Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

persbericht

Nummer:
27

Directie:
voorlichting

17-04-2003

Status:
informatie

Dit is een gezamenlijk persbericht van de Inspectie van het Onderwijs en het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen

Toezicht op godsdienstonderwijs waar nodig

De Onderwijsinspectie houdt alleen toezicht op godsdienstlessen in het onderwijs als daartoe aanleiding is. Hiertoe zijn verschillende uitgangspunten opgesteld, bijvoorbeeld bij signalen dat leerlingen in de les worden aangezet tot discriminatie of wanneer de les niet in het Nederlands gegeven wordt. Voorlopig geldt het toezicht van de Inspectie alleen voor scholen voor bijzonder onderwijs. Minister Van der Hoeven schrijft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer hoe dit in de nabije toekomst ook voor het openbaar onderwijs moet gaan gelden.
De Inspectie van het Onderwijs heeft vandaag in een brief aan alle scholen voor bijzonder onderwijs laten weten hoe ze voortaan het toezicht op godsdienstlessen gaat uitvoeren. Dit naar aanleiding van eerdere bevindingen in het rapport 'Islamitische scholen en sociale cohesie' van de Inspectie. In dit rapport kwam naar voren dat er soms onvoldoende zicht bestaat op wat er zich afspeelt tijdens deze lessen.

Godsdienstonderwijs is een cruciaal onderdeel van de wijze waarop het bijzonder onderwijs inhoud geeft aan haar identiteit. De Wet op het onderwijstoezicht stelt dat de Inspectie een terughoudende opstelling moet hebben in het toezicht op deze lessen in verband met de vrijheid van onderwijs. De Inspectie zal daarom de lessen alleen onder de loep nemen als daartoe aanleiding is. De Inspectie onthoudt zich daarbij nadrukkelijk van een oordeel over de inhoud.

Aanleiding voor toezicht
In de reguliere onderzoeken naar de kwaliteit van scholen kijkt de Inspectie naar de informatie in het schoolplan en schoolgids over het godsdienstonderwijs en andere levensbeschouwelijke lessen. Daarnaast wordt gecontroleerd dat het aantal uren dat onder schooltijd mag worden besteed aan godsdienstlessen in acht wordt genomen. Als er sprake is van de volgende aspecten zal de Inspectie een onderzoek instellen:


- Het godsdienstonderwijs wordt niet voldoende omschreven is in de schoolgids en schoolplan.

- De les wordt niet in het Nederlands gegeven.
- Er zijn signalen dat tijdens de les leerlingen worden aangezet tot intolerantie, discriminatie of haat.

- De schoolleiding is niet in staat de inspectie (voldoende) informatie te geven, omdat de schoolleiding niet (voldoende) weet wat zich (daadwerkelijk) in de godsdienstles afspeelt.
- De leraar beschikt niet over de vereiste verklaring van goed-gedrag.

- De school geeft aan dat het onderwijs in geestelijke stromingen wordt gegeven als onderdeel van de godsdienstles, en er signalen zijn dat aan deze onderwijsactiviteit onvoldoende aandacht besteed wordt.
- De school zelf vraagt om specifieke aandacht van de inspectie voor dit onderwijs.

Openbaar onderwijs
Openbaar onderwijs biedt slechts de gelegenheid voor het volgen van godsdienstlessen en is niet verantwoordelijk voor de verzorging en inhoud van de lessen. De inspectie heeft daarom geen wettelijke mogelijkheid om toezicht op die lessen uit te oefenen. De lessen worden wel op school en binnen schooltijd gegeven, minister Van der Hoeven vindt het daarom wenselijk dat het toezicht van de Inspectie zich in de toekomst ook uitstrekt over het godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op openbare scholen. Hiertoe dient de wet te worden gewijzigd. De minister is hierover in gesprek met de organisaties van het openbaar onderwijs (Vos/ABB en VOO). Zij onderschrijven de wens van de minister.

Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl