Socialistische Partij

12de congres

Agnes Kant in Bouwfraude-debat

(16 april 2003 Eerste Termijn Kamerdebat over bouwfraude) "Spijtig dat de voormalig ministers Jorritsma en Netelenbos noch in vak K, noch in de bankjes aanwezig zijn. Mevrouw Jorritsma beriep zich tijdens het verhoor met de enquêtecommissie regelmatig op onwetendheid en stelde dat de Kamer haar moest aanspreken tijdens het politieke debat bij de bespreking van de conclusies van de enquêtecommissie. Hier staan we dus, maar helaas zonder de toekomstig burgemeester van Almere.

Toch is dit nu wel het moment om aan het kabinet de mening te vragen over de rol van bewindpersonen destijds in de bouwfraude. Hoe kijkt u terug op de rol van de bewindspersonen Korthals, Jorritsma en Netelenbos? Ik wil het nogmaals zeggen: naar onze mening heeft minister Korthals terecht zijn politiek conclusie getrokken om op te stappen. Wat is uw opvatting of het beroep dat minister Jorritsma tijdens de verhoren deed op onwetenheid? Waarom heeft minister Netelenbos zich zo ingespannen om de schikking inzake de Schipholtunnel er nog door te krijgen voor het Kamerdebat in november 2001? En wat is uw oordeel hierover? Hoe is het te rijmen dat Netelenbos en Jorritsma voor de enquêtecommissie verklaarden dat het wel meeviel met de schade ten gevolge van opzetjes, omdat de rendementen in de sector nogal gematigd zouden zijn?

Ik kom op de aanbevelingen van de enquêtecommissie en de daarmee samenhangende vragen aan het kabinet. Allereerst het terughalen van de winst door prijsopdrijving. Bij het debat met de commissie is uitgebreid gesproken over de waarde van het percentage van 8,8% prijsopdrijving, gebaseerd op een niet aselecte steekproef van 211 projecten. Mevrouw Vos zei letterlijk: "De commissie heeft vastgesteld dat er sprake is geweest van prijsopdrijving en dan komt automatisch de vraag aan de orde of dat geld kan worden teruggevorderd bij de desbetreffende bedrijven." Mijn vraag aan het kabinet is: gaat u terugvorderen?

Dan kom ik op de strafrechtelijke afhandeling van de door de rijksrecherche opgestarte corruptieonderzoeken, alsmede van de strafrechtelijke onderzoeken in het kader van de Bos boekhouding. Vorig jaar maart zijn in dit kader een aantal invallen gedaan. Daarna is het heel lang stil geweest, maar vanaf de week dat de Kamer het debat met de enquête-commissie voerde liet het openbaar ministerie opeens weer de spierballen rollen en werden een hele serie nieuwe arrestaties verricht. Van buitenaf wekt dit een opportunistische indruk. Kan de minister van justitie melden of er daadwerkelijk voortgang geboekt wordt? Wij gaan ervan uit dat de inschatting van het kabinet dat het openbaar ministerie medio 2003 de beslissing zal nemen of en tegen welke van de betrokken aannemers vervolging wordt ingesteld ook wordt waargemaakt en er niet nog meer vertraging optreedt.

In de betreffende passage van het kabinetsstandpunt over het eindrapport wordt overigens niet gesproken over de eventuele vervolging van rijksambtenaren? Hoeveel rijksambtenaren staan op dit moment nog op nonactief ten gevolge van een verdenking en hoe lang kan deze situatie naar de mening van het kabinet blijven voortbestaan?Degenen die straks onschuldig blijken zijn immers ten onrechte anderhalf jaar in het verdachtenbankje gezet, degenen die schuldig blijken zijn ten onrechte -zonder dat daar enige arbeidsprestatie tegenover staat- in dienst gehouden. Beide scenario's zijn onwenselijk.

Indien de lange duur van het vooronderzoek, zowel ten aanzien van de economische delicten als met betrekking tot integriteitsschendingen, te maken heeft met problemen met de bewijslast: wat betekent dit inzake de effectiviteit van ons instrumentarium? Wat vindt de minister van onze suggestie om het instrumentarium aan te scherpen, bijvoorbeeld door ook passieve omkoping strafbaar te stellen? Dat maakt de bewijslast een stuk eenvoudiger dan nu, omdat nu immers een direct verband tussen een gift of dienst en een wederprestatie van de ambtenaar bewezen moet worden. En dat terwijl ieder normaal mens op zijn klompen aanvoelt dat je niets moet aannemen van een partij waar je als ambtenaar ook zaken mee doet, ook al zegt deze partij er niet bij: dit kadootje is bedoelt om u om te kopen! Graag een reactie op ons voorstel om nu eindelijk eens klip en klare regels te stellen.

