Gemeente Barendrecht

Verslag van de openbare vergadering van de commissie Samenlevingszaken, gehouden op maandag 14 april 2003 in de raadzaal van het gemeentehuis te Barendrecht

Aanwezig
: mevrouw C.W. Righolt-Dam (voorzitter), de heer F. van Bodegraven, de heer A. Luijendijk, mevrouw M.Th. van Wilgenburg-Beernink (CDA), de heer A. van Wingerden (SGP/ChristenUnie), de heer M.H.J. van Kruijsbergen (Groen Links), de heer J.T. IJzerman (D66), mevrouw S.J.A. ter Borg, de heer S.N. Zuurbier (VVD), mevrouw A. Feenstra-Keijzer, de heer D. Vermaat (PvdA), (leden)

Voorts aanwezig: wethouder G.A.C. Schoehuizen, wethouder P. van Vugt, mevrouw C.G.I. Orsel (commissiegriffier) en mevrouw H.E.G. de Beij (notulist).


1. Opening

De voorzitter
opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.
2. Mededelingen

a. Inventarisatie insprekers

Als insprekers hebben zich gemeld voor het agendapunt TeleMobiel mevrouw Elzeman, mevrouw Van der Ven, de heer Overdijk en de heer Westerhout. De heer Springer van Bobo heeft zich niet op tijd aangemeld en overhandigt een brief, die nog vanavond wordt uitgedeeld in de commissie (bijlage 1).

b. Inventarisatie rondvraag

Mevrouw Van Wilgenburg, mevrouw Feenstra en de heer Van Bodegraven willen gebruik maken van de rondvraag.

c. Vaststellen agenda

De voorzitter
stelt voor de mededelingen van het college na agendapunt 7 aan de orde te stellen. Voor het onderwerp Brede School heeft de wethouder twee mensen uitgenodigd. De voorzitter stelt voor met de behandeling van het Jongerenbeleid te stoppen om tien uur en dan de Brede School aan de orde te stellen. Ook kan nu worden besloten de Brede School in de mei vergadering te behandelen ofwel schriftelijk af te doen.

De heer Zuurbier,
de heer Vermaat en de heer Van Kruijsbergen willen graag de agenda geheel afwerken.

De heer IJzerman
mist bij de evaluatie Brede School het standpunt van het college.

De heer Versendaal
wil de evaluatie Brede School naar mei verplaatsen en vragen van te voren schriftelijk indienen.

Mevrouw Van Wilgenburg
merkt op dat behandeling van het Jeugdbeleid al eerder is opgeschoven en is voorstander van behandeling van het agendapunt Brede School in mei.

De voorzitter
constateert dat de Brede School van de agenda wordt afgevoerd.

De heer Van Kruijsbergen
informeert of er dan voor de mei vergadering een reactie is van het college op dit stuk.

De voorzitter
zegt dat het dan juni wordt.

De heer Zuurbier
weet niet waarom de Brede School op de agenda staat. spreker vindt het niet goed aan het begin van de vergadering vast te stellen welke punten worden uitgesteld.

De voorzitter
verwijst voor de evaluatie Brede School naar het verslag van 10 maart.

Mevrouw Van Wilgenburg
verzoekt de vragen te beantwoorden en de Brede School in de juni vergadering te behandelen met een advies van het college.

De voorzitter
vaagt naar opvatting de heer Van Vugt.

De heer Van Vugt
merkt op dat het een wens van de commissie was om de Brede School te behandelen. Wat wil de commissie?

De voorzitter
verwijst naar pagina 15 van genoemde notulen. Op het moment dat de agenda werd samengesteld was er nog geen sprake van TeleMobiel. De commissie wordt verzocht van te voren vragen in te leveren.

De heer Zuurbier
verwijst naar het rapport van JP Partners. Het blijkt dat we een regiefunctie van de raad willen. De raad moet zelf de verantwoordelijkheid nemen en wel haar huiswerk goed doen.

De heer Versendaal
vindt dat het stuk in de mei vergadering kan worden behandeld.

De voorzitter
sluit af met de constatering dat de Brede School in de mei vergadering wordt behandeld.

d. Actualiteiten

De voorzitter
deelt mee dat de Cornelisland in de commissie Samenlevingszaken van 12 mei aan de orde komt.

4. Vaststelling van het verslag van de commissie Samenlevingszaken van 10 maart 2003 en actielijst april 2003

De heer Van Bodegraven
zegt dat op pagina 2 (derde alinea) moet staan: Raad van Toezicht multifunctioneel centrum (in plaats van eerste lijn)

Op pagina 13 moest staan: "geen onevenredige werkdruk in relatie tot de formatie".

Na opname van deze wijzigingen wordt het verslag vastgesteld

Er zijn geen opmerkingen naar aanleiding van het verslag.

Actiepuntenlijst

De voorzitter
geeft aan dat punt 5 naar september wordt verschoven. Punt 6 komt aan de orde als de raad in breder verband de dualisering de revue laat passeren. Punt 7 kan eraf als dinsdag in de raad het algeheel alcoholverbod aan de orde is geweest.

De heer Van Bodegraven
vraagt of punt 8 (notitie inzake jeugdvoorziening) van het 4e kwartaal 20003 naar het 2e kwartaal kan.

De heer Schoehuizen
houdt de raad op de hoogte. Het is afhankelijk van overleg met derden. De oorspronkelijke plek is niet in orde bevonden. Het onderwerp heeft hoge prioriteit.

De voorzitter
concludeert dat het onderwerp zoveel eerder als mogelijk is aan de orde zal komen.

De heer Luijendijk
vraagt (punt19) naar de stand van zaken bij de huisartsen. Er zou op korte termijn een gesprek plaatsvinden. Is er nieuws?

De voorzitter
vraagt de heer Schoehuizen deze vraag te beantwoorden bij de mededelingen van het college.

5. Verkleining doel- en gebruikersgroep collectief vervoerssysteem TeleMobiel

Voor het betoog van mevrouw Elzeman wordt verwezen naar bijlage 2.

De voorzitter
geeft de commissie de gelegenheid vragen te stellen aan mevrouw Elzeman.

Mevrouw Feenstra
vraagt naar het bedrag van EUR 70,10. Krijgen ouderen dat bedrag van de gemeente?

