College Bescherming Persoonsgegevens


28 maart 2003

Onvolledige informatie over relatiebestand Postbank en ING Bank

ING Bank, Postbank en RVS - onderdelen van de ING Groep - hebben naar het oordeel van het CBP onvoldoende invulling aan hun informatieplicht gegeven. Het gaat om de brief van de instellingen aan hun cliënten over het plan hun gegevens voor marketingdoeleinden voortaan in één centraal systeem vast te leggen. De cliënt is er onvoldoende op gewezen dat hij als klant van de gehele ING groep zal worden beschouwd en welke gegevens van hem gedeeld worden. Cliënten konden wel bezwaar maken tegen opname van hun gegevens in de database. In de brief werd ook verwezen naar de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen die vanaf 1 september 2002 van kracht zou zijn.

Cliënten zijn onjuist geïnformeerd, omdat in de brief aan de betrokkenen de suggestie is gewekt dat conform een van kracht zijnde gedragscode is gehandeld. Dat was niet het geval. Het CBP is daarom van oordeel dat de ING Groep tegenover zijn cliënten onzorgvuldig heeft gehandeld. Gedragscodes zijn een belangrijke bron van vertrouwen in het maatschappelijk verkeer.

Het CBP vertrouwt erop dat de betrokken banken hun klanten op een daarvoor geschikte wijze volledig zullen informeren. Een goede invulling van de informatieplicht door verantwoordelijken is immers een wezenlijk element in de rechtmatige en zorgvuldige omgang met persoonsgegevens.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt - onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) - toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.

Print dit document

Actuele informatie ontvangen over het CBP?