CDA Rotterdam


Persberichten

Rotterdam, 2 mei 2003
CDA vraagt om uitleg Onderwijs Kansen Zone

betreft: Schriftelijke vragen ter mondelinge beantwoording aangaande de onrust over de financiën voor OKZ

Rotterdam, 2 mei 2003

Geacht College,

De fracties van het CDA en GroenLinks namen in 1999 het initiatief om in Rotterdam OnderwijsKansenZones (OKZ) te realiseren. De OKZ is een deel van Rotterdam waar partijen (onderwijs, welzijn, overheid) goed samenwerken om er alles aan te doen om achterstanden in het onderwijs te voorkomen en kansen te scheppen. Achtergrond van de OKZ is het gegeven dat alleen door intensieve samenwerking van partners in een gebied waarbij voor de kinderen en de ouders in dat gebied die zaken worden aangepakt die zullen leiden tot aantoonbare vermindering van achterstanden (bijvoorbeeld door middel van de voorschool, brede school, deltaplan, ouderparticipatie, kopklas-voetklas etc.). De koppeling van verschillende effectieve methoden staat hierbij centraal. Daar de effectiviteit van het onderwijsachterstandenbeleid niet gebaat is met tal van losse projecten is uitgangspunt van de OKZ dat middelen duurzaam ter beschikking worden gesteld. Onderwijsachterstandenbeleid is immers een zaak van lange adem.

In het Collegeprogramma is opgenomen dat het aantal OK-zones moet uitbreiden naar deelgemeenten die te kampen hebben met grote achterstanden. Hiervoor zijn in de Collegeprioriteiten eenmalig en jaarlijks van 2003 2006 middelen beschikbaar.

Ondanks de brede steun in de Raad voor de OKZ en ondanks de expliciete keuze voor de OKZ in het Collegeprogramma geeft het College aan hiervoor geen extra gelden te kunnen vinden. In de OKZ Delfshaven is hierover grote onrust ontstaan en ook de initiatiefnemers van de OKZ, CDA en GroenLinks, zijn bezorgd over de voortgang van de OKZ en stellen het College daarom de volgende vragen:


1. Is het juist dat de financiering van de activiteiten van de OKZ Delfshaven voor de periode na 1 augustus 2003 onzeker is, ondanks het feit dat de continuering en de uitbreiding van de OKZ tot de prioriteiten van het College behoort?


2. Streeft het College onverkort naar de realisering van het Collegeprogramma inclusief de continuering en uitbreiding van de OK-zones?


3. Garandeert het College ten minste de continuïteit van de OKZ Delfshaven op het huidige ambitieniveau?


4. Is het juist dat de aanvankelijk voor de OKZ gereserveerde middelen niet langer beschikbaar zijn voor de OKZ en indien dit het geval is, zal het College de Raad voorstellen om de OKZ op een andere wijze te financieren of zal de Raad bijde behandeling van de Gemeenterekening een aanvullend budget moeten voteren?


5. Garandeert het College de continuiteit van de banen die uit OKZ-middelen zijn gefinancierd en sluit het College ontslag van OKZ-medewerkers in Delfshaven uit?


6. Zal het College samen met de deelgemeenten streven naar een structurele financiële subsidiëring van de OK-zones voor een langere periode? Indien ja, kan het College dan aangeven onder welke voorwaarden deze structurele subsidie wordt verstrekt?


7. Zal het College vanuit gemeentelijke diensten met name vanuit de DSO- aktief participeren in de OKZ en is het College met vragensteller van mening dat de werkwijze van de OKZ een uitstekend middel is om een sociaal-maatschappelijke dienst als de DSO meer wijkgericht te laten werken?

De fracties van CDA en GroenLinks

Alaattin Erdal en Oran Kaya