Mevrouw Elzeman
zegt dat haar ter ore is gekomen dat mensen in Borgstede dit bedrag aan de kinderen geven.

De heer Van Wingerden
merkt op dat de commissie hier zit voor alle ouderen. Mensen die niet in Borgstede wonen kunnen toch ook door hun kinderen gehaald worden?

Mevrouw Elzeman
antwoordt dat voor activiteiten overdag de kinderen dat meestal niet kunnen; zij werken. De mensen willen graag aan activiteiten deelnemen. Als ze niet meer van TeleMobiel gebruik kunnen maken, moeten ze thuis blijven.

Voor het betoog van mevrouw Van de Ven wordt verwezen naar bijlage 3.

Voor het betoog van de heer Westerhout (ANBO) wordt verwezen naar bijlage 4.

Voor het betoog van de heer Overdijk (SWOB) wordt verwezen naar bijlage 5.

De leden van de commissie hebben geen vragen aan de insprekers en de voorzitter heeft het stuk in behandeling. De voorzitter laat weten dat het verkeerde voorstel bij de stukken voor de raadsvergadering zit en verzoekt de leden van de commissie te reageren op de aangegeven beslispunten.

De heer IJzerman
vindt het een moeilijke beslissing. Dit is een uitwerking van de begroting, die een half jaar geleden aan de orde is geweest. Spreker betreurt dat dit zo lang op zich heeft laten wachten. Er was anders meer tijd geweest. De fractie van D66 kan zich in hoofdlijnen vinden kan in de gevraagde beslissing. De heer IJzerman vraagt aandacht voor de gevolgen in de uitvoering. Welk deel van betrokkenen komt straks in aanmerking voor WVG? Wat zijn de bijkomende kosten voor de gemeente in verband met de indicatiestelling? Is er ruimte voor aanpassing van het vervoerscontract? De heer IJzerman vraagt het college oog te hebben voor de minima. Welke voorzieningen zijn straks nog voor een 65 jarige die redelijk ter been is en alleen AOW heeft?

De heer Van Kruijsbergen
merkt op dat het voorstel is verbeterd ten opzichte van het eerste voorstel. Het zijn zure maatregelen. De insprekers hebben een aantal waardevolle suggesties gedaan. In hoeverre kan sociaal isolement worden voorkómen? Het zou nodig zijn dit te monitoren. De Ouderenbonden zullen een rol moeten vervullen bij de evaluatie. Voor het overige sluit spreker zich aan bij de vragen van de heer IJzerman.

Mevrouw Feenstra
constateert dat instemmen met de gevraagde beslissing het uitsluiten van mensen van 65 jaar en ouder betekent. Zojuist hebben de insprekers aangegeven dat er dan problemen kunnen ontstaan voor mensen die in een sociaal isolement kunnen raken. Eerst moet gesproken worden met de bonden.

Er zullen criteria moeten worden opgesteld. Misschien kan het uit een andere pot komen dan de WVG. Voor de invoering zou eerst overleg moeten worden gevoerd met de ouderenbonden

Mevrouw Ter Borg
zegt in verband met het onderzoek dat er al alternatieven zijn aangedragen door de insprekers. Waarop is het bedrag van EUR 90.000,00 gebaseerd?

De heer Luijendijk
merkt op dat het onderwerp de nodige emoties te weeg heeft gebracht. Er is een delegatie van 150 personen naar het gemeentehuis gekomen en er zijn handtekeningen aangeboden. Er is een gesprek geweest met het SWOB. Spreker constateert dat het plan dat in de vorige vergadering is behandeld nog onvoldoende was gecommuniceerd met de doelgroep en vindt dat jammer. De heer Luijendijk is terughoudend om nu al in te stemmen en wil eerst het onderzoek naar alternatieven afwachten. Er moeten criteria worden vastgesteld. Over de sociale en medische indicatie zou eerst duidelijkheid moeten komen. Het tweede punt wekt verwachtingen bij de doelgroep. Daar zou ook eerst duidelijkheid over moeten komen.

De heer Van Wingerden
geeft een compliment aan de insprekers, die proberen mee te denkeen. Tevens geeft spreker een compliment aan de wethouder. De heer Van Wingerden stemt in met het voorstel. Een onderzoek naar alternatieven is prima. Er is een overbruggingstermijn tot augustus en de wethouder heeft toegezegd voor augustus duidelijkheid te zullen verschaffen.

De heer Van Vugt
merkt op dat het voorstel dat in de vorige commissie vergadering aan de orde was, niet is besproken met het veld. In de hectiek van de bezuinigingen vorig jaar is dit vanuit de verkeerde invalshoek bekeken. De fout is erkend. De overbruggingstermijn is aangepast. Die periode kan worden gebruikt om te zoeken naar alternatieven. Als de raad instemt met het voorstel komt er op 16 juni in de commissie een overzicht van de uitkomst van het onderzoek naar alternatieven. In het overleg zijn al diverse alternatieven besproken. De tussenliggende periode wordt benut om de alternatieven te beoordelen. De heer Van Vugt neemt de signalen heel serieus, dat ouderen die geen gebruik kunnen maken van TeleMobiel in een isolement zouden kunnen geraken. 16 juni is als harde datum gesteld om het bestuurlijk ook af te handelen voor de zomervakantie, dus voor 1 augustus. Alle alternatieven, ook als het gaat over sociale indicatie, zullen worden nagegaan. De WVG kan worden toegepast op grond van medische indicatie. Voor sociaal isolement zou een andere oplossing moeten worden gevonden. Oneigenlijk gebruik van de WVG moet hiermee worden veranderd. Als oneigenlijk gebruik beperkt moet worden, moet er worden gekeken naar andere regelingen. Het is een moeilijke beslissing.

De heer Van Vugt wil nu de tijd nemen en op 16 juni goed overleg voeren. De uitwerking zal gevolgen hebben. De extra kosten worden voor
16 juni in kaart gebracht. Ook zal dan duidelijk zijn welk deel van de mensen voor vergoeding via de WVG in aanmerking komt.