Ook bij schendingen van mededingsregels, fraude, e.d. in de bouw kan je je afvragen of we voldoende effectief gereedschap hebben om te kunnen optreden tegen maatschappelijke misstanden. Dit is wat ons betreft het belangrijkste thema van de bouwenquête: het toezicht, de handhaving en de vervolging van strafbare feiten. De SP is van mening dat het OM meer moet inzetten om betrokkenen bij bouwfraude persoonlijk strafrechtelijk te kunnen aanpakken. De gang van zaken rond de Schipholtunnel was zelfs de directe aanleiding voor de enquête. Het feit dat de leidinggevenden niet aangepakt zijn door de schikking van het openbaar ministerie riep in brede kring verontwaardiging op. Het OM deed de schikkingvoorstellen met name op basis van efficiency-overwegingen en lette naar de mening van een kamermeerderheid te weinig op het rechtsgevoel bij de bevolking en lette te weinig op rechtsgevoel en publieke belang. Wat is hier in veranderd?

Op grond van het Slavenburg arrest is het nu al mogelijk om leidinggevenden persoonlijk te vervolgen, indien wordt aangetoond dat ze op de hoogte waren van de strafbare feiten die lager in de organisatie gepleegd werden. De SP-fractie is van mening dat, in gevallen waar strafbare feiten op bedrijfsniveau zijn bewezen, leidinggevenden sowieso vervolgd moeten worden, tenzij ze kunnen aantonen dat de strafbare feiten gepleegd zijn buiten hun weten. Het kabinet kondigt in de brief van 24 maart aan dat zij in het kader van de uniformering van aanbestedingsregels voor de rijksoverheid een verplichte schriftelijke verklaring wil invoeren, waardoor het hoogste management bij overtreding van de mededingingswet vervolgd kan worden wegens valsheid in geschrifte. Voorzitter: zeer goed en in lijn met onze stellingname.

Maar voor de zekerheid toch nog een paar vragen: * begrijp ik goed dat deze maatregel nog in 2003 wordt ingevoerd? * lees ik goed dat deze regel alleen van toepassing wordt verklaard bij projecten van de rijksoverheid? Als dat klopt: waarom niet ook bij provincies en gemeenten? * heeft de verplichte schriftelijke verklaring alleen betrekking op delicten in het kader van de mededingingswet, of ook op alle andere economische delicten die rechtstreeks samenhangen met het verwerven en uitvoeren van bouwprojecten? * en tenslotte: kan de minister van justitie bevestigen dat na de invoering van deze verklaring standaard ook de leidinggevende vervolgd wordt in situaties dat een economisch delict bewezen is? Ik overweeg op dit punt nog met een motie te komen.

Ik kom op het bouwbeleid en een nieuw wettelijk aanbestedingskader .

Het kabinet kiest in tegenstelling tot de enquêtecommissie en de SP-fractie niet voor een coördinerend minister voor het bouwbeleid. Naar haar mening moet de bouw als een gewone sector behandeld moet worden, waarbij de minister van EZ het aanspreekpunt is. Voorzitter, het is waar dat er ook in andere bedrijfstakken problemen spelen op het terrein van mededingsrecht, fraude en integriteit. Maar het kabinet zegt zelf dat de sector uniek is doordat de overheid bijna de enige opdrachtgever is. Ik voeg daar zelf aan toe dat de overheid in de utiliteitsbouw niet de enige, maar wel verreweg de grootste opdrachtgever is. Vervolgens wordt geconstateerd dat de overheid en het bouwbedrijfsleven wederzijds afhankelijk zijn, bv. bij de woningbouwproductie en de aanleg van infrastructuur. Kortom: het kabinet zet in zijn schriftelijke reactie de eigen conclusie op losse schroeven. Met name het grondgebonden aspect en de sterke afhankelijkheid van overheidsopdrachten zullen ook niet veranderen door een ander beleid. Graag horen we dus nadere argumenten waarom het kabinet niet inzet op specifiek beleid, onder een coördinerend minister, dat rekening houdt met het grote maatschappelijk belang, dat tot uitdrukking komt in het hoge aandeel overheidsbestedingen. Ik overweeg ook op dit punt om met een motie te komen.

