Verslag van de openbare vergadering van de commissie
Samenlevingszaken, gehouden op maandag 14 april 2003 in de raadzaal
van het gemeentehuis te Barendrecht
Aanwezig
: mevrouw C.W. Righolt-Dam (voorzitter), de heer F. van Bodegraven, de
heer A. Luijendijk, mevrouw M.Th. van Wilgenburg-Beernink (CDA), de
heer A. van Wingerden (SGP/ChristenUnie), de heer M.H.J. van
Kruijsbergen (Groen Links), de heer J.T. IJzerman (D66), mevrouw
S.J.A. ter Borg, de heer S.N. Zuurbier (VVD), mevrouw A.
Feenstra-Keijzer, de heer D. Vermaat (PvdA), (leden)
Voorts aanwezig: wethouder G.A.C. Schoehuizen, wethouder P. van Vugt,
mevrouw C.G.I. Orsel (commissiegriffier) en mevrouw H.E.G. de Beij
(notulist).
1. Opening
De voorzitter
opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.
2. Mededelingen
a. Inventarisatie insprekers
Als insprekers hebben zich gemeld voor het agendapunt TeleMobiel
mevrouw Elzeman, mevrouw Van der Ven, de heer Overdijk en de heer
Westerhout. De heer Springer van Bobo heeft zich niet op tijd
aangemeld en overhandigt een brief, die nog vanavond wordt uitgedeeld
in de commissie (bijlage 1).
b. Inventarisatie rondvraag
Mevrouw Van Wilgenburg, mevrouw Feenstra en de heer Van Bodegraven
willen gebruik maken van de rondvraag.
c. Vaststellen agenda
De voorzitter
stelt voor de mededelingen van het college na agendapunt 7 aan de orde
te stellen. Voor het onderwerp Brede School heeft de wethouder twee
mensen uitgenodigd. De voorzitter stelt voor met de behandeling van
het Jongerenbeleid te stoppen om tien uur en dan de Brede School aan
de orde te stellen. Ook kan nu worden besloten de Brede School in de
mei vergadering te behandelen ofwel schriftelijk af te doen.
De heer Zuurbier,
de heer Vermaat en de heer Van Kruijsbergen willen graag de agenda
geheel afwerken.
De heer IJzerman
mist bij de evaluatie Brede School het standpunt van het college.
De heer Versendaal
wil de evaluatie Brede School naar mei verplaatsen en vragen van te
voren schriftelijk indienen.
Mevrouw Van Wilgenburg
merkt op dat behandeling van het Jeugdbeleid al eerder is opgeschoven
en is voorstander van behandeling van het agendapunt Brede School in
mei.
De voorzitter
constateert dat de Brede School van de agenda wordt afgevoerd.
De heer Van Kruijsbergen
informeert of er dan voor de mei vergadering een reactie is van het
college op dit stuk.
De voorzitter
zegt dat het dan juni wordt.
De heer Zuurbier
weet niet waarom de Brede School op de agenda staat. spreker vindt het
niet goed aan het begin van de vergadering vast te stellen welke
punten worden uitgesteld.
De voorzitter
verwijst voor de evaluatie Brede School naar het verslag van 10 maart.
Mevrouw Van Wilgenburg
verzoekt de vragen te beantwoorden en de Brede School in de juni
vergadering te behandelen met een advies van het college.
De voorzitter
vaagt naar opvatting de heer Van Vugt.
De heer Van Vugt
merkt op dat het een wens van de commissie was om de Brede School te
behandelen. Wat wil de commissie?
De voorzitter
verwijst naar pagina 15 van genoemde notulen. Op het moment dat de
agenda werd samengesteld was er nog geen sprake van TeleMobiel. De
commissie wordt verzocht van te voren vragen in te leveren.
De heer Zuurbier
verwijst naar het rapport van JP Partners. Het blijkt dat we een
regiefunctie van de raad willen. De raad moet zelf de
verantwoordelijkheid nemen en wel haar huiswerk goed doen.
De heer Versendaal
vindt dat het stuk in de mei vergadering kan worden behandeld.
De voorzitter
sluit af met de constatering dat de Brede School in de mei vergadering
wordt behandeld.
d. Actualiteiten
De voorzitter
deelt mee dat de Cornelisland in de commissie Samenlevingszaken van 12
mei aan de orde komt.
4. Vaststelling van het verslag van de commissie Samenlevingszaken van
10 maart 2003 en actielijst april 2003
De heer Van Bodegraven
zegt dat op pagina 2 (derde alinea) moet staan: Raad van Toezicht
multifunctioneel centrum (in plaats van eerste lijn)
Op pagina 13 moest staan: "geen onevenredige werkdruk in relatie tot
de formatie".
Na opname van deze wijzigingen wordt het verslag vastgesteld
Er zijn geen opmerkingen naar aanleiding van het verslag.
Actiepuntenlijst
De voorzitter
geeft aan dat punt 5 naar september wordt verschoven. Punt 6 komt aan
de orde als de raad in breder verband de dualisering de revue laat
passeren. Punt 7 kan eraf als dinsdag in de raad het algeheel
alcoholverbod aan de orde is geweest.
De heer Van Bodegraven
vraagt of punt 8 (notitie inzake jeugdvoorziening) van het 4e kwartaal
20003 naar het 2e kwartaal kan.
De heer Schoehuizen
houdt de raad op de hoogte. Het is afhankelijk van overleg met derden.
De oorspronkelijke plek is niet in orde bevonden. Het onderwerp heeft
hoge prioriteit.
De voorzitter
concludeert dat het onderwerp zoveel eerder als mogelijk is aan de
orde zal komen.
De heer Luijendijk
vraagt (punt19) naar de stand van zaken bij de huisartsen. Er zou op
korte termijn een gesprek plaatsvinden. Is er nieuws?
De voorzitter
vraagt de heer Schoehuizen deze vraag te beantwoorden bij de
mededelingen van het college.
5. Verkleining doel- en gebruikersgroep collectief vervoerssysteem
TeleMobiel
Voor het betoog van mevrouw Elzeman wordt verwezen naar bijlage 2.
De voorzitter
geeft de commissie de gelegenheid vragen te stellen aan mevrouw
Elzeman.
Mevrouw Feenstra
vraagt naar het bedrag van EUR 70,10. Krijgen ouderen dat bedrag van
de gemeente?
Mevrouw Elzeman
zegt dat haar ter ore is gekomen dat mensen in Borgstede dit bedrag
aan de kinderen geven.
De heer Van Wingerden
merkt op dat de commissie hier zit voor alle ouderen. Mensen die niet
in Borgstede wonen kunnen toch ook door hun kinderen gehaald worden?
Mevrouw Elzeman
antwoordt dat voor activiteiten overdag de kinderen dat meestal niet
kunnen; zij werken. De mensen willen graag aan activiteiten deelnemen.
Als ze niet meer van TeleMobiel gebruik kunnen maken, moeten ze thuis
blijven.
Voor het betoog van mevrouw Van de Ven wordt verwezen naar bijlage 3.
Voor het betoog van de heer Westerhout (ANBO) wordt verwezen naar
bijlage 4.
Voor het betoog van de heer Overdijk (SWOB) wordt verwezen naar
bijlage 5.
De leden van de commissie hebben geen vragen aan de insprekers en de
voorzitter heeft het stuk in behandeling. De voorzitter laat weten dat
het verkeerde voorstel bij de stukken voor de raadsvergadering zit en
verzoekt de leden van de commissie te reageren op de aangegeven
beslispunten.
De heer IJzerman
vindt het een moeilijke beslissing. Dit is een uitwerking van de
begroting, die een half jaar geleden aan de orde is geweest. Spreker
betreurt dat dit zo lang op zich heeft laten wachten. Er was anders
meer tijd geweest. De fractie van D66 kan zich in hoofdlijnen vinden
kan in de gevraagde beslissing. De heer IJzerman vraagt aandacht voor
de gevolgen in de uitvoering. Welk deel van betrokkenen komt straks in
aanmerking voor WVG? Wat zijn de bijkomende kosten voor de gemeente in
verband met de indicatiestelling? Is er ruimte voor aanpassing van het
vervoerscontract? De heer IJzerman vraagt het college oog te hebben
voor de minima. Welke voorzieningen zijn straks nog voor een 65 jarige
die redelijk ter been is en alleen AOW heeft?
De heer Van Kruijsbergen
merkt op dat het voorstel is verbeterd ten opzichte van het eerste
voorstel. Het zijn zure maatregelen. De insprekers hebben een aantal
waardevolle suggesties gedaan. In hoeverre kan sociaal isolement
worden voorkómen? Het zou nodig zijn dit te monitoren. De
Ouderenbonden zullen een rol moeten vervullen bij de evaluatie. Voor
het overige sluit spreker zich aan bij de vragen van de heer IJzerman.
Mevrouw Feenstra
constateert dat instemmen met de gevraagde beslissing het uitsluiten
van mensen van 65 jaar en ouder betekent. Zojuist hebben de insprekers
aangegeven dat er dan problemen kunnen ontstaan voor mensen die in een
sociaal isolement kunnen raken. Eerst moet gesproken worden met de
bonden.
Er zullen criteria moeten worden opgesteld. Misschien kan het uit een
andere pot komen dan de WVG. Voor de invoering zou eerst overleg
moeten worden gevoerd met de ouderenbonden
Mevrouw Ter Borg
zegt in verband met het onderzoek dat er al alternatieven zijn
aangedragen door de insprekers. Waarop is het bedrag van EUR 90.000,00
gebaseerd?
De heer Luijendijk
merkt op dat het onderwerp de nodige emoties te weeg heeft gebracht.
Er is een delegatie van 150 personen naar het gemeentehuis gekomen en
er zijn handtekeningen aangeboden. Er is een gesprek geweest met het
SWOB. Spreker constateert dat het plan dat in de vorige vergadering is
behandeld nog onvoldoende was gecommuniceerd met de doelgroep en vindt
dat jammer. De heer Luijendijk is terughoudend om nu al in te stemmen
en wil eerst het onderzoek naar alternatieven afwachten. Er moeten
criteria worden vastgesteld. Over de sociale en medische indicatie zou
eerst duidelijkheid moeten komen. Het tweede punt wekt verwachtingen
bij de doelgroep. Daar zou ook eerst duidelijkheid over moeten komen.
De heer Van Wingerden
geeft een compliment aan de insprekers, die proberen mee te denkeen.
Tevens geeft spreker een compliment aan de wethouder. De heer Van
Wingerden stemt in met het voorstel. Een onderzoek naar alternatieven
is prima. Er is een overbruggingstermijn tot augustus en de wethouder
heeft toegezegd voor augustus duidelijkheid te zullen verschaffen.
De heer Van Vugt
merkt op dat het voorstel dat in de vorige commissie vergadering aan
de orde was, niet is besproken met het veld. In de hectiek van de
bezuinigingen vorig jaar is dit vanuit de verkeerde invalshoek
bekeken. De fout is erkend. De overbruggingstermijn is aangepast. Die
periode kan worden gebruikt om te zoeken naar alternatieven. Als de
raad instemt met het voorstel komt er op 16 juni in de commissie een
overzicht van de uitkomst van het onderzoek naar alternatieven. In het
overleg zijn al diverse alternatieven besproken. De tussenliggende
periode wordt benut om de alternatieven te beoordelen. De heer Van
Vugt neemt de signalen heel serieus, dat ouderen die geen gebruik
kunnen maken van TeleMobiel in een isolement zouden kunnen geraken. 16
juni is als harde datum gesteld om het bestuurlijk ook af te handelen
voor de zomervakantie, dus voor 1 augustus. Alle alternatieven, ook
als het gaat over sociale indicatie, zullen worden nagegaan. De WVG
kan worden toegepast op grond van medische indicatie. Voor sociaal
isolement zou een andere oplossing moeten worden gevonden. Oneigenlijk
gebruik van de WVG moet hiermee worden veranderd. Als oneigenlijk
gebruik beperkt moet worden, moet er worden gekeken naar andere
regelingen. Het is een moeilijke beslissing.
De heer Van Vugt wil nu de tijd nemen en op 16 juni goed overleg
voeren. De uitwerking zal gevolgen hebben. De extra kosten worden voor
16 juni in kaart gebracht. Ook zal dan duidelijk zijn welk deel van de
mensen voor vergoeding via de WVG in aanmerking komt.