De procedure voor de aanbesteding van het contract loopt nog; de gevolgen zullen worden meegenomen. De gevolgen voor de minima zullen opgenomen worden in het onderzoek naar alternatieven. Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Feenstra geeft de wethouder aan dat hij in overleg is gegaan met de bonden. Het voorstel is in overleg tot stand gekomen. Het bedrag van EUR 90.000 heeft te maken met de aanbesteding. Naar aanleiding van de vraag van de CDA fractie om eerst de alternatieven te onderzoeken, stelt de wethouder voor ook met het eerste punt in te stemmen. Voor 1 augustus komt er uitsluitsel.

De voorzitter
geeft het woord aan de insprekers in tweede termijn

De heer Overdijk zegt dat nu wordt geconstateerd dat de WVG gelden te ruimhartig gebruikt zijn. Spreker herhaalt zijn verzoek om creatief te zijn in het zoeken naar oplossingen.

De heer Luijendijk
vraagt over punt 4 of, wanneer het onderzoek is afgesloten en nieuwe criteria worden opgesteld, de mensen opnieuw bericht krijgen dat zij een nieuw verzoek kunnen indienen.

Mevrouw Feenstra
vraagt naar het bedrag van EUR 70,10 en verzoekt om een toelichting. Wordt de indicatiestelling nog voor 1 augustus gedaan en komt er een indicatiestelling voor iedereen die nu een pasje heeft?

De heer Van Kruijsbergen
wil liever in één keer een weloverwogen besluit nemen en stelt voor het stuk terug te nemen en op 16 juni te behandelen.

De heer IJzerman
constateert dat het college niet weet welk deel van de 65 plussers in aanmerking komt voor een WVG indicatie. Spreker vraagt zich af hoe hard de bezuiniging is geweest. Als op 16 juni blijkt dat een deel WVG geïndiceerd wordt, een deel op grond van verwacht sociaal isolement en mensen met een minimum inkomen worden ontzien, wat resteert er dan van de bezuiniging? In hoeverre zal er sprake zijn van extra uitvoeringskosten? Zou het niet beter zijn de bezuiniging van EUR 90.000 op een andere manier te bereiken?

De heer IJzerman gaat niet akkoord met punt 1; er zijn te veel onzekerheden om nu al in te stemmen met het uitsluiten van iedereen boven de 65 jaar. Ook met punt 4 gaat de heer IJzerman niet akkoord. Krijgen de mensen nu een brief en na 16 juni nog een keer? Spreker sluit aan bij de opmerkingen hierover van de heer Luijendijk. De heer IJzerman gaat wel akkoord met de punten 2 en 3.

De heer Van Wingerden
vraagt de heer IJzerman waar de overbruggingstermijn voor dient als er nu niet besloten wordt.

De heer IJzerman
antwoordt dat de overbruggingsperiode dient om het raadsbesluit dat eerder is genomen over de bezuinigingen, uit te stellen. Er zal het besluit genomen moeten worden om een lager bedrag aan bezuinigingen te realiseren.

De heer Van Wingerden
vraagt of een nieuwe voorstel direct in werking kan treden of dat er dan opnieuw een overbruggingsperiode nodig is.

De heer IJzerman
merkt op dat het niet zijn bedoeling is om een nieuwe overbruggingsperiode in te stellen. De wethouder heeft aangegeven dat er op 16 juni meer duidelijkheid zal zijn.

De heer Van Vugt
merkt op dat we voor deze bezuinigingen stonden bij de begroting. Om de bezuinigingen te realiseren en om de uitvoering ter hand te kunnen nemen, is beslispunt 1 nodig. In de overbruggingstermijn worden de alternatieven onderzocht. De alternatieven zijn nog niet duidelijk. In de tussentijd krijgen de mensen die op basis van de WVG zijn geïndiceerd een TeleMobiel pas. In juni wordt bekeken of er alternatieven zijn en worden de mensen op de hoogte gesteld. Naar aanleiding van de vraag van mevrouw Feenstra zegt de heer Van Vugt dat de indicatiestelling lukt voor 1 augustus. Het bedrag van EUR 70,10 zal bij de alternatieven worden meegenomen. Spreker kan het voorstel van de heer Van Kruijsbergen niet volgen. Je moet ook zicht hebben op de indicaties. Nu is nog niet bekend hoe groot de doelgroep is.

De heer IJzerman
vraagt in hoeverre bij de bezuinigingen rekening is gehouden met deze factoren.

De heer Van Vugt
zegt dat naar schatting een vierde of een derde van de groep onder de WVG valt.

De voorzitter
verzoekt de commissie aan te geven hoe zij staat tegenover dit voorstel.

Mevrouw Ter Borg
meldt dat de VVD fractie akkoord gaat. Toen dit de eerste keer in de commissie aan de orde was, zijn alle partijen akkoord gegaan. Spreker vraagt zich af waarom er nu partijen zijn die niet akkoord willen gaan.

Mevrouw Feenstra
zegt dat zij vorige keer akkoord is gegaan omdat de WVG geld bestemd moet worden voor de doelgroep waar het voor bestemd is. Mensen die TeleMobiel toch nodig hebben, hoeven niet van de WVG gebruik te maken, maar wel moet er gezorgd worden voor een ander potje.

Spreker sluit aan bij de opmerkingen van de heer Van Kruijsbergen.

De heer Van Kruijsbergen
zegt dat toen dit eerder in de commissie is behandeld, hij had aangenomen dat erover was gecommuniceerd. Er is inmiddels maatschappelijke onrust ontstaan. Er zijn nog veel vragen open. De heer Van Kruijsbergen verzoekt om uitstel van twee maanden.

De heer IJzerman
gaat akkoord met 2 en 3. Spreker onderschrijft de bezuinigingsgedachte, maar heeft grote vraagtekens bij de haalbaarheid van het voorstel. Je ziet nu het bedrag van EUR 90.000 afbrokkelen. Aan de indicatiestelling van sociaal isolement en minima zijn uitvoeringskosten verbonden. De heer IJzerman gaat niet akkoord met de punten 1 en 4.

De heer Van Wingerden
gaat akkoord en sluit aan bij de opmerkingen van mevrouw Ter Borg.

De heer Luijendijk
wil het totale voorstel doorschuiven naar 16 juni.

De voorzitter
constateert dat alleen de VVD en SGP/ChristenUnie fracties voor zijn; de rest pleit voor uitstel. De voorzitter merkt op dat dit advies wel in de raad van 22 april behandeld kan worden en sluit het agendapunt af.

