Rijksvoorlichtingsdienst
Het Koninklijk Huis
14/05/03 Openingstoespraak van Z.K.H. de Prins van Oranje bij het CIW symposium te Utrecht (DeFabrique) op 14 mei 2003
Het gesproken woord geldt
Excellentie, Mijnheer de Commissaris, Dames en Heren,
Het is traditie geworden dat bij de verschijning van Water in Beeld, de jaarlijkse voortgangsrapportage over de uitvoering van het waterbeleid, een symposium wordt georganiseerd.
Het thema van vandaag is water en bouwen.
Dat is niet zomaar gekozen. In ons land wordt in toenemende mate
gebouwd op plaatsen waar dat volgens velen niet kan of zou moeten. In
lage moerasachtige gebieden van ons land worden in hoog tempo
vinexwijken gebouwd, met bijbehorende infrastructuur, boven en onder
de grond. In het recente verleden zo moet geconstateerd worden, werd
keer op keer te weinig rekening gehouden met de waterhuishouding.
Daarbij was de gedachte: water, ach, dat pompen we wel weg, we leggen
een extra waterkering aan, of we vergroten de boezemcapaciteit een
beetje, en dat is het dan. Gelukkig is onderkend dat het op die manier
niet langer kan. Sinds de invoering van de Watertoets wordt bij het
ontwerp en de aanleg van nieuwe bouwprojecten steeds meer rekening
gehouden met de waterhuishouding.
Want die is zo langzamerhand buitengewoon kwetsbaar geworden. Als er
plotseling weer extra regen valt, het spuien in IJmuiden even niet
lukt vanwege te hoge buiten waterstand, dreigen er polders in het
midden van het land vol te lopen. Dat gebeurde begin dit jaar nog.
Ruimte voor water heeft niet alleen betrekking op de ruimte voor de
rivier, maar ook op ruimte voor polderwater, boezemwater en vooral ook
langs de kust, van Noordzee, Waddenzee en IJsselmeer. Dat is een van
de nieuwe uitdagingen voor waterbouwers, ruimtelijke planners,
stedenbouwkundige ontwerpers en architecten.
Het beleid is er op gericht dat het grondwaterpeil wordt verhoogd,
want dat is goed voor de natuur en zal de bodemdaling in veengebieden
vertragen.
Die verhoging ontstaat vanzelf als er minder water wordt onttrokken en
ook als er meer regen valt. Maar zoals alles heeft de positieve kant
ook een keerzijde. Hoge grondwaterstand veroorzaakt een probleem bij
veel huizen. Maar ook te lage waterstand heeft als vervelende
consequentie dat paalrot voorkomt. Ik word met grote regelmaat door
inwoners van ons land gewezen op deze problematiek. Zelfs zo vaak dat
we een CIW-werkgroep hebben gevraagd zich er over te buigen en er
later dit jaar een oplossingsrichting voor te geven. Vandaag kunt u
daarvan een indruk krijgen.
Al langer is de lacune in de Waterwetgeving met betrekking tot de
verantwoordelijke overheid voor grondwateroverlast bekend. Daar wordt
aan gewerkt door het ministerie van V&W en het advies van de CIW zal
daar zeker een bijdrage aan kunnen leveren. Minder bekend is dat er
ook aanpassingen van de bouwwetgeving nodig zijn. Het gaat daarbij
niet alleen om waterdichte vloeren, maar evenzeer om maatregelen
waarmee optrekkend vocht in de muren wordt voorkomen of de plaatsing
van technische installaties. Niet kwetsbaar in de kelder, maar boven
ver weg van het dreigende water.
De sprekers na mij zullen verder ingaan op het thema van deze middag.
Ik wil u graag nog een paar zaken noemen die de afgelopen maanden
onder de aandacht kwamen. Want er is meer waar we mee geconfronteerd
worden.
In de campagne Nederland leeft met Water - u kent inmiddels de
TV-spots met Peter Timofeeff - wordt de indruk gewekt dat we met
ruimte voor water de waterhuishouding op orde zullen krijgen. Dat is
voor een deel waar. Maar leven met water heeft ook te maken met de
waterkwaliteit. Waterhuishouding is immers bescherming tegen
overstroming én de zorg voor voldoende water van goede kwaliteit. De
campagne Nederland leeft met water gaat daarom uiteindelijk niet
alleen over de hoeveelheid water, maar ook over de kwaliteit ervan.
Helaas moet de CIW ook dit jaar weer constateren dat de waterkwaliteit
achterblijft bij de gestelde doelen en normen. Ook het RIVM waarschuwt
in de onlangs verschenen Milieubalans 2003 dat het oppervlaktewater
nauwelijks schoner wordt en wijst op een toenemende verscherping van
de kwaliteitsnormen vanuit Brussel.
De verontreiniging van het oppervlakte- en grondwater wordt
veroorzaakt door diffuse verontreiniging waaraan de waterbeheerders
alleen weinig of niets kunnen doen. Het gaat daarbij om
verontreiniging door verschillende oorzaken, zoals
bestrijdingsmiddelen, mest, bouwmaterialen en verkeer.
Tot nu zijn pogingen ondernomen om de diffuse verontreiniging te verminderen, maar omdat de oorzaken nogal diffuus zijn is sanering daarvan ook lastig. Hoewel er een steeds beter beeld ontstaat van de veroorzakers moeten de waterbeheerders vaststellen dat niet alles tegelijk kan worden aangepakt. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt waarbij waterbeheerders samen moeten werken met andere overheden en het bedrijfsleven. Ook architecten zullen rekening moeten houden met te gebruiken materialen, zoals koperen dakbedekkingen, wegbeheerders zullen zich in samenspraak met de waterbeheerders moeten afvragen of verzinkt wegmeubilair nog wel kan en de landbouw zal zich moeten beraden op een ander of minder gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Het hebben en houden van een goed bewoonbaar land met gezonde
watersystemen kost veel geld.
In Water in Beeld heeft de CIW inzichtelijk gemaakt wat de kosten zijn
van de uitvoering van het waterbeleid. En ook een prognose gegeven
voor de komende jaren. Naar verwachting zullen de uitgaven voor de
beveiliging tegen overstroming en wateroverlast en het
waterkwaliteitsbeheer stijgen.
De CIW pleit er dan ook voor de Kaderrichtlijn Water en het
invoeringstraject daarvan een grotere bekendheid te geven onder alle
overheden. Daarbij is het verstandig om vooral ook de consequenties in
beeld te brengen. Hoewel het tijdschema van de richtlijn nog veel
ruimte lijkt te bieden, is dat niet het geval. Eind volgend jaar
moeten de economische analyses voor de watersystemen gereed zijn en
aangeboden worden aan Brussel. De stroomgebiedbeheerplannen moeten in
2009 worden opgeleverd en in 2015 moeten de doelstellingen zijn
gehaald.
Niet alleen de waterbeheerders, maar wij allemaal zullen ons moeten
inspannen om te zorgen dat Nederland uiteindelijk kan voldoen aan de
eisen die de Kaderrichtlijn water aan ons stelt: voldoen aan de
ecologische kwaliteit van grond- en oppervlaktewater.
U ontvangt straks allemaal een exemplaar van Water in Beeld. Het eerste exemplaar wil ik nu graag aanbieden aan de Staatssecretaris.
Ik dank u allen voor uw aandacht en wens u een plezierige en
informatieve middag.
Klik hier voor meer informatie.