Erasmus Universiteit Rotterdam
17 april 2003
Promotie Ger Groot
Nietzsche van grote invloed op de Franse filosofie
Friedrich Nietzsche heeft op de recente Franse filosofie zon grote invloed uitgeoefend, dat hij soms zelf een Fransman lijkt te zijn geworden. Dat zou hem niet hebben mishaagd. Aan het eind van zijn leven schreef hij dat zijn denken pas in het Frans goed tot zijn recht kwam. Toch is zijn verhouding met dat land heel lang turbulent gebleven en is zijn ster er na zijn dood beurtelings gestegen en gedaald. Ger Groot beschrijft dit in Vier ongemakkelijke filosofen. Nietzsche, Cioran, Bataille, Derrida. Hij verdedigt deze dissertatie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op donderdag 17 april 2003.
In Vier ongemakkelijke filosofen illustreert de promovendus de geschiedenis rond de Duitse filosoof aan de hand van drie Franse denkers die model kunnen staan voor de drie perioden waarin de filosofie van Nietzsche, de vierde, in Parijs schitterde. Na een algemene inleiding in het denken van elk van hen, wordt aan de hand van een kenmerkend thema hun relatie tot Nietzsche onderzocht en worden zij onderling met elkaar in verband gebracht.
Emil Cioran staat model voor de eerste receptie-golf in de twee decennia voor de Eerste Wereldoorlog. Hoewel zijn boeken pas tientallen jaren later (en aanvankelijk in het Roemeens) geschreven zijn, behoort zijn beeld van Nietzsche als profeet van de kracht nog geheel tot deze eerste periode. In de jaren dertig - de tweede receptieperiode - ontwikkelde Georges Bataille een oorspronkelijke filosofie waarin de invloed van Nietzsche op een geheel eigen wijze werd verwerkt. En in de jaren zestig en zeventig maakte Jacques Derrida (mede beïnvloed door Gilles Deleuze) het denken van Nietzsche voor het eerst binnen de academische filosofie aanvaardbaar.
Voor dat laatste moest een hoge prijs worden betaald. Nietzsche werd niet langer gelezen als de striemende cultuurcriticus die hij zelf wilde zijn, maar als een voorbeeld van de tekstuele strategieën waarop Derridas deconstructie-filosofie zich richtte. Toch bleef Nietzsche een ongemakkelijke denker, zoals ook de door hem beïnvloede filosofen in veel opzichten de lezer weinig comfort bieden. Zij leggen aspecten van het mensenbestaan bloot die zich moeilijk laten verenigen met de rationele en geregelde orde waarin het persoonlijke en maatschappelijke leven zich bij voorkeur beweegt.
Daarmee beantwoorden zij aan de filosofische roeping tot het stellen
van radicale vragen, maar leggen zij onder dit bestel tegelijk een bom
die hun denken nu juist zo ongemakkelijk en zelfs gevaarlijk maakt.
Ingetoomd maar niet getemd blijft het denken van Nietzsche ook in zijn
doorwerking een hachelijk experiment, waarmee de filosofie behoedzaam
moet omspringen.
Promotoren: prof.dr. J. de Mul, Wijsgerige antropologie en haar
geschiedenis, en prof.dr. S. IJsseling (KU Leuven)
Noot voor de pers
Promotie 17 april, 16.00 uur
Plaats: Woudestein, Senaatszaal
Info: bij de afdeling Communicatie,
tel. (010) 408 1216/ 1777
e-mail: persberichten@daz.eur.nl