Stadsdeel Amsterdam-Noord

17/4/2003 - Voederen van dieren

Veel mensen geven dieren buiten en vooral vogels graag wat te eten zoals vetbollen in de winter voor de koolmeesjes en broodkruimels voor de eenden in de zomer. Hoe goed de bedoeling hiervan ook is; voor de dieren zelf is het niet goed. Het stadsdeel adviseert u dan ook om alleen tijdens hele strenge winters dieren bij te voederen.
Spijsvertering jonge vogels

In het voorjaar zijn er veel jonge vogels. Deze jonge dieren hebben voor hun ontwikkeling naar volwassenheid een grote behoefte aan eiwitrijk, dus dierlijk voedsel. De ouder vogels bieden dit voedsel aan hun jongen in de vorm van insecten, wormen, rupsen etc. Ook meerkoeten en waterhoentjes zijn aangewezen op een dieet van insecten. Het spijsverteringsysteem van de (jonge) dieren is niet geschikt om brood, vetbollen of zaden te verteren. Als de oudervogel dit laatste in grote hoeveelheden krijgt aangeboden bestaat de kans dat zij dit ook aan hun jongen gaan voeren. Wanneer de (jonge) dieren dit voedsel, dat zij niet kunnen verteren, nuttigen, zullen zij ondervoed raken.
Overactiviteit eenden

Het zoeken naar voedsel is voor eenden vaak een dagtaak. Wanneer zij gevoerd worden door de mens hoeven zij niet meer op zoek. De woerden (mannetjes eenden) kunnen hierdoor zeer actief worden richting de eenden. Het beeld dat meer woerden achter elkaar dezelfde eend willen dekken zal een ieder bekend voorkomen. Regelmatig komt het voor dat eenden verdrinken als gevolg van het overactieve gedrag van de woerden. Ook zijn regelmatig eenden te vinden met een open gebeten hals als gevolg van het vastbijten van de woerden tijdens het paren.
Voer dieren dus alleen tijdens hele strenge winters bij!