Gemeente 's-Hertogenbosch
14-05-2003
College biedt gemeenteraad nieuwe Nota Hoogbouw aan
Het college heeft besloten de nota Hoogbouw ter besluitvorming voor te leggen aan de gemeenteraad. In deze nota zijn wijzigingen doorgevoerd naar aanleiding van de adviezen van de commissie Ruimtelijke Ontwikkelingen en Beheer en naar aanleiding van de reacties van overleginstanties, belangenorganisaties en particulieren. Ook de resultaten van de inspraak zijn in de nota verwerkt. De nota moet een brug gaan vormen tussen de reeds vastgestelde Ruimtelijke Structuurvisie (RSV) en concrete bouwinitiatieven. Er is een methodiek ontwikkeld om te bepalen of, waar en onder welke voorwaarden hoogbouwinitiatieven kunnen worden ingepast. Een belangrijk onderdeel van de benadering is het ruimtelijk onderzoek waarin tien punten zijn opgenomen waarover de initiatiefnemer moet rapporteren.
Wijzigingen
Naar aanleiding van de verschillende inspraakreacties is een aantal
wijzigingen in de nota aangebracht. Zo is de Oosterplas alsnog
opgenomen als mogelijke hoogbouwlocatie en is de arcering voor
hoogbouw in de nieuwbouwlocatie De Groote Wielen aangepast. Daarnaast
is de Ploossche Hof als hoogbouwzone aangemerkt, zijn de mogelijkheden
voor hoogbouw langs de Zuid Willemsvaart genuanceerd en is het
Paleiskwartier uitgebreid met een deel van Boschveld. Ook is
aangegeven waarom op bedrijvenlocaties zoals de Rietvelden hoogbouw
van meer dan 25 meter niet gewenst is. De relaties tussen de nota
Hoogbouw en de RSV is verduidelijkt op het punt van de zichtlijnen en
de cultuurhistorische achtergrond daarvan. Bovendien is de notatie van
lijnen, punten en vlakken op de kaart abstracter weergegeven omdat
deze notatie te gedetailleerd is opgevat. De nieuwe notatie is nu
beter in overeenstemming met de aard van de nota Hoogbouw, namelijk
die van kadernota.
IJzeren Vrouw
Tijdens de inspraakronde is het gebied de IJzeren Vrouw regelmatig aan
bod gekomen. Vooral daar waar het gaat om aspecten als het
stadssilhouet, het beschermde stadsgezicht en de hoogbouw. Op basis
van de reacties is besloten om één bestemmingsplan voor het totale
gebied te gaan ontwikkelen waarin bouwinitiatieven voor de locatie
Brabantbad en de HAS-locatie worden opgenomen. In een bijlage bij de
nota wordt de stand van zaken geschetst voor de ontwikkeling van deze
locaties. Zo wordt aangegeven dat rond de plas lange zichtlijnen
mogelijk zijn. De omliggende buurten zijn momenteel vrij egaal van
hoogte-opbouw waardoor het beeld - afgezien van een enkele kerktoren -
vrij spanningsloos is. Enige dynamiek in hoogtewerking versterkt de
ruimtelijke beleving en levert vaak boeiende zichtlijnen op. De
ontwikkelingen op de verschillende locaties moeten hun identiteit gaan
ontlenen aan de compacte stedenbouwkundige opzet, de bijzondere
ligging ten opzichte van het park en de plas, de architectuur en het
materiaalgebruik. Bij de HAS-locatie ligt de opgave in het
terugdringen van het bebouwde oppervlak waardoor in de beleving de
fraaie groenzone van de Van Lanschotlaan meer bij het Prins
Hendrikpark kan gaan horen. Gezien de maten van de openbare ruimte is
hier een hoog slank accent en een klein bebouwd oppervlak goed
voorstelbaar. Het plan gaat daarom uit van twee slanke hoge torens van
zestig meter met twee lage vleugels van drie lagen als begeleiding van
de Mgr. Diepenlaan. Het HAS-terrein krijgt met deze planontwikkeling
een veel grotere toegankelijkheid en doorgankelijkheid. De relatie met
de bestaande bouw van de Muntel en de Vliert wordt gelegd met de
lagere vleugels, die maximaal tien meter hoog zullen worden (drie
lagen).
Brabantbad
Het Brabantbad is een autonome ontwikkeling in het park. Deze locatie
wordt ontwikkeld als een kleine zelfstandige compacte
bebouwingseenheid in het park. Aan de buitenzijde bastionachtig, de
binnenzijde uitnodigend met aantrekkelijke pleintjes, smalle straten
open naar het waterfront. Het plan zal in belangrijke mate zijn
kwaliteit ontlenen aan het contrast tussen het harde steenachtige en
het besloten karakter van de stedelijke enclave ten opzichte van de
zachte groene oevers en de weidsheid van de plas en het omringende
park. Dit betekent dat de woonbebouwing aan de randen zonder
voorterrein direct grenst aan het park of het water. Daar waar
privé-tuinen grenzen aan het park of andere openbare ruimten, worden
deze afgeschermd door stenen tuinmuren. Dit plan telt ongeveer 230
woningen, in grootte variërend van 90 tot 140 m². In het plan is één
slank accent opgenomen, een toren met één woning per laag en een
totale hoogte van ongeveer 35 meter. De route langs de plas blijft in
tact maar wordt ter plaatse van het nieuwbouwproject afgewisseld met
een steenachtige omgeving.
De architectuur van de Bartjes zal vooral een antwoord moeten geven op
de bestaande architectuur van de Graafseweg. De Bartjes is een
driehoekige locatie en iedere rand moet zijn eigen identiteit krijgen.
De noordrand ontleent zijn identiteit door het uitzicht over het park
en de IJzeren Vrouw. De Graafseweg kent momenteel een zeer fraai
profiel met ventwegen, begeleidende bomen en karakteristieke
bebouwing, waarvan de groei van de stad afleesbaar is. Het plan zal
hierop moeten inspelen, terwijl de Graafseweg ook als stedelijke
verbindingsweg geschikt is om stedelijke functies te herbergen. De
karakteristiek van het plan aan de Westenburgerweg zal een antwoord
moeten zijn op het aangrenzende binnenstedelijke karakter van het
Hinthamereinde. De hoogte van bebouwing varieert van 12,5 meter tot 25
meter.
Met de verschillende initiatieven rondom de IJzeren Vrouw (
HAS-locatie, Brabantbad en Bartjes-Noord) zal het bestaande stedelijke
gebied, met behoud en versterking van de bestaande kwaliteiten
geïntensiveerd worden, zodat een contrastrijk, compact en compleet
stadsdeel ontstaat met een bijzondere ruimtelijke kwaliteit.