INSPECTIE VENW


Jaarbericht van Inspectie Verkeer en Waterstaat

VEILIGHEID VLIEGSHOWS MOET VERBETERD

De Inspectie Verkeer en Waterstaat is van mening dat de veiligheid bij vliegshows verbeterd moet worden, vooral als deze evenementen op niet gecontroleerde terreinen plaatsvinden. Er is dan niet de zekerheid dat de lokale brandweer is getraind in het blussen van verongelukte luchtvaartuigen. De IVW wil luchtvaartvertoningen uitsluitend laten plaatsvinden op daarvoor aangewezen terreinen mét verkeersbegeleiding en dat de regelgeving dienovereenkomstig wordt aangepast. Dat is te lezen in het Jaarbericht 2002 van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

Uit onderzoek en platforminspecties komt het beeld naar voren dat de coördinatie rondom grondafhandeling op Schiphol niet altijd optimaal is. Dit levert bij het tanken van vliegtuigen nogal eens ongewenste situaties op. Ook ten aanzien van de arbeidsomstandigheden zijn tekortkomingen geconstateerd. Hierbij gaat het om de fysieke belasting, technische zaken en bedrijfshulpverlening. De IVW zal voorstellen doen voor het aanpassen van regelgeving voor grondafhandeling, zodat kwaliteit en veiligheid beter zijn gewaarborgd.

In 2002 hebben zich incidenten met tankwagens voorgedaan, waarbij uit onderzoek bleek dat het alarmniveau (opschalingssystematiek) bij incidenten onvoldoende is geregeld. Inmiddels heeft de luchthavenbrandweer, in samenspraak met de regionale brandweer en de Koninklijke Marechaussee, hierin verbetering aangebracht. Daarnaast constateert de IVW dat het omleggen van aan- en afvoerwegen bij bouwactiviteiten op Schiphol tot ongelukken met tankwagens heeft geleid. De Inspectie heeft de luchthaven gewezen op de noodzaak om de werkwijze te verbeteren zodat incidenten kunnen worden voorkomen. De infrastructuur op de plaats waar de incidenten plaats hadden, is inmiddels verbeterd.

In 2002 is luchthaven Schiphol tezamen met de andere luchtvaartpartijen in staat gebleken het luchtvaartverkeer binnen de geluidszone af te wikkelen. Dit ondanks werkzaamheden aan de Zwanenburgbaan en de Buitenveldertbaan en veelvuldig gebruik van de Buitenveldertbaan als gevolg van vaak voorkomende harde (zuid)westenwind.
Bij twee kleine vliegvelden is in 2002 het luchtvaartverkeer niet binnen de geluidszone afgewikkeld. De overschrijding van de geluidszone bij het vliegveld Ameland werd veroorzaakt door een onverwachte stijging van het aantal vliegtuigbewegingen met vliegtuigen uit de zwaarste geluidscategorieën. IVW heeft daarop het vliegveld van 1 mei 2002 tot 1 juli 2002 gesloten voor deze categorieën vliegtuigen.
In verband met een overschrijding van de geluidszone bij het vliegveld Lelystad is het aantal vliegtuigbewegingen voor de kleine luchtvaart vanaf eind november 2002 tot 1 januari 2003 beperkt tot gemiddeld 100 per dag en is de exploitant een dwangsom opgelegd.

Het is voor helikopterpiloten die van en naar de olieplatforms in de Noordzee vliegen, niet mogelijk overal permanent radio- en radarcontact te onderhouden met de Luchtverkeersleiding. Snelle hulpverlening wordt hierdoor bemoeilijkt. Op de helikopterplatforms is aandacht nodig voor de inrichting en de erkenning van de bedrijven en personen die in het helikopterverkeer werkzaam zijn. Vanuit de sector zelf zijn voorstellen gedaan om tot verbeteringen te komen. De Inspectie komt met een plan van aanpak om samen met deze betrokken partijen de veiligheid te verbeteren.
Weg

Personenvervoer

De IVW constateert nog steeds veel overtredingen in het taxivervoer. Tijdens bedrijfscontroles komen vaak overtredingen op het gebied van de rusttijden aan het licht, die bij wegcontroles niet naar voren komen. Dit feit geeft aan dat het huidige instrumentarium bij de wegcontroles ontoereikend is. De IVW verwacht dat de invoering van de boordcomputer uitkomst zal brengen.

