Ministerie van Financiën
Persbericht
PERS-2003-114
Den Haag, 14-05-2003
Fiscale bestrijding steekpenningen
De fiscus gaat de aftrek van kosten weigeren wanneer aannemelijk is dat de opgevoerde kosten bestaan uit betaalde steekpenningen. Voor die weigering is niet langer een strafrechtelijke veroordeling nodig, zoals in de huidige wetgeving het geval is. Het wetsvoorstel van staatssecretaris Van Eijck van Financiën is vandaag ingediend bij de Tweede Kamer.
Een voordeel van deze wijziging is dat de fiscus niet hoeft te wachten op een strafrechtelijke veroordeling. Daardoor treedt de niet aftrekbaarheid van steekpenningen sneller aan het licht, namelijk al bij de aangifte. Een eventuele strafrechtelijke veroordeling kan langere tijd in beslag nemen, waardoor de navorderingstermijn van 5 jaar al verstreken kan zijn tegen de tijd dat de veroordeling plaatsvindt.
Met de wetswijziging wordt de Nederlandse wetgeving op een lijn gebracht met OESO-aanbevelingen en met de regelgeving van nagenoeg alle andere OESO-landen. In die lidstaten is de uitsluiting van kostenaftrek voor steekpenningen niet gekoppeld aan een strafrechtelijke veroordeling. Door aanpassing van de Nederlandse wet wordt het voor de inspecteur mogelijk om steekpenningen in binnenlandse en buitenlandse gevallen gelijk te behandelen. Het voorstel maakt deel uit van een reeks van maatregelen die er op gericht is corruptie actief te bestrijden.
Het wetsvoorstel is te vinden op www.minfin.nl/WDB02-513.doc