De procedure voor de aanbesteding van het contract loopt nog; de
gevolgen zullen worden meegenomen. De gevolgen voor de minima zullen
opgenomen worden in het onderzoek naar alternatieven. Naar aanleiding
van de opmerking van mevrouw Feenstra geeft de wethouder aan dat hij
in overleg is gegaan met de bonden. Het voorstel is in overleg tot
stand gekomen. Het bedrag van EUR 90.000 heeft te maken met de
aanbesteding. Naar aanleiding van de vraag van de CDA fractie om eerst
de alternatieven te onderzoeken, stelt de wethouder voor ook met het
eerste punt in te stemmen. Voor 1 augustus komt er uitsluitsel.
De voorzitter
geeft het woord aan de insprekers in tweede termijn
De heer Overdijk zegt dat nu wordt geconstateerd dat de WVG gelden te
ruimhartig gebruikt zijn. Spreker herhaalt zijn verzoek om creatief te
zijn in het zoeken naar oplossingen.
De heer Luijendijk
vraagt over punt 4 of, wanneer het onderzoek is afgesloten en nieuwe
criteria worden opgesteld, de mensen opnieuw bericht krijgen dat zij
een nieuw verzoek kunnen indienen.
Mevrouw Feenstra
vraagt naar het bedrag van EUR 70,10 en verzoekt om een toelichting.
Wordt de indicatiestelling nog voor 1 augustus gedaan en komt er een
indicatiestelling voor iedereen die nu een pasje heeft?
De heer Van Kruijsbergen
wil liever in één keer een weloverwogen besluit nemen en stelt voor
het stuk terug te nemen en op 16 juni te behandelen.
De heer IJzerman
constateert dat het college niet weet welk deel van de 65 plussers in
aanmerking komt voor een WVG indicatie. Spreker vraagt zich af hoe
hard de bezuiniging is geweest. Als op 16 juni blijkt dat een deel WVG
geïndiceerd wordt, een deel op grond van verwacht sociaal isolement en
mensen met een minimum inkomen worden ontzien, wat resteert er dan van
de bezuiniging? In hoeverre zal er sprake zijn van extra
uitvoeringskosten? Zou het niet beter zijn de bezuiniging van EUR
90.000 op een andere manier te bereiken?
De heer IJzerman gaat niet akkoord met punt 1; er zijn te veel
onzekerheden om nu al in te stemmen met het uitsluiten van iedereen
boven de 65 jaar. Ook met punt 4 gaat de heer IJzerman niet akkoord.
Krijgen de mensen nu een brief en na 16 juni nog een keer? Spreker
sluit aan bij de opmerkingen hierover van de heer Luijendijk. De heer
IJzerman gaat wel akkoord met de punten 2 en 3.
De heer Van Wingerden
vraagt de heer IJzerman waar de overbruggingstermijn voor dient als er
nu niet besloten wordt.
De heer IJzerman
antwoordt dat de overbruggingsperiode dient om het raadsbesluit dat
eerder is genomen over de bezuinigingen, uit te stellen. Er zal het
besluit genomen moeten worden om een lager bedrag aan bezuinigingen te
realiseren.
De heer Van Wingerden
vraagt of een nieuwe voorstel direct in werking kan treden of dat er
dan opnieuw een overbruggingsperiode nodig is.
De heer IJzerman
merkt op dat het niet zijn bedoeling is om een nieuwe
overbruggingsperiode in te stellen. De wethouder heeft aangegeven dat
er op 16 juni meer duidelijkheid zal zijn.
De heer Van Vugt
merkt op dat we voor deze bezuinigingen stonden bij de begroting. Om
de bezuinigingen te realiseren en om de uitvoering ter hand te kunnen
nemen, is beslispunt 1 nodig. In de overbruggingstermijn worden de
alternatieven onderzocht. De alternatieven zijn nog niet duidelijk. In
de tussentijd krijgen de mensen die op basis van de WVG zijn
geïndiceerd een TeleMobiel pas. In juni wordt bekeken of er
alternatieven zijn en worden de mensen op de hoogte gesteld. Naar
aanleiding van de vraag van mevrouw Feenstra zegt de heer Van Vugt dat
de indicatiestelling lukt voor 1 augustus. Het bedrag van EUR 70,10
zal bij de alternatieven worden meegenomen. Spreker kan het voorstel
van de heer Van Kruijsbergen niet volgen. Je moet ook zicht hebben op
de indicaties. Nu is nog niet bekend hoe groot de doelgroep is.
De heer IJzerman
vraagt in hoeverre bij de bezuinigingen rekening is gehouden met deze
factoren.
De heer Van Vugt
zegt dat naar schatting een vierde of een derde van de groep onder de
WVG valt.
De voorzitter
verzoekt de commissie aan te geven hoe zij staat tegenover dit
voorstel.
Mevrouw Ter Borg
meldt dat de VVD fractie akkoord gaat. Toen dit de eerste keer in de
commissie aan de orde was, zijn alle partijen akkoord gegaan. Spreker
vraagt zich af waarom er nu partijen zijn die niet akkoord willen
gaan.
Mevrouw Feenstra
zegt dat zij vorige keer akkoord is gegaan omdat de WVG geld bestemd
moet worden voor de doelgroep waar het voor bestemd is. Mensen die
TeleMobiel toch nodig hebben, hoeven niet van de WVG gebruik te maken,
maar wel moet er gezorgd worden voor een ander potje.
Spreker sluit aan bij de opmerkingen van de heer Van Kruijsbergen.
De heer Van Kruijsbergen
zegt dat toen dit eerder in de commissie is behandeld, hij had
aangenomen dat erover was gecommuniceerd. Er is inmiddels
maatschappelijke onrust ontstaan. Er zijn nog veel vragen open. De
heer Van Kruijsbergen verzoekt om uitstel van twee maanden.
De heer IJzerman
gaat akkoord met 2 en 3. Spreker onderschrijft de
bezuinigingsgedachte, maar heeft grote vraagtekens bij de haalbaarheid
van het voorstel. Je ziet nu het bedrag van EUR 90.000 afbrokkelen.
Aan de indicatiestelling van sociaal isolement en minima zijn
uitvoeringskosten verbonden. De heer IJzerman gaat niet akkoord met de
punten 1 en 4.
De heer Van Wingerden
gaat akkoord en sluit aan bij de opmerkingen van mevrouw Ter Borg.
De heer Luijendijk
wil het totale voorstel doorschuiven naar 16 juni.
De voorzitter
constateert dat alleen de VVD en SGP/ChristenUnie fracties voor zijn;
de rest pleit voor uitstel. De voorzitter merkt op dat dit advies wel
in de raad van 22 april behandeld kan worden en sluit het agendapunt
af.
