Gemeente 's-Hertogenbosch
27-03-2003
Het college wil wijkspeelplannen voor de hele gemeente
Op basis van de ervaringen die zijn opgedaan in 's-Hertogenbosch Noord, stelt het college voor ook voor de andere wijken van onze gemeente wijkspeelplannen te ontwikkelen. Daarmee wordt dus voor de gehele gemeente vastgelegd welke plekken in de openbare ruimte worden bestemd voor speelvoorzieningen voor de verschillende leeftijdsgroepen. Deze wijkspeelplannen worden vanaf nu tot 2006 voor een aanzienlijk deel uitgevoerd. Hierbij wordt prioriteit gegeven aan het inrichten van wijkspeelplaatsen, die bedoeld zijn voor alle leeftijdsgroepen en uitnodigen om elkaar te ontmoeten. Bij de inrichting ervan hebben jeugdige en volwassen wijkbewoners een belangrijke stem; van wijkbewoners wordt verwacht dat zij een oogje in het zeil houden om goed gebruik van de wijkspeelplaatsen te garanderen. Het college hecht sterk aan de betrokkenheid van bewoners. Daarom wil de gemeente meewerken aan het realiseren van initiatieven van bewoners, als zij in de openbare ruimte speelplekken willen creëren die passen in een opgesteld wijkspeelplan. Bij iedere euro die bewoners hiervoor vergaren, legt de gemeente er een bij (tot een aangegeven maximum). Op dit moment helpt de Stichting "Mooi zo, Goed zo" bewoners maar ook scholen, middelen te vergaren. Op een vergelijkbare wijze wil de gemeente meewerken met scholen, die hun speelplaats willen openstellen voor de jeugd in de buurt.
Visie op spelen
In januari 2002 heeft de gemeenteraad de visie op buitenspelen in onze
gemeente vastgesteld. In deze visie wordt erkend, dat spelen van groot
belang is voor de fysieke (gezondheid, spierontwikkeling, behendigheid),
cognitieve (probleemoplossing, betekenisverwerving) en sociale (
keuzevrijheid, zelfwerkzaamheid en sociale interactie) ontwikkeling van
kind tot volwassene. De speelwaarde van speelplekken én de kwaliteit van de
woonomgeving bepalen of het goed opgroeien is in een wijk. De voorzieningen
die daarvoor nodig zijn in de openbare ruimte maken het tevens mogelijk
elkaar in de wijk of buurt te ontmoeten, en hebben een
identificatiefunctie. Hierdoor leveren deze voorzieningen op een
natuurlijke wijze een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid in de wijk
of buurt. De visie op spelen sluit daarmee ook aan bij de ambities van het
college, zoals dit verwoord is in het Beleidsplan in Hoofdzaken.
Hoe komen speelvoorzieningen tot stand
De speelvoorzieningen komen tot stand in twee fasen. Allereerst worden
wijkspeelplannen ontwikkeld waarin de speelplekken voor de
verschillende leeftijdsgroepen worden aangewezen. Dit gebeurt op basis
van de visie op spelen, de leeftijdsopbouw en de ruimtelijke
mogelijkheden. Na ook een inventarisatie en analyse van wat aanwezig
is, wordt duidelijk welke speelplekken in de wijk opgewaardeerd moeten
worden, welke nieuw ontwikkeld moeten worden of wellicht overbodig
zijn. Voor de ontwikkeling van deze wijkspeelplannen wordt overlegd
met de wijkraad en professionals die in de wijk werkzaam zijn, zoals
politie, jongerenwerkers en opbouwwerkers, medewerkers van BOR en de
scholen. Op basis van dit wijkspeelplan en de beschikbare middelen
wordt bepaald welke speelplekken op korte termijn aangepakt gaan
worden, en welke speelplekken in latere fase aan de beurt komen. Bij
het ontwikkelen van de inrichtingsplannen voor de speelplekken, in de
tweede fase, worden volwassen en jeugdige wijkbewoners betrokken.
Ervaring pilot 's-Hertogenbosch Noord
Met de nieuwe uitgangspunten en de aangegeven werkwijze is in 2002
ervaring opgedaan in 's-Hertogenbosch Noord. Hierbij is gebleken dat
het goed mogelijk is een wijkspeelplan te ontwikkelen wat recht doet
aan de visie op spelen. Op verschillende plekken in Noord zijn nu ook
al met bewoners samen plannen gemaakt voor nieuwe speelvoorzieningen
en enkele zijn ook al uitgevoerd en in gebruikgenomen.