel aan het budget zijn
toegevoegd. Dit heeft binnen de sector onder meer geleid tot specifiek beleid voor slachtof-
fers van seksueel geweld en is gewerkt aan registratie, de implementatie van kwaliteitsbe-
leid en de verdere ontwikkeling van het aanbod. Uit het onderzoek blijkt dit beleid weliswaar
effect heeft gehad, maar in onvoldoende mate. Ik ga de uitkomsten en aanbevelingen van
het onderzoek met betrokken partijen bespreken. Mijn bedoeling is om goede afspraken met
hen te maken over de brede en structurele implementatie van de reeds ontwikkelde instru-
menten ter verbetering van de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld. Daar-
naast zal ik met betrokken partijen bezien welke aanpassingen in beleid, hulpverlening en on-
derzoek verder nog nodig zijn. GGZ-Nederland neemt het onderzoek ook serieus en heeft
reeds aangegeven actief mee te willen werken aan de verbetering van de hulpverlening. In
de Voortgangsrapportage huiselijk geweld die mede namens mij door de minister van Justitie
binnenkort naar de Kamer wordt gezonden, heb ik als één van de speerpunten voor de ko-
mende periode opgenomen de verdere verbetering van de hulp aan slachtoffers van seksueel
geweld. In dat kader zal ik u periodiek informeren over de voortgang van mijn beleid.
---- --