6. Terugblik op Jeugdbeleid 2000-2002 en aftrap 2003-2006
HANGJEUGD
De voorzitter
kondigt een inleiding aan over hangjeugd en heet mevrouw Naber en de
heer Van Lier welkom.
De heer Van Kruijsbergen
vraagt naar de samenhang met dit agendapunt.
De voorzitter
verwijst naar de commissievergadering van 10 maart. De commissie heeft
gevraagd om een evaluatie en aftrap, en daarna pas de definitieve
Jeugdnota te behandelen.
Mevrouw Naber
geeft een toelichting aan de hand van sheets (bijlage 6).
De voorzitter
geeft de commissie de gelegenheid vragen te stelen.
Mevrouw Ter Borg
vraagt hoe de kleine groep die niet mee wil doen aan activiteiten en
waar het jongerenwerk geen invloed op heeft, kan worden aangepakt.
Mevrouw Naber
antwoordt dat dit via een lik op stuk beleid zal moeten gebeuren; er
moet duidelijk worden gemaakt wat wel en niet kan. Bij sterk
grensoverschrijdend gedrag moet de politie optreden.
De heer Van Wingerden
vraagt of er van de groep die nu overlast geeft, nog mensen zijn die
met sport weg te lokken zijn.
Mevrouw Naber
antwoordt dat de meeste jongeren door sport en spel en ambulant
jongerenwerk wel te bereiken zijn. Tegelijk geeft de politie aan dat
er jongeren zijn die in de peiling moeten worden gehouden. Er zijn
jongeren die het risico lopen om af te glijden. De belangrijkste
voorwaarde voor de aanpak is om de jongeren met naam en toenaam te
kennen en goed in de peiling te houden. Signalen van politie
Rotterdam, Jeugdzorg en Halt moeten een belangrijke rol spelen bij
evaluatie en monitoring. De meeste actie komt van het Hangjeugd
Overleg. Daarnaast wordt ingezoomd op jongeren die voor overlast
zorgen.
De heer Vermaat
vraagt sinds wanneer het probleem van de hangjongeren als
maatschappelijk probleem is gedefinieerd. Als je het zo wilt aanpakken
als mevrouw Naber aangeeft, zijn er dan voldoende jongerenwerkers?
Hoeveel fte is nodig? Er is nu een inventarisatie van de problemen,
kwalitatief en kwantitatief, maar de heer Vermaat mist een
kwantificering van de inzet die nodig is.
Mevrouw Naber
zegt dit wordt neergezet als een maatschappelijk probleem, terwijl
rondhangen van alle tijden is. Mensen zijn ook intoleranter geworden.
Het is een dunne lijn tussen geoorloofd rondhangen en een storende
vorm van overlast. Er zitten in het hangjeugd overleg professionals
aan tafel die een aantal punten hebben aangegeven, waar we ons zorgen
over moeten maken. Misschien mogen we ook wel blij zijn dat het in de
openbaarheid zichtbaar wordt, omdat je dan in elk geval weet welke
jongeren risico lopen. Voor het ambulante jongerenwerk zijn er te
weinig in fte's. In ieder geval wordt een uitbreiding van het
jongerenwerk met 18 uur voorgesteld. De twee vacatures moeten zo gauw
mogelijk worden ingevuld; continuïteit is van groot belang.
De heer Zuurbier
vraagt of mevrouw Naber in staat is een oordeel te geven over de vraag
of er een voldoende gecoördineerde aanpak is.
Spreker vraagt tevens hoe de tolerantie bij ouderen kan worden
ontwikkeld.
Mevrouw Naber
zegt over gecoördineerde actie dat er in elk geval een Hangjeugd
overleg is van professionals. Dat is het belangrijkste startpunt van
actie. Iedereen onderkent dat meer afstemming nodig is; door het
uitwisselen van concrete informatie. Volwassenen vragen veel aandacht
in het afgeven van meldingen van overlast en het gevaar bestaat dat
men niet verder komt dan daarop te reageren. Belangrijk is dat de
acties die afgesproken zijn, ook uitgevoerd worden. Er kan meer
coördinatie plaatsvinden. In verband met tolerantie bij volwassenen is
het belangrijk aan te geven wat de grenzen zijn van wat je
ordeverstorend gedrag vindt. Mensen kunnen ook zelf naar de jongeren
toe stappen en zich verantwoordelijk voelen voor kinderend die op
straat hangen; het zijn de kinderen van buurtbewoners.
De voorzitter
bedankt mevrouw Naber en de heer Van Lier, sluit het onderwerp af en
stelt de het Jeugdbeleid aan de orde.
TERUGBLIK EN AFTRAP
De voorzitter
geeft aan dat het met betrekking tot de aftrap nog geen definitieve
nota is.
Mevrouw Ter Borg
zegt dat Jeugdbeleid de laatste jaren een speerpunt van beleid is
geweest en dat ook de komende jaren zal zijn. In de nota Jeugdbeleid
2000-2002 staat een aantal doelstellingen. Kijkend naar de evaluatie
zijn we goed op weg om de doelstellingen te realiseren. Pluspunten
zijn de opening van de drie accommodaties, De Beuk, The Wave en de
scouting. Er zijn ook zeker punten die de komende tijd de aandacht
nodig hebben. Over jongeren huisvesting staat in de evaluatie dat er
op de planning staat, maar worden dat woningen voor jongeren met een
minimumloon of studiebeurs of richt men zich op de doelgroep starters?
In de nota Jeugdbeleid 2000-2002 stond dat het wenselijk zou zijn om
begeleide kamerprojecten te hebben. Hoe zit het daarmee? Over het
uitgaanscentrum is lange tijd gezegd dat er zich geen exploitant had
gemeld. Hier staat duidelijk dat iemand zich heeft gemeld. Wat is hier
daadwerkelijk mee gedaan? Een belangrijke vraag is of wij JOP's
creëren of wachten we op initiatief van de jongeren. Voor een
doelgerichte aanpak van de jeugdcriminaliteit is het van belang over
de uitvoering van zo'n onderzoek na te denken, omdat de overlast /
criminaliteit belangrijke punten zijn. Tenslotte zegt mevrouw Ter Borg
dat de rol van het Jongerenplatform van groot belang is. De vraag is
hoe je de website bekend en populair maak onder jongeren. De website
is niet geactualiseerd. Het is van belang om jongeren op een
makkelijke manier kennis te laten nemen van het Jeugdbeleid en de
mogelijkheid te bieden mee te praten. Daarvoor is actualisering van de
website wel nodig.
