Ministerie van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Zuidoost Europa, Oost Europa en Uitvoering MATRA-programma
Afdeling Westelijke Balkan
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
29 april 2003
Behandeld
Maria Smulders
Kenmerk
DZO/WB-54/03
Telefoon
070-3485465
Blad
1/1
Fax
070-3485329
Bijlage(n)
2
E-Mail
maria.smulders@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van de leden Terpstra en Wilders (VVD)over het hulpbudget voor projecten in en rond Srebrenica en op vragen van het lid Kant (SP) over de Ambassade in Sarajevo en het budget voor projecten
Zeer geachte Voorzitter
Graag wil ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de ledenen Terpstra en Wilders (VVD) over het hulpbudget voor projecten in en rond de streek Srebrenica en op vragen van het lid Kant (SP) over de Ambassade in Sarajevo en het budget voor projecten.
Deze vragen werden ingezonden op 27 maart 2003 met kenmerk 2020309450 en op 1 april 2003 met kenmerk 2020309600.
De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
A.M.A. van Ardenne- van der Hoeven
Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, Staatssecretaris voor Ontwikkelings-samenwerking op vragen van de leden Terpstra en Wilders (VVD) over het hulpbudget voor projecten in en rond de streek Srebrenica
Vraag 1
Is het waar dat het hulpbudget voor projecten in en rond de streek Srebrenica dat vorig jaar 33 miljoen euro bedroeg, dit jaar aanvankelijk verminderd zou worden tot 27 miljoen euro, maar nu definitief is teruggebracht tot 17,5 miljoen euro?
Antwoord
Nee. De in de vraag genoemde cijfers corresponderen met de cijfers van de totale aan de ambassade ter beschikking gestelde GMV fondsen voor geheel Bosnië-Herzegovina, met dien verstande dat het beschikbare bedrag voor 2003 17.192.945,- euro en niet 17,5 miljoen euro bedraagt. De totale uitgaven voor Srebrenica gerelateerde projecten in 2002 bedroegen euro 7.217.000,-.
Vraag 2
Is het waar dat dit bedrag van 17,5 miljoen euro nauwelijks toereikend is voor contractuele verplichtingen van lopende projecten, zodat er geen enkel nieuw project kan worden aangevangen?
Antwoord
Het bedrag van 17,192.945,- is inderdaad niet toereikend om nieuwe verplichtingen aan te gaan die in 2003 tot betalingen leiden.
Het is mogelijk dat onvoorziene ontwikkelingen bij bestaande projecten gedurende het lopende jaar de uitgavenstroom vertragen, waardoor er extra bestedingsruimte vrijkomt.
Vraag 3
Indien u vraag 1 en/of 2 bevestigend beantwoordt, welke beleidsmatige overwegingen liggen hieraan ten grondslag?
Antwoord
De vermindering van de fondsen heeft te maken met de dalende ODA prestatie uit hoofde van het tot stilstand komen van de groei en het Nederlandse Bruto Nationaal Product. Naar aanleiding van de Begrotingsbehandeling zijn vervolgens een aantal budgetten verhoogd, waaronder dat voor de Thematische medefinanciering (TMF), waar eveneens dekking voor gevonden moest worden. Om deze redenen is de oorspronkelijk (interne) planning van fondsen voor Ambassade Sarajevo aangepast. Dit gold overigens ook
voor indicatieve budgetten van ambassades in andere ontwikkelingslanden.
Vraag 4
Bent U bereid door kritische doorlichting van bestaande uitgaven te komen tot structurele herschikkingen teneinde recht te doen aan de verwachtingen die er ook door de Nederlandse regering en door het Nederlandse parlement zijn gewekt jegens de bevolking van Srebrenica?
Antwoord
Voor het jaar 2003 zijn de mogelijkheden hiertoe zeer beperkt vanwege de realiteit van de verminderde OS-fondsen en reeds aangegane verplichtingen. Desondanks heb ik besloten elders in de begroting ruimte te vinden voor de financiering van projecten ten gunste van de bevolking van Srebrenica.
Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, Staatssecretaris voor Ontwikkelings-samenwerking op vragen van het lid Kant (SP) over de Ambassade in Sarajevo en het budget voor projecten
Vraag 1
Is het waar dat de Nederlandse ambassade in Sarajevo 40 procent gekort is op haar budget voor projecten?