6. Terugblik op Jeugdbeleid 2000-2002 en aftrap 2003-2006

HANGJEUGD

De voorzitter
kondigt een inleiding aan over hangjeugd en heet mevrouw Naber en de heer Van Lier welkom.

De heer Van Kruijsbergen
vraagt naar de samenhang met dit agendapunt.

De voorzitter
verwijst naar de commissievergadering van 10 maart. De commissie heeft gevraagd om een evaluatie en aftrap, en daarna pas de definitieve Jeugdnota te behandelen.

Mevrouw Naber
geeft een toelichting aan de hand van sheets (bijlage 6).

De voorzitter
geeft de commissie de gelegenheid vragen te stelen.

Mevrouw Ter Borg
vraagt hoe de kleine groep die niet mee wil doen aan activiteiten en waar het jongerenwerk geen invloed op heeft, kan worden aangepakt.

Mevrouw Naber
antwoordt dat dit via een lik op stuk beleid zal moeten gebeuren; er moet duidelijk worden gemaakt wat wel en niet kan. Bij sterk grensoverschrijdend gedrag moet de politie optreden.

De heer Van Wingerden
vraagt of er van de groep die nu overlast geeft, nog mensen zijn die met sport weg te lokken zijn.

Mevrouw Naber
antwoordt dat de meeste jongeren door sport en spel en ambulant jongerenwerk wel te bereiken zijn. Tegelijk geeft de politie aan dat er jongeren zijn die in de peiling moeten worden gehouden. Er zijn jongeren die het risico lopen om af te glijden. De belangrijkste voorwaarde voor de aanpak is om de jongeren met naam en toenaam te kennen en goed in de peiling te houden. Signalen van politie Rotterdam, Jeugdzorg en Halt moeten een belangrijke rol spelen bij evaluatie en monitoring. De meeste actie komt van het Hangjeugd Overleg. Daarnaast wordt ingezoomd op jongeren die voor overlast zorgen.

De heer Vermaat
vraagt sinds wanneer het probleem van de hangjongeren als maatschappelijk probleem is gedefinieerd. Als je het zo wilt aanpakken als mevrouw Naber aangeeft, zijn er dan voldoende jongerenwerkers? Hoeveel fte is nodig? Er is nu een inventarisatie van de problemen, kwalitatief en kwantitatief, maar de heer Vermaat mist een kwantificering van de inzet die nodig is.

Mevrouw Naber
zegt dit wordt neergezet als een maatschappelijk probleem, terwijl rondhangen van alle tijden is. Mensen zijn ook intoleranter geworden. Het is een dunne lijn tussen geoorloofd rondhangen en een storende vorm van overlast. Er zitten in het hangjeugd overleg professionals aan tafel die een aantal punten hebben aangegeven, waar we ons zorgen over moeten maken. Misschien mogen we ook wel blij zijn dat het in de openbaarheid zichtbaar wordt, omdat je dan in elk geval weet welke jongeren risico lopen. Voor het ambulante jongerenwerk zijn er te weinig in fte's. In ieder geval wordt een uitbreiding van het jongerenwerk met 18 uur voorgesteld. De twee vacatures moeten zo gauw mogelijk worden ingevuld; continuïteit is van groot belang.

De heer Zuurbier
vraagt of mevrouw Naber in staat is een oordeel te geven over de vraag of er een voldoende gecoördineerde aanpak is.

Spreker vraagt tevens hoe de tolerantie bij ouderen kan worden ontwikkeld.

Mevrouw Naber
zegt over gecoördineerde actie dat er in elk geval een Hangjeugd overleg is van professionals. Dat is het belangrijkste startpunt van actie. Iedereen onderkent dat meer afstemming nodig is; door het uitwisselen van concrete informatie. Volwassenen vragen veel aandacht in het afgeven van meldingen van overlast en het gevaar bestaat dat men niet verder komt dan daarop te reageren. Belangrijk is dat de acties die afgesproken zijn, ook uitgevoerd worden. Er kan meer coördinatie plaatsvinden. In verband met tolerantie bij volwassenen is het belangrijk aan te geven wat de grenzen zijn van wat je ordeverstorend gedrag vindt. Mensen kunnen ook zelf naar de jongeren toe stappen en zich verantwoordelijk voelen voor kinderend die op straat hangen; het zijn de kinderen van buurtbewoners.

De voorzitter
bedankt mevrouw Naber en de heer Van Lier, sluit het onderwerp af en stelt de het Jeugdbeleid aan de orde.

TERUGBLIK EN AFTRAP

De voorzitter
geeft aan dat het met betrekking tot de aftrap nog geen definitieve nota is.

Mevrouw Ter Borg
zegt dat Jeugdbeleid de laatste jaren een speerpunt van beleid is geweest en dat ook de komende jaren zal zijn. In de nota Jeugdbeleid 2000-2002 staat een aantal doelstellingen. Kijkend naar de evaluatie zijn we goed op weg om de doelstellingen te realiseren. Pluspunten zijn de opening van de drie accommodaties, De Beuk, The Wave en de scouting. Er zijn ook zeker punten die de komende tijd de aandacht nodig hebben. Over jongeren huisvesting staat in de evaluatie dat er op de planning staat, maar worden dat woningen voor jongeren met een minimumloon of studiebeurs of richt men zich op de doelgroep starters? In de nota Jeugdbeleid 2000-2002 stond dat het wenselijk zou zijn om begeleide kamerprojecten te hebben. Hoe zit het daarmee? Over het uitgaanscentrum is lange tijd gezegd dat er zich geen exploitant had gemeld. Hier staat duidelijk dat iemand zich heeft gemeld. Wat is hier daadwerkelijk mee gedaan? Een belangrijke vraag is of wij JOP's creëren of wachten we op initiatief van de jongeren. Voor een doelgerichte aanpak van de jeugdcriminaliteit is het van belang over de uitvoering van zo'n onderzoek na te denken, omdat de overlast / criminaliteit belangrijke punten zijn. Tenslotte zegt mevrouw Ter Borg dat de rol van het Jongerenplatform van groot belang is. De vraag is hoe je de website bekend en populair maak onder jongeren. De website is niet geactualiseerd. Het is van belang om jongeren op een makkelijke manier kennis te laten nemen van het Jeugdbeleid en de mogelijkheid te bieden mee te praten. Daarvoor is actualisering van de website wel nodig.