De heer Van Kruijsbergen
vraagt in verband met de verhoging van de ouderbijdrage voor de
peuterspeelzalen of er inzicht is in het aantal ouders dat afhaakt
tengevolge van de kostenverhoging. Hoe wordt dit gemonitord? Wat is de
planning voor de Jeugdmonitor de komende jaren?
Onder 4.2. (bij koppeling met Bureau Jeugdzorg) wordt vermeld dat
Barendrecht niet de agenda bepaalt. Hoe is de stand van zaken?
Hoe staat het met de jongerenhuisvesting? Is de CO2 problematiek van
invloed? In de Commissie Grondgebied is een discussie geweest over
huurwoningen voor jongeren. Dit zou in een vroeg stadium aan de orde
moeten komen. Over het uitgaanscentrum (6.2.) staat een vervelende
tekst over de keuzes van de raad en wachten "misschien op niets".
Dat Hevo niet doorgaat moet niet als excuus worden aangegrepen. De
wethouder heeft bij het Jeugddebat beloftes gedaan. Er is een
ondernemer die een uitgebreid plan heeft ingediend Hoe is de stand van
zaken? Bij speelplekken wordt gesproken over het "nimby" (not in my
backyard) gevoel. Ze kunnen in het bestemmingsplan worden opgenomen.
De heer Van Kruijsbergen informeert naar de ervaringen van de
Stichting Alle-r-hande met de aanpak van zich mengen met de
hanggroepen.
De heer Van Kruijsbergen constateert dat het meer een terugblik is dan
een evaluatie. Het is niet duidelijk of de doelstellingen worden
gehaald. Er moet worden bekeken wat we willen met het interactief
proces. Tenslotte vraagt de heer Van Kruijsbergen hoe de wethouder
denkt richting te geven aan het interactief proces.
De heer IJzerman
vindt het meer een terugblik dat een evaluatie. In hoeverre hebben we
gerealiseerd wat we beoogden? Positief is wat er bereikt is met de
scouting en het instellen van het Jeugddebat.
Voor een evaluatie is de tekst nogal losjes geschreven. Dat is jammer.
Juist bij een evaluatie is er behoefte aan een eenduidige conclusie en
dan is het van belang dat er iets staat over het vervolgtraject en
over de inspanningen die het college zich gaat getroosten om zaken die
opgemerkt worden, op te lossen of te verbeteren.
De heer IJzerman constateert over kinderopvang dat er van de bestaande
stimuleringgeleden nog een aanzienlijk bedrag beschikbaar is en
informeert naar de planning. Inzake tieneropvang vraagt spreker zich
af of huiswerkbegeleiding wenselijk is. In andere steden is dat een
commercieel product. Wanneer komt over de Brede School een concreet
voorstel van het college? Op welk moment zijn welke plannen voor het
uitgaanscentrum ingediend? Klopt het dat een plan al meer dan een half
jaar bij de gemeente ligt? Welke plaatsen zijn in bestemmingsplannen
beschikbaar voor vestiging van een disco en welke plekken worden
overwogen? De heer IJzerman kan zich voorstellen dat de raad daarbij
betrokken wordt om kaders te stellen.
D66 blij met de aandacht voor een mogelijke skatevoorziening in
Nieuweland en Bijdorp. Inzake schoolpleinen wordt opgemerkt dat er
sprake is van een patstelling over de vraag of er hekken moeten komen
rond schoolpleinen. Wat is het voorstel?
Bij de aftrap wordt de raad opgeroepen dit aan te aanvullen. De raad
heeft de kaders al gesteld in het beleidsprogramma.
De heer Van Bodegraven
spreekt zijn waardering uit voor het werk dat is gedaan. Een evaluatie
veronderstelt dat de doelen uit de oorspronkelijke nota naast de
resultaten worden gelegd. Spreker mist die vergelijking. De vraagt is
of uit de oude nota elementen moeten worden meegenomen naar het nieuwe
beleid. De grote lijnen zijn duidelijk.
Over de ontwikkeling van de tieneropvang in cluster 3 en mogelijk ook
elders informeert de heer Van Bodegraven hoe de vraag wordt gemeten.
Wordt er nu al aanbod gestimuleerd of vraag gekweekt? Over de pilot
BSO bij sport vraagt spreker waarom dit niet bij een school komt en
naar de relatie met de Brede School. De heer Van Bodegraven vraagt in
verband met de peuterspeelzalen naar cijfers over ouders die afhaken
in verband met de verhoogde ouderbijdrage. In verband met de
Jeugdmonitor vraagt spreker naar de ervaringen van het project
verslavingspreventie bij scholen. De Jeugdmonitor is belangrijk. Is
het mogelijk dit andersom te benaderen en uit te gaan van wat de raad
en het college willen weten? Wanneer komt er een beslissing over de
Jeugdmonitor? De fractie vindt het schoolmaatschappelijk werk en de
jeugdzorg erg belangrijk gezien het preventief karakter. De scholen
vragen om uitbreiding. Wat is daarvan de prijs? Waarom wordt dit niet
gehonoreerd?
Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van de Voorpost Jeugdzorg? Voor
de jongerenhuisvesting is er ook een definitie probleem; over welke
jongeren gaat het en wat wordt onder starters precies verstaan? Kan de
lokale overheid wat doen in de huursector? De heer Van Bodegraven
verzoekt om een notitie over jongeren en starters in huurwoningen. In
hoofdstuk 6 mist de heer Van Bodegraven de vrijwilligers; zij worden
niet in het netwerk betrokken. Over het uitgaanscentrum wil de heer
Van Bodegraven graag duidelijkheid op korte termijn. Een start notitie
in het najaar (zoals is aangegeven op de actiepuntenlijst) duurt te
lang. Worden nieuwe speelplekken na een jaar geëvalueerd met
omwonenden?. Waarom zijn ouders tegen openstelling van schoolpleinen?
De heer Van Bodegraven maakt zich inzake de hangjongeren zorgen over
het ontbreken van voldoende ambulant jongerenwerk en verzoekt om een
kort overzicht van de accenten van het nieuwe beleid. Ook bij de
aftrap mist de heer Van Bodegraven de inzet van vrijwilligers in de
verenigingen die nu met gewone jongeren werken. Spreker pleit voor
behandeling in het najaar, met name omdat het beleid zo breed is en er
veel samenhang nodig is.