Antwoord
Neen, de Nederlandse ambassade had nog geen definitieve toewijzing van middelen voor bilaterale GMV projecten in 2003 gekregen, dus van korting op dat budget is geen sprake. Wel is het zo dat afgaande op de budgetten van de voorafgaande jaren bij de oorspronkelijke (interne) planning met een aanzienlijk hoger budget was gerekend.
Vraag 2
Zo ja, waarom, en waarom vindt u dit acceptabel?
Antwoord
De vermindering van de fondsen heeft te maken met de dalende ODA prestatie uit hoofde van het tot stilstand komen van de groei van het Nederlandse Bruto Nationaal Product. Naar aanleiding van de Begrotingsbehandeling zijn vervolgens een aantal budgetten verhoogd, waaronder dat voor de Thematische medefinanciering (TMF), waar eveneens dekking voor gevonden moest worden. Dat is de reden dat de oorspronkelijk (interne) planning van bilaterale GMV fondsen voor Sarajevo en ambassades in andere
ontwikkelingslanden is aangepast. Tegen deze achtergrond bezien vind ik het acceptabel.
Vraag 3
Is het waar dat daardoor een project van de Stichting Mensen Werken voor Mensen, voor revitalisering van de land- en tuinbouw, in de streek rondom Srebrenica, ondanks eerdere positieve reacties op het plan niet of niet volledig kan doorgaan?
Antwoord
Ja, vanwege de bij het antwoord op vraag twee genoemde redenen kunnen nieuwe projectvoorstellen niet door Ambassade Sarajevo in behandeling worden genomen.
Vraag 4
Vindt u dit acceptabel, gezien de gewekte verwachtingen, en gezien de bijzondere betrokkenheid van Nederland bij Srebrenica?
Antwoord
Er zijn ten aanzien van dit project geen verwachtingen gewekt. Bovendien is het niet zeker of het project aan de criteria voor GMV projecten zou voldoen.
Vraag 5
Bent u bereid stappen te ondernemen opdat dit project toch kan doorgaan?
Antwoord
De Stichting heeft het projectvoorstel inmiddels ingediend bij het Thematische Medefinancieringsprogramma (TMF). Het voorstel zal daar in behandeling worden genomen.
Vraag 6
Zijn er andere projecten die geen doorgang kunnen vinden vanwege de korting
op het budget van de ambassade? Zo ja, welke?
Antwoord
Ja, er is een aantal andere projectvoorstellen ingediend:
1. Projecten voor de groep nabestaanden die niet
kunnen of willen terugkeren naar Srebrenica:
- een projectvoorstel van de Stichting "Hulp voor Bosnië" voor de bouw van huizen in de gemeente Vozuca voor nabestaanden van Srebrenica, ingediend door Fritz Behrend.
- een projectvoorstel van Vive Zene (organisatie die ook betrokken is bij Grab Potok) voor een psychotherapeutisch centrum in Srebrenica.
2. Projecten op het gebied van de terugkeer naar Srebrenica - vijf projectvoorstellen voor de renovatie van huizen van terugkerenden.
3. Projecten op het gebied van goed bestuur:
- een projectvoorstel van het Committee for Real Property Claims (CRPC) om zijn database over te dragen aan het Staats-Ministerie voor Vluchtelingen.
- het zogenaamde "Buldozer-project" van de OHR. Dit project richt zich specifiek op het wegnemen van belemmeringen voor (potentiële) buiten- en binnenlandse ondernemers in Bosnië-Herzegovina, om de voorwaarden voor economische ontwikkeling te scheppen.
Vraag 7
Heeft de korting consequenties voor de in antwoord op eerdere kamervragen genoemde projecten voor de vrouwen van Srebrenica? Zo ja, wat gaat u ondernemen om deze toezeggingen alsnog na te komen?
Antwoord
Bij handhaving van het huidige peil van de fondsen kan ik mijn gedane toezeggingen (zie ook mijn beantwoording van de op 3 februari jongstleden door het lid Kant gestelde vragen) ten gunste van de vrouwen van Srebrenica, die niet kunnen of willen terugkeren naar Srebrenica, niet nakomen. Dit betreur ik en ik heb derhalve besloten elders in de begroting ruimte te vinden voor de financiering van projecten voor deze groep.
===