De heer Van Kruijsbergen
vraagt in verband met de verhoging van de ouderbijdrage voor de peuterspeelzalen of er inzicht is in het aantal ouders dat afhaakt tengevolge van de kostenverhoging. Hoe wordt dit gemonitord? Wat is de planning voor de Jeugdmonitor de komende jaren?

Onder 4.2. (bij koppeling met Bureau Jeugdzorg) wordt vermeld dat Barendrecht niet de agenda bepaalt. Hoe is de stand van zaken?

Hoe staat het met de jongerenhuisvesting? Is de CO2 problematiek van invloed? In de Commissie Grondgebied is een discussie geweest over huurwoningen voor jongeren. Dit zou in een vroeg stadium aan de orde moeten komen. Over het uitgaanscentrum (6.2.) staat een vervelende tekst over de keuzes van de raad en wachten "misschien op niets".

Dat Hevo niet doorgaat moet niet als excuus worden aangegrepen. De wethouder heeft bij het Jeugddebat beloftes gedaan. Er is een

ondernemer die een uitgebreid plan heeft ingediend Hoe is de stand van zaken? Bij speelplekken wordt gesproken over het "nimby" (not in my backyard) gevoel. Ze kunnen in het bestemmingsplan worden opgenomen. De heer Van Kruijsbergen informeert naar de ervaringen van de Stichting Alle-r-hande met de aanpak van zich mengen met de hanggroepen.

De heer Van Kruijsbergen constateert dat het meer een terugblik is dan een evaluatie. Het is niet duidelijk of de doelstellingen worden gehaald. Er moet worden bekeken wat we willen met het interactief proces. Tenslotte vraagt de heer Van Kruijsbergen hoe de wethouder denkt richting te geven aan het interactief proces.

De heer IJzerman
vindt het meer een terugblik dat een evaluatie. In hoeverre hebben we gerealiseerd wat we beoogden? Positief is wat er bereikt is met de scouting en het instellen van het Jeugddebat.

Voor een evaluatie is de tekst nogal losjes geschreven. Dat is jammer. Juist bij een evaluatie is er behoefte aan een eenduidige conclusie en dan is het van belang dat er iets staat over het vervolgtraject en over de inspanningen die het college zich gaat getroosten om zaken die opgemerkt worden, op te lossen of te verbeteren.

De heer IJzerman constateert over kinderopvang dat er van de bestaande stimuleringgeleden nog een aanzienlijk bedrag beschikbaar is en informeert naar de planning. Inzake tieneropvang vraagt spreker zich af of huiswerkbegeleiding wenselijk is. In andere steden is dat een commercieel product. Wanneer komt over de Brede School een concreet voorstel van het college? Op welk moment zijn welke plannen voor het uitgaanscentrum ingediend? Klopt het dat een plan al meer dan een half jaar bij de gemeente ligt? Welke plaatsen zijn in bestemmingsplannen beschikbaar voor vestiging van een disco en welke plekken worden overwogen? De heer IJzerman kan zich voorstellen dat de raad daarbij betrokken wordt om kaders te stellen.

D66 blij met de aandacht voor een mogelijke skatevoorziening in Nieuweland en Bijdorp. Inzake schoolpleinen wordt opgemerkt dat er sprake is van een patstelling over de vraag of er hekken moeten komen rond schoolpleinen. Wat is het voorstel?

Bij de aftrap wordt de raad opgeroepen dit aan te aanvullen. De raad heeft de kaders al gesteld in het beleidsprogramma.

De heer Van Bodegraven
spreekt zijn waardering uit voor het werk dat is gedaan. Een evaluatie veronderstelt dat de doelen uit de oorspronkelijke nota naast de resultaten worden gelegd. Spreker mist die vergelijking. De vraagt is of uit de oude nota elementen moeten worden meegenomen naar het nieuwe beleid. De grote lijnen zijn duidelijk.

Over de ontwikkeling van de tieneropvang in cluster 3 en mogelijk ook elders informeert de heer Van Bodegraven hoe de vraag wordt gemeten. Wordt er nu al aanbod gestimuleerd of vraag gekweekt? Over de pilot BSO bij sport vraagt spreker waarom dit niet bij een school komt en naar de relatie met de Brede School. De heer Van Bodegraven vraagt in verband met de peuterspeelzalen naar cijfers over ouders die afhaken in verband met de verhoogde ouderbijdrage. In verband met de Jeugdmonitor vraagt spreker naar de ervaringen van het project verslavingspreventie bij scholen. De Jeugdmonitor is belangrijk. Is het mogelijk dit andersom te benaderen en uit te gaan van wat de raad en het college willen weten? Wanneer komt er een beslissing over de Jeugdmonitor? De fractie vindt het schoolmaatschappelijk werk en de jeugdzorg erg belangrijk gezien het preventief karakter. De scholen vragen om uitbreiding. Wat is daarvan de prijs? Waarom wordt dit niet gehonoreerd?

Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van de Voorpost Jeugdzorg? Voor de jongerenhuisvesting is er ook een definitie probleem; over welke jongeren gaat het en wat wordt onder starters precies verstaan? Kan de lokale overheid wat doen in de huursector? De heer Van Bodegraven verzoekt om een notitie over jongeren en starters in huurwoningen. In hoofdstuk 6 mist de heer Van Bodegraven de vrijwilligers; zij worden niet in het netwerk betrokken. Over het uitgaanscentrum wil de heer Van Bodegraven graag duidelijkheid op korte termijn. Een start notitie in het najaar (zoals is aangegeven op de actiepuntenlijst) duurt te lang. Worden nieuwe speelplekken na een jaar geëvalueerd met omwonenden?. Waarom zijn ouders tegen openstelling van schoolpleinen?

De heer Van Bodegraven maakt zich inzake de hangjongeren zorgen over het ontbreken van voldoende ambulant jongerenwerk en verzoekt om een kort overzicht van de accenten van het nieuwe beleid. Ook bij de aftrap mist de heer Van Bodegraven de inzet van vrijwilligers in de verenigingen die nu met gewone jongeren werken. Spreker pleit voor behandeling in het najaar, met name omdat het beleid zo breed is en er veel samenhang nodig is.