De taxiproblemen hebben in de grote steden het afgelopen jaar de hoogste prioriteit van de IVW gekregen. In Amsterdam controleert de IVW sinds maart 2002 elk weekeinde .s avonds en .s nachts. Met de gemeente Amsterdam zijn afspraken gemaakt over wederzijdse ondersteuning bij de aanpak van de taxiproblematiek. De Amsterdamse politie is voor bepaalde tijd gemandateerd om bij het taxivervoer bestuursdwang toe te passen op grond van de Wet personenvervoer 2000. Op 1 april 2002 is de mandatering ingegaan.

Regelmatig constateert de IVW dat in taxivergunningen wordt gehandeld. Een vergunning wordt dan .gepacht. door een ondernemer die daar zelf niet over beschikt. In een periode van intensieve controles in Amsterdam liepen per controle gemiddeld drie pachters tegen de lamp. Zij moesten hun activiteiten als taxiondernemer staken. Daarnaast kregen zij een flinke boete en werd hen een last onder dwangsom opgelegd.

Veel klachten over taxi.s gaan over de in rekening gebrachte tarieven. De hiervoor geldende regels zijn ingewikkeld. Het tarief bestaat uit een opstaptarief, een kilometerprijs en een wachttarief. Iedere component kent nu een maximumbedrag. Overschrijding is echter niet afzonderlijk per component strafbaar. Pas als de optelsom van de drie componenten overschreden wordt, is er sprake van een overtreding. Dat betekent dat pas aan het einde van de rit gecontroleerd kan worden. Bij een eenvoudiger systematiek zou juiste toepassing van de tariefregeling effectiever gecontroleerd kunnen worden.

De branche is zelf niet tevreden over de kundigheid van een deel van de taxichauffeurs. De eisen die worden gesteld aan de chauffeurspas gaan nu niet verder dan een verklaring omtrent gedrag en gezondheid. De IVW vindt het wenselijk dat nadere eisen worden gesteld aan degenen die in aanmerking willen komen voor een chauffeurspas. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat overlegt hierover met de branche en opleidingscentra.

Het is overigens goed te beseffen, dat de problemen in het taxivervoer zich bijna uitsluitend voordoen binnen de 20 procent van het taxivervoer die niet op contractbasis wordt verzorgd, de straattaxi en opbeltaxi. De overige 80 procent van het taxivervoer betreft vooral ziekenvervoer en schoolvervoer.

Op basis van analyses van gegevens van internationale controles onder het busvervoer is het vermoeden gerezen dat een bepaald type tachograaf is te manipuleren. In reactie hierop heeft de IVW bij een aantal bedrijven in Nederland nader onderzoek gedaan. Dit heeft geleid tot de conclusie dat inderdaad de werking van een bepaald type tachograaf is te beïnvloeden.
De desbetreffende fabrikant is met de bevindingen geconfronteerd. Deze meldde dat dit type inmiddels uit de markt is genomen. Inmiddels zijn reeds grote aantallen op de markt gebracht. Circa 30 procent van de touringcarbedrijven maakt voor hun bussen gebruik van deze tachograaf. Het zal nog geruime tijd duren alvorens dit type tachograaf niet meer in gebruik zal zijn.

Goederenvervoer

Met gebruikmaking van gegevens uit wegcontroles wordt de naleving van de regels voor rij- en rusttijden van vrachtwagenchauffeurs bij bedrijven gecontroleerd door de tachograafschijven via een scanmethodiek te meten. Per kwartaal worden van ongeveer 250 aselect gekozen bedrijven de tachograafschijven van een representatief aantal chauffeurs gescand op overtredingen van de dagelijkse rij- en rusttijd en de ononderbroken rijtijd. De overtredingpercentages per gescande tachograafschijf bedragen voor de dagelijkse rijtijd, de dagelijkse rusttijd en de ononderbroken rijtijd respectievelijk 9,9 procent, 9,8 procent en 15,7 procent.
Bij het toezicht op rij- en rusttijden blijkt de Europese regelgeving moeilijk te handhaven. Het gaat daarbij vooral om de complexe compensatieregels: een chauffeur mag korter rusten of langer rijden als hij dit later compenseert. Voordat overtredingen kunnen worden vastgesteld, moet duidelijk zijn of de compensatiemogelijkheden juist zijn toegepast.

In 2002 is in opdracht van de IVW onderzoek onder ruim 300 ondernemers en 300 chauffeurs verricht naar de motieven om de rij- en rusttijdenregels in het beroepsgoederenvervoer wel of niet na te leven. Het ging daarbij om onder andere de kennis van de regelgeving, de algemene norm- en gezagsgetrouwheid, de subjectieve kans op controle en de strafmaat. Uit het onderzoek komt naar voren dat de branche de regels goed kent maar die voor de dagelijkse rusttijd onduidelijk vindt. De voordelen van het naleven van de dagelijkse rusttijd zijn minder bekend dan de nadelen.

