VSNU
VSNU-Persbericht
Datum: 27 maart 2003
Tweede fase op de schop?
VSNU reageert op discussienota van OC & W:
De vereniging van universiteiten (VSNU) maakt zich zorgen
over de voorstellen van minister van der Hoeven om de tweede
fase ingrijpend te veranderen. De minister komt te vroeg met
deze wijzigingen, vooral omdat nog onduidelijk is hoe de
tweede fase leerlingen het in het hoger onderwijs doen. Ook
bieden de voorstellen van de minister de leerlingen te veel
keuzeruimte. De VSNU vreest dat het aantal leerlingen dat
voor een bètaopleiding kiest hierdoor sterk daalt.
Op 10 januari presenteerde Minister van der Hoeven onder de titel "Ruimte laten en keuzes bieden in de tweede fase havo/vwo" haar discussienota over een ingrijpende herziening van de tweede fase in het voortgezet onderwijs. De VSNU reageert in een brief aan de minister op deze voorgestelde wijzigingen in de tweede fase. Bij de toetsing van deze discussienota neemt de VSNU de doelstelling van de oorspronkelijke invoering van de tweede fase als uitgangspunt: verbetering van de aansluiting tussen voortgezet onderwijs en hoger onderwijs. Belangrijk daarbij is het gegeven dat er sprake moet zijn van een verantwoorde balans tussen vakspecifieke voorbereiding en brede algemene vorming.
Hoofdpunt van kritiek is dat de wijzigingen van de minister te vroeg komen. Het voortgezet onderwijs is nog volop bezig met het doorvoeren van de veranderingen rondom de invoering van de tweede fase. Ook heeft het wetenschappelijk onderwijs nog te weinig ervaring met studenten die de tweede fase doorlopen hebben om te kunnen meten wat het effect daarvan is.
Het voorstel van de minister om de profielstructuur te
handhaven en het vak wiskunde in alle vwo-profielen te
behouden, juicht de VSNU toe. Ook is de VSNU positief over het
voorstel om nieuwe vormen van het vak wiskunde te ontwikkelen.
Het streven naar grotere keuzevrijheid baart echter grote
zorgen. Vooral het wegvallen van het vak natuurkunde als
verplicht profielvak voor het vwo-profiel Natuur en Gezondheid
verontrust de VSNU. Deze voorbereiding op bètaopleidingen mag
in het hoger onderwijs niet verloren gaan. Met name meisjes
stromen via dit profiel de bètastudies binnen. Ook de
teruggang van het aantal verplichte wiskunde- en
natuurkunde-uren in het profiel Natuur en Techniek en Natuur
en Gezondheid is erg ongunstig voor de aansluiting met het
wetenschappelijk onderwijs. In het profiel Cultuur en
Maatschappij wordt slechts één vak verplicht gesteld.
Geschiedenis legt hierbij als verplicht profielvak het loodje,
hetgeen de VSNU niet wenselijk acht.
Urgente problemen in de tweede fase die geen uitstel
verdragen, moeten uiteraard aangepast worden. Als verlichting
noodzakelijk is, bepleit de VSNU echter een herbezinning op de
invulling van de vakken in plaats van het nu al schrappen van
(verplichte) vakken. Ook betere afstemming van profielvakken
en vermindering van het aantal werkstukken kunnen de werklast
van docenten en scholieren verlichten. Bovendien kan
aanpassing van profielvakken, zoals de commissie van Koten
voorstelde met betrekking tot het vak scheikunde, een
oplossing bieden. De universiteiten werken hier graag aan mee
om zo een optimale aansluiting vwo-wo te bewerkstelligen.
VSNU