De heer Van Wingerden
constateert dat de gemeente veel doet voor de jeugd. Het gezin is de basis voor de jeugd. Spreker sluit aan bij de opmerkingen van de heer IJzerman over huiswerkbegeleiding. Dat moet de gemeente niet gaan doen. Inzake jeugd en veiligheid gaan meer stemmen op voor een repressief optreden. De heer Van Wingerden denkt dat "kennen en gekend worden" van groot belang is en ziet een belangrijke rol voor de toezichthouders. Inzake jeugdparticipatie sluit spreker aan bij de opmerkingen dat er niet te veel papier moet komen.

Mevrouw Feenstra
mist de oplossingen. Inzake de peuterspeelzalen vraagt zij te kijken naar de gevolgen van de verhoging van de ouderbijdrage voor mensen met een laag inkomen. Vindt bij GOA nu een betere overdracht plaats en wat is het effect op de achterstanden? Mevrouw Feenstra constateert dat bij de Brede School de beheersstructuur onvoldoende is en zou daar heel snel werk van willen maken. Als er een goede beheersstructuur is, brengt dit zijn eigen geld op. Over de Jeugdmonitor vraagt mevrouw Feenstra of het volgsysteem al is ingevoerd.

Wanneer zijn we bij met dit volgen? Is uitbreiding naar de Walburg mogelijk? Het uitgangspunten "meten is weten" is prachtig, maar als er vervolgens te weinig geld is voor maatschappelijk werk heb je er niet zo erg veel aan. Mevrouw Feenstra vindt het heel verheugend dat de cultuureducatie van de grond komt. Bij openbare scholen hoort het

schoolplein openbaar te zijn. Bij het hangjeugd overleg wordt geconstateerd dat de informatie uitwisseling een probleem is. Houdt dit verband met de privacy regels? Mevrouw Feenstra hoopt dat er iets gedaan wordt met de opmerking over de papierwinkel.

De voorzitter
verzoekt detailvragen voortaan vooraf te stellen. Het lukt elke keer weer niet om het geplande tijdpad voor de vergadering te halen.

De heer Schoehuizen
constateert dat veel opmerkingen moeilijk kort te beantwoorden zijn. Het blijkt in elk geval wel dat het onderwerp jeugd leeft. Met de presentatie van ES&E wil de wethouder laten zien hoe we verder gaan. Dat gaat ten aanzien van de hangjeugd problematiek steeds beter. Naar aanleiding van de vraag van mevrouw Ter Borg over probleemgevallen zegt de heer Schoehuizen dat dit de grootste motivatie is voor de Voorpost van Bureau Jeugdzorg. Het is voor iedereen prettig als er duidelijkheid is. De coördinatie door Bureau Jeugdzorg is van heel groot belang. De heer Schoehuizen zou graag van de raad vernemen wat de speerpunten zijn in het Jeugdbeleid. Er komt een nieuwe nota met meetbare punten. De leden van de commissie hebben een aantal vragen gesteld over jongerenhuisvesting. Die vragen zijn nog niet te beantwoorden. Er komt een aparte notitie over. Er moet inmiddels EUR 30.000 bij een sociale woning in Carnisselande. De notitie zal ingaan op de actuele stand van zaken. Voor begeleide kamerbewoning zijn er plannen om dat ook in nieuwbouwwijken te realiseren.

Over de uitgaansgelegenheid is vanmiddag is er een gesprek geweest.

Morgen zijn er gesprekken met andere tussenpersonen. Bij het Jeugddebat is ook gesproken over houseparty's in het Hooimeijer-gebouw. De heer Schoehuizen vindt dat ongewenst.

De wethouder zal proberen de commissie op zo kort mogelijke termijn op de hoogte te houden. Het Nimby-effect betekent dat dit tijd vraagt. Het heeft een hoge prioriteit.

De heer Van Bodegraven
vraagt of de notitie eerder dan het 4e kwartaal kan komen.

De heer Schoehuizen
antwoordt dat het ruimtelijke ordening probleem tijd vraagt. De raad heeft indertijd gekozen voor een skatevoorziening. Dat heeft vanwege de procedure vijf en een half jaar geduurd.

Naar aanleiding van de vraag van mevrouw Ter Borg over JOP's zegt de wethouder dat er een aantal gelegenheden wordt geboden en er wat worden uitgewerkt. Het is jammer als er spaarzaam gebruik van wordt gemaakt. De jeugdcriminaliteit is even in de ijskast gezet omdat er ambtelijk een probleem was. Ook gaf de politie helder aan dat dit op dat moment geen groot probleem was in Barendrecht. Nu wordt het wat meer naar voren gehaald.

Het Jongeren platform wordt bij het Jeugdbeleid betrokken. Er wordt gestreefd naar het actualiseren van de website en er komt een video op van het Jeugddebat. Het is lastig om ten aanzien van de Peuterspeelzalen te monitoren hoeveel ouders er afhaken vanwege de kostenverhoging. Vanuit de consultatiebureaus is bekend dat er veel kinderen worden geboren. De heer Schoehuizen geeft aan dat hij de waarde van de Jeugdmonitor heel hoog inschat. Een aantal van de leden van de commissie zegt dat er weinig mee wordt gedaan. De wethouder wijst erop dat in Barendrecht schoolmaatschappelijk werk is, ook op de basisscholen.

De heer Van Kruijsbergen
informeert naar de toekomst van de Jeugdmonitor.

De heer Schoehuizen
zal bij de volgende begroting weer voorstellen de Jeugdmonitor op te nemen.

De heer Van Bodegraven
verzoekt in te gaan op zijn vraag om wat de raad en het college willen weten, als uitgangspunt te nemen.

De heer Schoehuizen
antwoordt dat de Jeugdmonitor verloopt volgens bepaalde normen en aansluit bij de monitor van de GGD. Dat maakt een vergelijking van cijfers mogelijk.

De heer Van Bodegraven
vraagt waarom minder geld wordt besteed.