Economische motieven zijn het belangrijkst. Het vermoeden, dat de vervoerder onder grote druk staat van de opdrachtgever, is op basis van de resultaten van het onderzoek bevestigd. Daarnaast worden files en het vinden van een geschikte rustplaats als oorzaken genoemd voor het overtreden van de rij- en rusttijd.
Het huidige sanctiebeleid wordt door de doelgroep als .licht. ervaren. De doelgroep calculeert boetes in door deze als kostenpost mee te nemen. Bestuursrechtelijke maatregelen, zoals een last onder dwangsom en het intrekken van de vergunning worden echter als zwaar beoordeeld. De conclusie kan zijn dat het calculerend gedrag van de doelgroep doorbroken kan worden door de mogelijkheden van bestuursrechtelijk handhaven uit te breiden.

Overbelading draagt bij aan oneerlijke concurrentie en leidt tot versnelde slijtage van het wegdek. De IVW treedt ertegen op, maar niet gezegd kan worden dat de geneigdheid de regels te respecteren groot is. Naast de algemene controles op overbelading heeft de IVW net als in 2001 extra aandacht besteed aan het vervoer van zeecontainers en het suikerbietenvervoer.

In het bietenvervoer was overbelading de afgelopen jaren een gewoon verschijnsel geworden. In 2001 bedroeg het overtredingpercentage 84,1 procent. De IVW heeft naar aanleiding daarvan overleg gevoerd met de suikerfabrieken en de hoofdaannemers van het vervoer. De gemaakte afspraken hebben bijgedragen aan een betere naleving. Het overtredingpercentage is gedaald naar 59,6 procent. Aandacht voor overbelading in het transport van zeecontainers heeft meer effect gehad. In 2001 heeft de IVW op verzoek van de zeecontainerbranche preventieve controles verricht op het vervoer van zeecontainers van en naar de overslagterminals. Vervoerders wezen erop dat zij volledig afhankelijk zijn van de manier waarop de containers in het buitenland worden beladen en in de Nederlandse havens op het chassis van de oplegger worden geplaatst. Uit de controles bleek echter, dat de in Nederland beladen containers voor vervoer naar de overslagterminals relatief vaker zijn overbeladen dan containers die via de overslagterminals Nederland binnenkwamen. De overtredingpercentages bedroegen respectievelijk 47,2 procent en 34,0 procent.
Naar aanleiding van deze resultaten is intensief overleg gevoerd met de branche van zeecontainervervoerders, rederijen en verladers. Daarbij zijn afspraken gemaakt over het terugdringen van het aantal overtredingen. Uit een vergelijkbare actie in 2002 blijkt het overtredingpercentage ten aanzien van het vervoer van zeecontainers naar de overslagterminals sterk te zijn gedaald naar 27,2 procent, terwijl die van het vervoer vanaf de overslagterminals landinwaarts op eenzelfde niveau is gebleven: 31,4 procent.

In 2002 bleek bij 19,6 procent van de transporten met gevaarlijke stoffen een of meer voorschriften te zijn overtreden. De meeste overtredingen betreffen het vervoerdocument (9,1 procent), de stuwage en scheiding van lading (6,8 procent) en de uitrusting van het voertuig (6,4 procent).

Water

Koopvaardij

De IVW heeft 126 uitspraken van de Raad voor de Scheepvaart, die in de periode 1998 . 2002 zijn gevolgd op een ongeluk met een koopvaardijschip, geanalyseerd. De Inspectie stelde vast dat menselijk falen in de meerderheid van de gevallen als de oorzaak voor ongelukken moet worden gezien. Bij ongelukken met persoonlijk letsel was dat in maar liefst 88 procent van de gevallen zo. Bij aanvaringen en strandingen zelfs in 97 procent van de gevallen. Het gaat dan over vermoeidheid, geen of geen goede uitkijk, een gebrekkige brugorganisatie en een slechte voorbereiding op de reis. Het lijkt erop dat de zware concurrentie onder de reders leidt tot concessies aan de eisen voor de bemanning. Ook taalproblemen spelen soms een rol. Andere hoofdoorzaken zijn alcohol, te hoge snelheid en onbemande brug. Er blijken stelselmatig aanvaringen te gebeuren bij slecht zicht waarbij beide schepen een te hoge vaart hebben en er te weinig tijd beschikbaar is om te corrigeren. Opvallend hierbij is dat het merendeel van deze aanvaringen plaatshad terwijl er een loods aan boord van één of beide schepen was.