De heer Van Wingerden
constateert dat de gemeente veel doet voor de jeugd. Het gezin is de
basis voor de jeugd. Spreker sluit aan bij de opmerkingen van de heer
IJzerman over huiswerkbegeleiding. Dat moet de gemeente niet gaan
doen. Inzake jeugd en veiligheid gaan meer stemmen op voor een
repressief optreden. De heer Van Wingerden denkt dat "kennen en gekend
worden" van groot belang is en ziet een belangrijke rol voor de
toezichthouders. Inzake jeugdparticipatie sluit spreker aan bij de
opmerkingen dat er niet te veel papier moet komen.
Mevrouw Feenstra
mist de oplossingen. Inzake de peuterspeelzalen vraagt zij te kijken
naar de gevolgen van de verhoging van de ouderbijdrage voor mensen met
een laag inkomen. Vindt bij GOA nu een betere overdracht plaats en wat
is het effect op de achterstanden? Mevrouw Feenstra constateert dat
bij de Brede School de beheersstructuur onvoldoende is en zou daar
heel snel werk van willen maken. Als er een goede beheersstructuur is,
brengt dit zijn eigen geld op. Over de Jeugdmonitor vraagt mevrouw
Feenstra of het volgsysteem al is ingevoerd.
Wanneer zijn we bij met dit volgen? Is uitbreiding naar de Walburg
mogelijk? Het uitgangspunten "meten is weten" is prachtig, maar als er
vervolgens te weinig geld is voor maatschappelijk werk heb je er niet
zo erg veel aan. Mevrouw Feenstra vindt het heel verheugend dat de
cultuureducatie van de grond komt. Bij openbare scholen hoort het
schoolplein openbaar te zijn. Bij het hangjeugd overleg wordt
geconstateerd dat de informatie uitwisseling een probleem is. Houdt
dit verband met de privacy regels? Mevrouw Feenstra hoopt dat er iets
gedaan wordt met de opmerking over de papierwinkel.
De voorzitter
verzoekt detailvragen voortaan vooraf te stellen. Het lukt elke keer
weer niet om het geplande tijdpad voor de vergadering te halen.
De heer Schoehuizen
constateert dat veel opmerkingen moeilijk kort te beantwoorden zijn.
Het blijkt in elk geval wel dat het onderwerp jeugd leeft. Met de
presentatie van ES&E wil de wethouder laten zien hoe we verder gaan.
Dat gaat ten aanzien van de hangjeugd problematiek steeds beter. Naar
aanleiding van de vraag van mevrouw Ter Borg over probleemgevallen
zegt de heer Schoehuizen dat dit de grootste motivatie is voor de
Voorpost van Bureau Jeugdzorg. Het is voor iedereen prettig als er
duidelijkheid is. De coördinatie door Bureau Jeugdzorg is van heel
groot belang. De heer Schoehuizen zou graag van de raad vernemen wat
de speerpunten zijn in het Jeugdbeleid. Er komt een nieuwe nota met
meetbare punten. De leden van de commissie hebben een aantal vragen
gesteld over jongerenhuisvesting. Die vragen zijn nog niet te
beantwoorden. Er komt een aparte notitie over. Er moet inmiddels
EUR 30.000 bij een sociale woning in Carnisselande. De notitie zal
ingaan op de actuele stand van zaken. Voor begeleide kamerbewoning
zijn er plannen om dat ook in nieuwbouwwijken te realiseren.
Over de uitgaansgelegenheid is vanmiddag is er een gesprek geweest.
Morgen zijn er gesprekken met andere tussenpersonen. Bij het
Jeugddebat is ook gesproken over houseparty's in het
Hooimeijer-gebouw. De heer Schoehuizen vindt dat ongewenst.
De wethouder zal proberen de commissie op zo kort mogelijke termijn op
de hoogte te houden. Het Nimby-effect betekent dat dit tijd vraagt.
Het heeft een hoge prioriteit.
De heer Van Bodegraven
vraagt of de notitie eerder dan het 4e kwartaal kan komen.
De heer Schoehuizen
antwoordt dat het ruimtelijke ordening probleem tijd vraagt. De raad
heeft indertijd gekozen voor een skatevoorziening. Dat heeft vanwege
de procedure vijf en een half jaar geduurd.
Naar aanleiding van de vraag van mevrouw Ter Borg over JOP's zegt de
wethouder dat er een aantal gelegenheden wordt geboden en er wat
worden uitgewerkt. Het is jammer als er spaarzaam gebruik van wordt
gemaakt. De jeugdcriminaliteit is even in de ijskast gezet omdat er
ambtelijk een probleem was. Ook gaf de politie helder aan dat dit op
dat moment geen groot probleem was in Barendrecht. Nu wordt het wat
meer naar voren gehaald.
Het Jongeren platform wordt bij het Jeugdbeleid betrokken. Er wordt
gestreefd naar het actualiseren van de website en er komt een video op
van het Jeugddebat. Het is lastig om ten aanzien van de
Peuterspeelzalen te monitoren hoeveel ouders er afhaken vanwege de
kostenverhoging. Vanuit de consultatiebureaus is bekend dat er veel
kinderen worden geboren. De heer Schoehuizen geeft aan dat hij de
waarde van de Jeugdmonitor heel hoog inschat. Een aantal van de leden
van de commissie zegt dat er weinig mee wordt gedaan. De wethouder
wijst erop dat in Barendrecht schoolmaatschappelijk werk is, ook op de
basisscholen.
De heer Van Kruijsbergen
informeert naar de toekomst van de Jeugdmonitor.
De heer Schoehuizen
zal bij de volgende begroting weer voorstellen de Jeugdmonitor op te
nemen.
De heer Van Bodegraven
verzoekt in te gaan op zijn vraag om wat de raad en het college willen
weten, als uitgangspunt te nemen.
De heer Schoehuizen
antwoordt dat de Jeugdmonitor verloopt volgens bepaalde normen en
aansluit bij de monitor van de GGD. Dat maakt een vergelijking van
cijfers mogelijk.
De heer Van Bodegraven
vraagt waarom minder geld wordt besteed.
De heer Schoehuizen
zegt dat er twee scholen worden opgenomen in plaats van alle scholen.