De heer Schoehuizen
zegt dat er twee scholen worden opgenomen in plaats van alle scholen. De vraag van de heer Van Kruijsbergen over de kaders van de jongerenhuisvesting is reeds beantwoord. In antwoord op de vraag van de heer Van Kruijsbergen over de evaluatie zegt de wethouder dat het college nog wat moet wennen aan het dualisme. De speelplekken staat aangeven in de plannen voor Carnisselande. De gemeente gaat altijd in gesprek met nieuwe bewoners over de inrichting van de speelplekken. Er blijven altijd mensen die het echt niet willen. Opmerkingen daarover bereiken de wethouder goed en een aparte evaluatie is niet nodig. Het Hangjeugd overleg loopt goed, de buurtagenten spelen daarin een belangrijke rol. Het bureau is inmiddels voorzien van een verbinding met de computers in het gemeentehuis, zodat men beter met elkaar kan communiceren.

Voor het ambulante jeugdwerk heeft de raad toegestemd met een uitbreiding van 18 uur. Daar is de Stichting Alle-r-hande niet toe in staat. Er zijn onvoldoende jeugdwerkers beschikbaar. De heer Schoehuizen is het eens met de opmerking van de heer IJzerman dat het geen concrete evaluatie is. In de komende Jeugdnota zal dit wat exacter worden aangegeven. Huiswerkbegeleiding is iets wat zou kunnen. De heer Schoehuizen heeft geconstateerd dat het aantal sleutelkinderen erg groot is.

Schoolpleinen zullen open zijn. Alle speelplekken zijn bekeken op grond van het nieuwe speelbesluit. Scholen zouden bijvoorbeeld de zandbak kunnen afdekken.

Naar aanleiding van de vraag van de heer Van Bodegraven over tieneropvang zegt de wethouder dat de belangstelling voor The Wave heel erg groot is, en de capaciteit ver overstijgt. Eventueel zou in de uitgaansgelegenheid een mogelijkheid voor tieneropvang kunnen komen.

De heer Zuurbier
vraagt waarom The Wave dicht is.

De heer Schoehuizen
zegt dat er bij de Stichting Alle-r-hande een probleem is. Voor de Voorpost Jeugdzorg komt er naar verwachting een gemeenschappelijke actie van de BAR gemeenten. In de Voorjaarsnota zal een voorstel worden gedaan om extra uitgaven te doen om de Voorpost Jeugdwerk te realiseren.

De sportverenigingen worden door de wethouder regelmatig bezocht. Er wordt geprobeerd contact te houden met de vrijwilligers. Er is geen gestructureerd overleg. Het zou lastig zijn dat voor elkaar te krijgen, omdat de vrijwilligers als heel veel werk hebben. Naar aanleiding van het verzoek van de heer Van Bodegraven over het verschuiven van de aftrap zegt de heer Schoehuizen dat hij zo snel mogelijk een aantal dingen in gang wil zetten, zodat ze in de begroting kunnen worden meegenomen.

De politie treedt tegen een aantal dingen effectiever op en zo mogelijk worden de kosten verhaald op de veroorzaker. De rol van de buurtagent is van belang. De vraag over GOA zal nog worden beantwoord.

De heer Schoehuizen betwijfelt of de beheerder van de Brede School geld opbrengt. Het zal zeker geld kosten, maar in het voorstel

wordt uitgegaan van vaste beheerskosten. Naar aanleiding van de vraag over privacy bij justitiële zaken zegt de wethouder dat gegevens zo nodig worden doorgegeven aan Bureau Jeugdzorg.

De heer Van Bodegraven
vraagt of de politie macrogegevens aan het jongerenwerk verstrekt.

De heer Schoehuizen
geeft aan dat tussen de ambulante Jeugdwerkers en de buurtagenten een goede samenwerking bestaat. Er zijn geen cijfers.

De heer Vanderstappen
zegt over de stimuleringsgelden kinderopvang dat de prognose in de bijlage staat. De stimuleringsgelden zijn voor iets meer dan de helft uitgegeven. Aan het eind van het tweede kwartaal komt er een nieuwe prognose en een nieuwe stand van zaken. Monitoren van de groep die afvalt in de peuterspeelzalen is moeilijk. Er zijn tot nu toe geen signalen van ouders. Spreker tekent hierbij aan dat de tarieven van de peuterspeelzalen van 1999 tot 2002 niet zijn verhoogd. Het gebruik van peuterspeelzalen neemt iets af en het gebruik van de kinderopvang neemt toe. Ouders die het niet kunnen betalen, hebben ook de mogelijkheid een beroep te doen op de bijzondere bijstand.

Tweede termijn

Mevrouw Feenstra
vraagt naar GOA.

De voorzitter
verwijst naar punt 18 van de Actiepuntenlijst.

De heer Van Bodegraven
vraagt naar de ruimte voor de raad bij de aftrap. Nu wordt de raad aan het eind van het traject formeel ingeschakeld. Spreker pleit ervoor in de tussenfase de raad informeel op de hoogte te houden. De heer Van Bodegraven houdt een pleidooi om vrijwilligers in het sociaal cultureel werk structureel te laten participeren in de ontwikkeling van het jeugdbeleid. Op basis van macrocijfers van de politie zou het beleid beter kunnen worden gestuurd.

De heer IJzerman
merkt op dat hij verschillende opmerkingen over de Stichting Alle-r-hande heeft gehoord: de financiële situatie, the Wave is dicht, er zijn twee vacatures en er staan 18 uur uitbreiding open. Er worden heel wat salarissen niet betaald en toch zijn er financiële problemen. De heer IJzerman maakt zich daar zorgen over. Wanneer komt er meer duidelijkheid?

De heer Van Kruijsbergen
vraagt wat een goede evaluatie te maken heeft met dualisme, zoals door de wethouder is aangegeven. We gaan nu van start met een nieuwe Jeugdnota zonder dat er kaders zijn. Komt er nog een evaluatie over het halen van de doelstellingen? De wethouder verwacht van de commissie kaders. Het stuk leent zich daar niet voor. De gevraagde beslissing is: instemmen. Hoe gaat het verder met dit stuk?

De heer Schoehuizen
maakt zich met de heer IJzerman grote zorgen over de Stichting Alle-r-hande en geeft aan niet exact te weten hoe het zit. De Stichting Alle-r-hande is een onafhankelijke stichting. De wethouder heeft een aantal signalen gekregen, waaruit blijkt dat er onvoldoende ambulant jongerenwerk is en dat is onvoldoende uitwerking gegeven wordt aan de extra uitbreiding. Het college wil eerst nadere informatie. De wethouder constateert dat er problemen zijn.

