Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie

Persbericht ministerraad
2 mei 2003

Europees arrestatiebevel neergelegd in nederlandse wetgeving

De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Donner van Justitie dat het Europees arrestatiebevel in de Nederlandse wetgeving implementeert. Met het wetsvoorstel wordt de bestaande uitleveringsprocedure per 1 januari 2004 vervangen door een vereenvoudigde en snellere overleveringsprocedure tussen de lidstaten van de Europese Unie. De basis voor de overlevering vormt het Europese aanhoudingsbevel. Dit bevel is opgenomen in een modelformulier dat alle informatie bevat die noodzakelijk is voor het nemen van een beslissing over de overlevering. Anders dan bij de uitlevering, zullen alle overleveringszaken worden behandeld door het arrondissementsparket en de rechtbank te Amsterdam. Omdat alle zaken bij één rechtbank worden geconcentreerd is het ook mogelijk het cassatieberoep af te schaffen. In december 2001 is op Europees niveau een politiek akkoord bereikt over het Europees aanhoudingsbevel. Met de veranderde procedure wordt een aantal vereenvoudigingen geïntroduceerd. Bij een flink aantal categorieën van delicten wordt niet langer de toets van de dubbele strafbaarheid uitgevoerd. Het gaat om categorieën als terrorisme, mensenhandel, seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie. Voor andere delicten dan genoemd op de lijst, blijft het vereiste van dubbele strafbaarheid bestaan. Verder zijn de criteria voor de beoordeling of overlevering mogelijk is, drastisch beperkt. Een derde ingrijpende vereenvoudiging is dat de justitiële autoriteiten van de lidstaten rechtstreeks samenwerken. Dit betekent dat zaken niet meer via ministeries lopen maar rechtstreeks tussen de bevoegde justitiële autoriteiten. Ook de beslissing wordt niet meer op regeringsniveau genomen, maar door een justitiële autoriteit. In Nederland is dat de rechtbank te Amsterdam. Al deze vereenvoudigingen en het terugbrengen tot een beslissing in één instantie zal leiden tot verkorting van de procedure. Nu duurt een uitlevering gemiddeld acht maanden. Bij de overlevering is afgesproken dat in 60 dagen een beslissing moet zijn genomen. Het wetsvoorstel maakt dat mogelijk. De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. RVD, 02.05.2003