Het kabinet erkent dat de overheid professioneler moet optreden op het vlak van projectontwikkeling, begroten, inkopen en aanbesteden. Betekent dit niet: meer kennis in eigen huis houden en minder uitbesteden? Wij zijn het met D66 eens dat je er niet bent met het oprichten van een nationale kennisbank. Hun suggestie voor het oprichten van regionale bureau's voor overheidsaanbestedingen lijkt ons een goede. Daarmee bundel je kennis en voorkom je dat door een te kleine schaal het vier ogen principe en functieroulatie in het gedrang komen. De SP-fractie onderschrijft dat er een aanbestedingskader moet komen. Daarbij is openbare aanbesteding het uitgangspunt, waar in uitzonderingsgevallen -mits goed gemotiveerd en met voorafgaande toestemming van het verantwoordelijk bestuursorgaan en informatieplicht aan de bijbehorende volksvertegenwoordiging- van afgeweken kan worden. Hierbij dient ook helder te zijn op grond van welke criteria de aanbieding of aanbiedingen beoordeeld zullen worden. Het is zeker waar dat innovatieve aanbestedingsvormen soms voordelen hebben, maar het is minstens zo waar dat de risico's voor ontsporingen en vriendjespolitiek bij dergelijke aanbestedingsvormen ook groter zijn!

Ik kom op de Raad van Arbitrage. Het kabinet wil -conform het advies van de enquêtecommissie- het werkingsgebied beperken tot geschillen tijdens en ten aanzien van de uitvoering. Er wordt verder gesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat de Raad van Arbitrage partijdig zou zijn en het belang van aanbieders te zwaar zou laten wegen. Het opnemen van leden namens organisaties van opdrachtgevers kan dan een stap vooruit zijn, maar beter zou zijn om de raden gewoon op te doeken en dit type geschillen voortaan voor te leggen aan een bouwkamer van de rechtbanken.

Het kabinet wil bij de aanscherping van de controle op de accountant sterk leunen op het principe van zelfregulering. Dat is niet verstandig. De enquêtecommissie zegt: het is onwenselijk dat hetzelfde accountantskantoor bij een cliënt zowel de controleopdracht als een forensische accountantsopdracht uitvoert. Als dit onwenselijk is, waarom wordt het dan niet gewoon verboden? Meer algemeen pleiten wij ervoor om maatregelen te nemen die de onafhankelijkheid van de accountant versterken. Daarbij dient de bestaande afhankelijkheidsrelatie tussen opdrachtnemer en opdrachtgever doorbroken te worden.

Ik kom op de VINEX-locaties. Het kabinet wil aan de Nma overlaten of er nader onderzoek ingesteld wordt naar misbruik van monopolie, op basis van grondposities. Wij delen de mening van de PvdA-fractie dat er wel degelijk reden te over is om de vinger aan de pols te houden, ook al omdat er weinig tekenen zijn dat de situatie de afgelopen periode is verbeterd. Is de nota Grondbeleid in het licht van de enquête niet aan herziening toe? Kan de minister aangeven welke concrete stappen we mogen verwachten? Wat ons betreft hebben de hoogste prioriteit: het verder dichttimmeren van de wet voorkeursrecht gemeenten om vroegtijdige grondposities door middel van opties onaantrekkelijk te maken. In ieder geval zou de uitvoering van een aantal maatregelen die bij de nota Grondbeleid zijn aangekondigd, waarvan de uitvoering door de diverse kabinetswisselingen is gestagneerd, nu eindelijk eens ter hand genomen moeten worden. Ook op dit punt overweeg ik een motie.

Tenslotte heeft de SP-fractie nog wat voorstellen om de transparantie bij de prijsvorming voor grondstoffen te verbeteren. De overheid dient de controle op de leveranciers van grondstoffen (zand, grind, beton e.d.) te versterken, omdat vrijwel alle leveranciers in deze markt connecties hebben met grote bouwbedrijven in de GWW-sector. Deze connectie wordt gebruikt om concurrentie op regionale deelmarkten het leven zuur te maken, door niet of alleen tegen zeer hoge prijzen te leveren. Uiteindelijk blijven hierdoor alleen de aanbieders over die al met elkaar in bed liggen, waardoor de overheid een te hoge prijs betaalt.

De SP stelt daarom twee maatregelen voor: 1. Verplichting voor deze bedrijven om met openbare prijslijsten, inclusief staffelregeling en regeling raamcontracten, te werken; 2. NMA de bevoegdheid geven om een accountantscontrole uit te voeren naar de planning bij leveranciers, als deze beweren niet te kunnen leveren. Aanvullend zou onderzocht moeten worden of de concessieverlening voor de winning van grondstoffen herzien moet worden