De vraag van de heer Van Kruijsbergen over de kaders van de
jongerenhuisvesting is reeds beantwoord. In antwoord op de vraag van
de heer Van Kruijsbergen over de evaluatie zegt de wethouder dat het
college nog wat moet wennen aan het dualisme. De speelplekken staat
aangeven in de plannen voor Carnisselande. De gemeente gaat altijd in
gesprek met nieuwe bewoners over de inrichting van de speelplekken. Er
blijven altijd mensen die het echt niet willen. Opmerkingen daarover
bereiken de wethouder goed en een aparte evaluatie is niet nodig. Het
Hangjeugd overleg loopt goed, de buurtagenten spelen daarin een
belangrijke rol. Het bureau is inmiddels voorzien van een verbinding
met de computers in het gemeentehuis, zodat men beter met elkaar kan
communiceren.
Voor het ambulante jeugdwerk heeft de raad toegestemd met een
uitbreiding van 18 uur. Daar is de Stichting Alle-r-hande niet toe in
staat. Er zijn onvoldoende jeugdwerkers beschikbaar. De heer
Schoehuizen is het eens met de opmerking van de heer IJzerman dat het
geen concrete evaluatie is. In de komende Jeugdnota zal dit wat
exacter worden aangegeven. Huiswerkbegeleiding is iets wat zou kunnen.
De heer Schoehuizen heeft geconstateerd dat het aantal sleutelkinderen
erg groot is.
Schoolpleinen zullen open zijn. Alle speelplekken zijn bekeken op
grond van het nieuwe speelbesluit. Scholen zouden bijvoorbeeld de
zandbak kunnen afdekken.
Naar aanleiding van de vraag van de heer Van Bodegraven over
tieneropvang zegt de wethouder dat de belangstelling voor The Wave
heel erg groot is, en de capaciteit ver overstijgt. Eventueel zou in
de uitgaansgelegenheid een mogelijkheid voor tieneropvang kunnen
komen.
De heer Zuurbier
vraagt waarom The Wave dicht is.
De heer Schoehuizen
zegt dat er bij de Stichting Alle-r-hande een probleem is. Voor de
Voorpost Jeugdzorg komt er naar verwachting een gemeenschappelijke
actie van de BAR gemeenten. In de Voorjaarsnota zal een voorstel
worden gedaan om extra uitgaven te doen om de Voorpost Jeugdwerk te
realiseren.
De sportverenigingen worden door de wethouder regelmatig bezocht. Er
wordt geprobeerd contact te houden met de vrijwilligers. Er is geen
gestructureerd overleg. Het zou lastig zijn dat voor elkaar te
krijgen, omdat de vrijwilligers als heel veel werk hebben. Naar
aanleiding van het verzoek van de heer Van Bodegraven over het
verschuiven van de aftrap zegt de heer Schoehuizen dat hij zo snel
mogelijk een aantal dingen in gang wil zetten, zodat ze in de
begroting kunnen worden meegenomen.
De politie treedt tegen een aantal dingen effectiever op en zo
mogelijk worden de kosten verhaald op de veroorzaker. De rol van de
buurtagent is van belang. De vraag over GOA zal nog worden beantwoord.
De heer Schoehuizen betwijfelt of de beheerder van de Brede School
geld opbrengt. Het zal zeker geld kosten, maar in het voorstel
wordt uitgegaan van vaste beheerskosten. Naar aanleiding van de vraag
over privacy bij justitiële zaken zegt de wethouder dat gegevens zo
nodig worden doorgegeven aan Bureau Jeugdzorg.
De heer Van Bodegraven
vraagt of de politie macrogegevens aan het jongerenwerk verstrekt.
De heer Schoehuizen
geeft aan dat tussen de ambulante Jeugdwerkers en de buurtagenten een
goede samenwerking bestaat. Er zijn geen cijfers.
De heer Vanderstappen
zegt over de stimuleringsgelden kinderopvang dat de prognose in de
bijlage staat. De stimuleringsgelden zijn voor iets meer dan de helft
uitgegeven. Aan het eind van het tweede kwartaal komt er een nieuwe
prognose en een nieuwe stand van zaken. Monitoren van de groep die
afvalt in de peuterspeelzalen is moeilijk. Er zijn tot nu toe geen
signalen van ouders. Spreker tekent hierbij aan dat de tarieven van de
peuterspeelzalen van 1999 tot 2002 niet zijn verhoogd. Het gebruik van
peuterspeelzalen neemt iets af en het gebruik van de kinderopvang
neemt toe. Ouders die het niet kunnen betalen, hebben ook de
mogelijkheid een beroep te doen op de bijzondere bijstand.
Tweede termijn
Mevrouw Feenstra
vraagt naar GOA.
De voorzitter
verwijst naar punt 18 van de Actiepuntenlijst.
De heer Van Bodegraven
vraagt naar de ruimte voor de raad bij de aftrap. Nu wordt de raad aan
het eind van het traject formeel ingeschakeld. Spreker pleit ervoor in
de tussenfase de raad informeel op de hoogte te houden. De heer Van
Bodegraven houdt een pleidooi om vrijwilligers in het sociaal
cultureel werk structureel te laten participeren in de ontwikkeling
van het jeugdbeleid. Op basis van macrocijfers van de politie zou het
beleid beter kunnen worden gestuurd.
De heer IJzerman
merkt op dat hij verschillende opmerkingen over de Stichting
Alle-r-hande heeft gehoord: de financiële situatie, the Wave is dicht,
er zijn twee vacatures en er staan 18 uur uitbreiding open. Er worden
heel wat salarissen niet betaald en toch zijn er financiële problemen.
De heer IJzerman maakt zich daar zorgen over. Wanneer komt er meer
duidelijkheid?
De heer Van Kruijsbergen
vraagt wat een goede evaluatie te maken heeft met dualisme, zoals door
de wethouder is aangegeven. We gaan nu van start met een nieuwe
Jeugdnota zonder dat er kaders zijn. Komt er nog een evaluatie over
het halen van de doelstellingen? De wethouder verwacht van de
commissie kaders. Het stuk leent zich daar niet voor. De gevraagde
beslissing is: instemmen. Hoe gaat het verder met dit stuk?
De heer Schoehuizen
maakt zich met de heer IJzerman grote zorgen over de Stichting
Alle-r-hande en geeft aan niet exact te weten hoe het zit. De
Stichting Alle-r-hande is een onafhankelijke stichting. De wethouder
heeft een aantal signalen gekregen, waaruit blijkt dat er onvoldoende
ambulant jongerenwerk is en dat is onvoldoende uitwerking gegeven
wordt aan de extra uitbreiding. Het college wil eerst nadere
informatie. De wethouder constateert dat er problemen zijn.
