Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
mei
Antwoorden op vragen over zorgfraude komen half mei
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DBO-K-U-2376875
8 mei 2003
Met de bovengenoemde brief (kenmerk VWS/03/14/LD) deelde de griffier
van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport mij mee,
dat de commissie gaarne uiterlijk 10 mei 2003 de antwoorden op de nog
openstaande vragen van de commissie over zorgfraude tegemoet wenst te
zien. Deze datum wenst de commissie tevens te hanteren voor de
beantwoording van vragen over het kabinetsstandpunt inzake de
frauderisicoanalyse, dat ik op 17 april 2003 aan de Kamer heb
aangeboden.
Met mijn brief van 18 april 2003 (DBO-K-U-2375029) zond ik u de
antwoorden op een groot deel van de gestelde vragen over zorgfraude.
Tevens gaf ik een overzicht van de vragen die uiterlijk 16 mei 2003
worden beantwoord.
Ik realiseer mij dat het onderwerp fraude in de gezondheidszorg een
spoedige beantwoording van alle vragen daarover verdient. Ik zie mij
desondanks genoodzaakt vast te houden aan de toezegging in mijn brief
van 18 april 2003. De reden daarvan is dat nog in een aantal gevallen
informatie moet worden ingewonnen van externe organisaties, zoals
bijvoorbeeld het College voor zorgverzekeringen, het College van
toezicht op de zorgverzekeringen, het College tarieven gezondheidszorg
en de brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland.
De 58 vragen naar aanleiding van het kabinetsstandpunt op de
frauderisico-analyse die ik inmiddels heb ontvangen, zal ik
gelijktijdig met de andere vragen, dus uiterlijk 16 mei 2003,
beantwoorden.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mr. A.J. de Geus