In het kader van internationale afspraken met betrekking tot .Port State Control. voert de IVW inspecties uit op buitenlandse koopvaardijschepen die Nederlandse havens aandoen. Deze inspecties richten zich op de aanwezigheid van de vereiste certificaten, op de technische staat van het schip en op de staat van de bemanning. In 2002 is het aantal .aanhoudingen. van schepen licht teruggelopen als percentage van het aantal onderzochte schepen.

Sinds de ramp in Enschede is het toezicht op het transport van vuurwerk verscherpt. Als gevolg hiervan heeft zich in 2002 een aanzienlijke verlaging van het aantal overtredingen voorgedaan. Deze verlaging doet zich zowel bij het evenementenvuurwerk als bij het consumentenvuurwerk voor, bij import en bij doorvoer. Het overtredingspercentage met betrekking tot classificatie van vuurwerk is gestaag gezakt: van zo.n 50 procent naar circa 5 procent. Het lijkt er op dat nieuwe opslagplaatsen voor vuurwerk in België en Duitsland verrijzen, waar de regels minder streng zijn. Bij vuurwerkevenementen brengt dit extra wegvervoer met zich mee. Zorgwekkend zijn de signalen dat door middel van rijdende opslag van vuurwerk men wil ontsnappen aan de strenge regels voor vuurwerkopslag.

Binnenvaart

In de binnenvaart wordt meer getransporteerd (aantal tonkilometers) dan in het wegvervoer. Niettemin is het aantal ongevallen met persoonlijk letsel veel lager (1 dode en 25 gewonden). De binnenvaart is nog steeds een veilige vorm van transport.

In de binnenvaart is ook een regeling van kracht met de verplichting van een tachograaf. De IVW stelt vast dat het met de naleving van de voorschriften voor installatie van tachografen niet goed gesteld is. De branche heeft over het algemeen een gering .zelfregulerend. vermogen. Schippers en eigenaren zijn vaak onbekend met de regelgeving.

Van het transport van gevaarlijke stoffen door Nederland gaat 80 procent over de binnenwateren. De helft betreft internationaal transport. Uit een gerichte actie op het laden en lossen van gevaarlijke stoffen met tankschepen bleek veel mis te zijn met de naleving van de voorschriften waarvoor de verlader verantwoordelijkheid draagt.

Visserij

Het aantal (dodelijke) ongevallen in de visserij is de afgelopen jaren sterk gedaald. Desondanks wordt het veiligheidsbewustzijn binnen de branche nog altijd als laag gekwalificeerd. In 2002 zijn 46 ongevallen gemeld, twee meer dan een jaar eerder. Hierbij zijn 16 gewonden gevallen. Het laatste dodelijke ongeval in de visserij dateert van 1999.

Spoor

De technische staat van de infrastructuur is in een reeks van jaren verslechterd. Het niveau van verstoringen ligt thans hoger dan aan het begin van de jaren negentig. De kans op ongevallen is groter dan in 1995.

In 2002 viel onder treinreizigers één dodelijk slachtoffer, 84 reizigers raakten gewond. De meeste gewonden vielen bij het in- en uitstappen. Het aantal gewonden is het laagste van de afgelopen twintig jaar.
Tijdens werk aan het spoor vielen in 2002 een dode en een zwaargewonde. In dat jaar zijn twee rangeerders licht gewond geraakt. Zeven machinisten en twee hoofdconducteurs zijn afgelopen jaar licht gewond geraakt. Tussen 1988 en 2002 zijn er geen machinisten meer omgekomen.
Het aantal dodelijke ongevallen (17 in 2002) op overwegen is sinds 1999 fors gedaald. Het beleid om de gevaarlijkste overwegen op te heffen of beter te beveiligen werpt vruchten af. Sinds 1996 is het aantal slachtoffers onder .onbevoegden. daarentegen gestaag gestegen. Het betreft vooral personen die over het spoor naar een perron oversteken. In 2002 vielen er vijf doden. Het aantal zelfmoorden is (in 2002 117) op het niveau gebleven van de afgelopen jaren.
Een speerpunt van het spoorveiligheidsbeleid is het terugdringen van het door rood sein rijden. Het lukt maar moeilijk dit aantal dat sinds 1995 sterk is gestegen, terug te dringen.

Henk Houtman, 070 . 3517484
www.ivw.nl

13 mei 03 14:33