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Van Kruijsbergen over
dualisme zegt de wethouder dat de raad het college kan afrekenen op
doelstellingen. De opmerkingen van deze vergadering worden meegenomen
in de nieuwe Jeugdnota. De heer Schoehuizen zal nadenken over het
pleidooi van de heer Van Bodegraven over vrijwilligers. Inzake de
verslavingspreventie is recent begonnen met een project voor trainers
van een voetbalclub. Voor de aftrap is er zeker ruimte voor de raad.
De voorzitter
constateert dat de commissie kennisneemt van de evaluatie 2000-2002 en
instemt met het interactieve beleidsproces en de planning voor de
nieuwe Jeugdnota.
De heer Van Kruijsbergen
tekent daarbij aan dat hij er moeite mee heeft dat de commissie een
proces gaat starten, waarbij er achteraf geen enkele mogelijkheid is
om te kijken wat ervan terecht is gekomen.
Nu zijn er feitelijk geen kaders. Dat is juist het dualisme wat we nu
laten liggen. Worden de kaders voor de Jeugdnota alsnog aan de
commissie gepresenteerd?
De heer Van Bodegraven
vindt dat ergens in het proces een kaderstellend verhaal moet komen en
de raad halverwege daarvoor plek moet inruimen.
De heer Van Kruijsbergen
wil eerst inzicht in wat er terecht is gekomen van de oorspronkelijke
kaders.
De heer Zuurbier
vindt in de aftrap dat de punten 3, 4 en 5 voldoende concrete zaken
opleveren om het college te beoordelen en af te rekenen.
De voorzitter
constateert dat de heer Van Kruijsbergen het inzicht mist in de kaders
en de evaluatie onvoldoende vindt om kaders op te baseren. De
voorzitter sluit het agendapunt af.
9. 4e Kwartaalrapportage
De voorzitter
verzoekt vragen morgen naar de commissiegriffier te sturen.
3. Mededelingen vanuit het college
De heer Van Vugt
heeft de commissie op 3 februari kort geïnformeerd over de stand van
zaken over de fusie van de vier Rio's tot een Rio ZHE. Op de
conferentie van 19 gemeenten is een aantal knelpunten aan de orde
geweest. Een van de knelpunten was de relatie tussen de nieuwe Rio en
de GGD ZHE. Uiteindelijk heeft het Riobar bestuur besloten nog niet in
te stemmen met de opheffing van de eigen Rio en vanuit die positie de
discussie aan te gaan met Rio ZEH (dat dan niet uit vier maar uit drie
Rio's bestaat). Aan deze beslissing lag een aantal redenen ten
grondslag, onder andere de stand van de organisatie van de nieuwe Rio,
transparantie van beleid en van de financiën en de waarborg voor goede
prijs-kwaliteitverhoudingen.
Inmiddels hebben de voorzitter van Riobar en de directeur ad interim
van Rio ZHE de knelpunten besproken. Het belangrijkste knelpunt is
inzicht te krijgen in de bestuurlijke chaos. De directeur ad interim
zal bekijken wat de begroting 2003 betekent voor BAR. Daarnaast komt
de stand van zaken bij de integratie van de WVG indicatiestelling (die
voor 1 juli zou moeten plaatsvinden) aan de orde.
De bedoeling is nog steeds aan te haken bij de gefuseerde Rio. Er moet
een aantal zaken duidelijk zijn worden. De wethouder verwacht na de
zomer meer informatie te kunnen geven.
Het contract van Humana loopt op 1 juli 2004 af. De heer Van Vugt wil
het onderzoek van het CBF (Centraal Bureau Fondsenwerving) afwachten.
De heer Schoehuizen
zegt over het huisartsen probleem dat er eind deze maand een
bijeenkomst is met directies van zorgverzekeraars en lokale
huisartsen. De bijeenkomst wordt begeleid door deskundigen op het
gebied van gezondheidszorg. Er wordt geprobeerd het Enschedese model
toe te passen en hopelijk wordt daarmee hopelijk een stap in de goede
richting gezet.
Bij De Bongerd is een actie voor de aanpak van zwerfvuil gehouden.
Hierbij werd door het onderwijs, sportverenigingen en de gemeente
samengewerkt.
8. Opheffen Emancipatieraad
De voorzitter
constateert dat de commissie unaniem akkoord gaat.
10. Rondvraag
De heer Van Wingerden
heeft geconstateerd dat de kermis voor en tijdens de Paasdagen wordt
gehouden en verzoekt de openingstijden aan te passen, en in elk geval
de kermis niet open te stellen gedurende kerkdiensten. Dit is een
verzoek alle kerkelijke verbanden in Barendrecht. Enkele jaren geleden
heeft dit probleem ook gespeeld en is toegezegd dat in de toekomst
rekening zou worden gehouden met de kerkelijke kalender.
De heer Schoehuizen
zal dit morgen in het college aan de orde stellen.
De heer Zuurbier
informeert waarom de kermis niet op de gebruikelijke dagen rond
Koninginnedag wordt gehouden. De heer Zuurbier vindt het niet correct
om op het laatste moment nadere voorwaarden te stellen aan de
vergunning. Het is ongelukkig dat er rond die tijd kermis is. Nu een
ad hoc oplossing bedenken is niet juist.
De heer Schoehuizen
zal voor de toekomst kijken of het anders kan.
De heer Van Wingerden
vindt dit dermate belangrijk, dat het geld mag kosten.
De heer Van Bodegraven
ondersteunt het verzoek van de heer Van Wingerden, inclusief de
eventuele financiële consequenties.
Mevrouw Feenstra
constateert dat de hal van het gemeentehuis gevaarlijk is voor
kinderen. Op de brief van 20 maart van het CDA is nog geen antwoord
gekomen. Spreker doet de suggestie kunst aan een doorzichtige
afscheiding te hangen.
De heer Schoehuizen
zegt dat de leuning voldoet aan de nieuwe eisen van het verbeterd
bouwbesluit. Er wordt hard gewerkt aan een oplossing. Aan de
veiligheidsvoorschriften wordt voldaan.
De heer Van Bodegraven
vraagt aan de heer Van Vugt wanneer de bewaakte fietsenstalling bij
het station wordt geopend.
De voorzitter
verwijst de vraag naar de Commissie Grondgebied.
11. Sluiting
De voorzitter
sluit de openbare vergadering.
Gemeente Barendrecht