Naar aanleiding van de opmerking van de heer Van Kruijsbergen over dualisme zegt de wethouder dat de raad het college kan afrekenen op doelstellingen. De opmerkingen van deze vergadering worden meegenomen in de nieuwe Jeugdnota. De heer Schoehuizen zal nadenken over het pleidooi van de heer Van Bodegraven over vrijwilligers. Inzake de verslavingspreventie is recent begonnen met een project voor trainers van een voetbalclub. Voor de aftrap is er zeker ruimte voor de raad.

De voorzitter
constateert dat de commissie kennisneemt van de evaluatie 2000-2002 en instemt met het interactieve beleidsproces en de planning voor de nieuwe Jeugdnota.

De heer Van Kruijsbergen
tekent daarbij aan dat hij er moeite mee heeft dat de commissie een proces gaat starten, waarbij er achteraf geen enkele mogelijkheid is om te kijken wat ervan terecht is gekomen.

Nu zijn er feitelijk geen kaders. Dat is juist het dualisme wat we nu laten liggen. Worden de kaders voor de Jeugdnota alsnog aan de commissie gepresenteerd?

De heer Van Bodegraven
vindt dat ergens in het proces een kaderstellend verhaal moet komen en de raad halverwege daarvoor plek moet inruimen.

De heer Van Kruijsbergen
wil eerst inzicht in wat er terecht is gekomen van de oorspronkelijke kaders.

De heer Zuurbier
vindt in de aftrap dat de punten 3, 4 en 5 voldoende concrete zaken opleveren om het college te beoordelen en af te rekenen.

De voorzitter
constateert dat de heer Van Kruijsbergen het inzicht mist in de kaders en de evaluatie onvoldoende vindt om kaders op te baseren. De voorzitter sluit het agendapunt af.

9. 4e Kwartaalrapportage

De voorzitter
verzoekt vragen morgen naar de commissiegriffier te sturen.


3. Mededelingen vanuit het college

De heer Van Vugt
heeft de commissie op 3 februari kort geïnformeerd over de stand van zaken over de fusie van de vier Rio's tot een Rio ZHE. Op de conferentie van 19 gemeenten is een aantal knelpunten aan de orde geweest. Een van de knelpunten was de relatie tussen de nieuwe Rio en de GGD ZHE. Uiteindelijk heeft het Riobar bestuur besloten nog niet in te stemmen met de opheffing van de eigen Rio en vanuit die positie de discussie aan te gaan met Rio ZEH (dat dan niet uit vier maar uit drie Rio's bestaat). Aan deze beslissing lag een aantal redenen ten grondslag, onder andere de stand van de organisatie van de nieuwe Rio, transparantie van beleid en van de financiën en de waarborg voor goede prijs-kwaliteitverhoudingen.

Inmiddels hebben de voorzitter van Riobar en de directeur ad interim van Rio ZHE de knelpunten besproken. Het belangrijkste knelpunt is inzicht te krijgen in de bestuurlijke chaos. De directeur ad interim zal bekijken wat de begroting 2003 betekent voor BAR. Daarnaast komt de stand van zaken bij de integratie van de WVG indicatiestelling (die voor 1 juli zou moeten plaatsvinden) aan de orde.

De bedoeling is nog steeds aan te haken bij de gefuseerde Rio. Er moet een aantal zaken duidelijk zijn worden. De wethouder verwacht na de zomer meer informatie te kunnen geven.

Het contract van Humana loopt op 1 juli 2004 af. De heer Van Vugt wil het onderzoek van het CBF (Centraal Bureau Fondsenwerving) afwachten.

De heer Schoehuizen
zegt over het huisartsen probleem dat er eind deze maand een bijeenkomst is met directies van zorgverzekeraars en lokale huisartsen. De bijeenkomst wordt begeleid door deskundigen op het gebied van gezondheidszorg. Er wordt geprobeerd het Enschedese model toe te passen en hopelijk wordt daarmee hopelijk een stap in de goede richting gezet.

Bij De Bongerd is een actie voor de aanpak van zwerfvuil gehouden. Hierbij werd door het onderwijs, sportverenigingen en de gemeente samengewerkt.

8. Opheffen Emancipatieraad

De voorzitter
constateert dat de commissie unaniem akkoord gaat.

10. Rondvraag

De heer Van Wingerden
heeft geconstateerd dat de kermis voor en tijdens de Paasdagen wordt gehouden en verzoekt de openingstijden aan te passen, en in elk geval de kermis niet open te stellen gedurende kerkdiensten. Dit is een verzoek alle kerkelijke verbanden in Barendrecht. Enkele jaren geleden heeft dit probleem ook gespeeld en is toegezegd dat in de toekomst rekening zou worden gehouden met de kerkelijke kalender.

De heer Schoehuizen
zal dit morgen in het college aan de orde stellen.

De heer Zuurbier
informeert waarom de kermis niet op de gebruikelijke dagen rond Koninginnedag wordt gehouden. De heer Zuurbier vindt het niet correct om op het laatste moment nadere voorwaarden te stellen aan de vergunning. Het is ongelukkig dat er rond die tijd kermis is. Nu een ad hoc oplossing bedenken is niet juist.

De heer Schoehuizen
zal voor de toekomst kijken of het anders kan.

De heer Van Wingerden
vindt dit dermate belangrijk, dat het geld mag kosten.

De heer Van Bodegraven
ondersteunt het verzoek van de heer Van Wingerden, inclusief de eventuele financiële consequenties.

Mevrouw Feenstra
constateert dat de hal van het gemeentehuis gevaarlijk is voor kinderen. Op de brief van 20 maart van het CDA is nog geen antwoord gekomen. Spreker doet de suggestie kunst aan een doorzichtige afscheiding te hangen.

De heer Schoehuizen
zegt dat de leuning voldoet aan de nieuwe eisen van het verbeterd bouwbesluit. Er wordt hard gewerkt aan een oplossing. Aan de veiligheidsvoorschriften wordt voldaan.

De heer Van Bodegraven
vraagt aan de heer Van Vugt wanneer de bewaakte fietsenstalling bij het station wordt geopend.

De voorzitter
verwijst de vraag naar de Commissie Grondgebied.

11. Sluiting

De voorzitter
sluit de openbare vergadering.