Gemeente Nieuwegein

Bijzondere bomen in Park Oudegein

Wilt u alles weten over bijzondere bomen zoals Mammoetbomen, Metasequoia's, Moerascipressen en Zilverabrikozen en wilt u deze bomen ook zien? Daarvoor hoeft u niet meer op reis te gaan naar verre streken. Deze exotische bomen staan allemaal in park Oudegein. Op 15 mei wordt er in het MEC, Geinoord 9 een dialezing gehouden over bijzondere bomen. De avond wordt verzorgd door de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging en begint om 20.00 uur. In de pauze en na afloop kunt u vragen stellen over bomen die u niet herkent en mogelijk in eigen tuin hebt. Verder kunt u de bomen ook bezichtigen in park Oudegein. Rondom het Milieu Educatie Centrum (MEC) in de sortimentstuin en in de omgeving van de ijsbaan zijn diverse exotische bomen te zien. Ze vallen misschien nog niet zo erg op tussen de vele andere gewonere bomen die in het park Oudegein zijn aangeplant. Net als Nieuwegein is het park jong. Maar de 'import' in de aanplant groeit snel en geeft het park nu al een boeiend gezicht. In park Oudegein zijn onder meer drie bijzondere coniferen (kegeldragers) te zien en de Ginkgo biloba of Zilverabrikoos.

Coniferen
Op het grasveld ten Noorden van de kinderboerderij staan vier mammoetbomen. Ze zijn nog klein, maar het zijn krachtige groeiers. De oudste mammoetbomen zijn te vinden in Californië. Ze zijn ruim tweeduizend jaar oud en zeker 90 meter hoog. Grotere exemplaren van de mammoetboom zijn ook te zien op Oud Amelisweerd en vele andere buitens in Nederland. Deze bomen zijn in de loop van de 19e eeuw geplant. Op Rijnhuizen staan ook enkele oudere exemplaren van de Mammoetboom, die nu al kegels dragen. Je herkent ze aan de priemvormige naalden rondom de takjes, waarvan de topjes heel lichtjes naar de taktop buigen. En als ze iets ouder zijn aan de heel vezelige 'schors'. Deze schors is brandwerend. Moerascipressen en Metasequoia's zijn vreemde kostgangers onder de coniferen. Ieder jaar laten ze hun naalden vallen na eerst getooid te zijn met een mooie roodbruine herfstkleur. Eind maart lopen de knoppen weer gewoon uit en 's zomers is de boom weer met groen naaldwerk getooid. In Nieuwegein staan alleen al tientallen van deze bomen, waarvan verscheidene in park Oudegein. De Metaseqouia heeft tegenover elkaar staande takjes en naalden en een regelmatig gevormde kroon, terwijl de naalden bij de Moerascipres meer verspreid zijn en knoppen in kluwens geplaatst zijn aan de takken.

De Ginkgo
Bij de ingang van het MEC staat een flink exemplaar van de Ginkgo. Deze is na ijstijden in Nederland uitgestorven. De boom is in 1754 vanuit Japan naar Europa teruggehaald. Eén van de oudste staat in de Oude Hortus in Utrecht, maar ondertussen is de soort massaal aangeplant in tuinen en parken. De karakteristieke bladeren van de Ginkgo hebben een varenachtig nerfpatroon en zijn in de top ingesneden. De meeldraden staan niet in een bloem en de zaadknoppen zitten niet in een stamper. De zaadhuid van de rijpe zaden wordt abrikooskleurig en vlezig en heeft een heel sterke boterzuurlucht. Gingko wordt onder andere gebruikt voor gezondheidsproducten voor ouderen om gezond en veerkrachtig te blijven. Japanners noemen de soort Ginkyo, wat Zilverabrikoos betekent. Helaas schreef de verzamelaar in Japan zo onduidelijk dat er in Europa Ginkgo werd gelezen en onder die naam is de soort officieel beschreven.

Invoerdatum 1-5-2003