CDA

27-03-03

CDA wil dat Dexia problemen klanten die leaseprodukten hebben op verantwoorde wijze oplost Het CDA is van mening dat in veel gevallen bij de verkoop van leaseprodukten niet aan de zorgplicht is voldaan. Dat betekent dat aan klanten niet in voldoende mate duidelijk is gemaakt wat voor een produkt men afsloot en wat de eventuele gevolgen daarvan zouden kunnen zijn bij dalende beurskoersen.

Drie partijen kunnen zich het nodige verwijten: de klant zelf, die uiteindelijk niet alert genoeg is geweest, de banken en verzekeraars, die graag wilden verkopen en niet te nauw keken bij de wijze van verkopen. En als laatste de toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markt, die tekort is geschoten in het nauwlettend toezien op de wijze waarop dergelijke risicovolle produkten verkocht worden. In vele gevallen is niet aan de zorgplicht voldaan, meent het CDA, en om die reden zou Dexia Bank haar maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten nemen en tegemoet dienen te komen aan de grote financiële en sociale problemen die inmiddels ontstaan of zullen ontstaan bij zo'n 6% van de gezinnen in Nederland. In een gesprek met dhr. Dirk Bruneel van Dexia Bank heeft het CDA dit duidelijk gemaakt. Dexia Bank, bij monde van Bruneel, heeft aangegeven hiermee bezig te zijn door het algemene aanbod dat aan de gedupeerden is gedaan. Daar bovenop bestaat de mogelijkheid om aanspraak te maken op de zogenoemde "hardheidsclausule". Deze bijzondere regeling is van toepassing op mensen die middels het algemene aanbod (kwijtschelden 10% van de restschuld of renteloze lening afsluiten om restschuld af te lossen) nog niet uit de financiële problemen zijn of komen. Een speciaal hiervoor ingestelde commissie zal individueel maatwerk toepassen bij het oplossen van het probleem van de restschuld. Het CDA zou het een goede zaak vinden als gedupeerde klanten langer de tijd krijgen om hun schuld terug te betalen. Als klanten van dit aanbod gebruik maken moet afstand gedaan worden van het recht om later alsnog juridische stappen te ondernemen tegen Dexia. Het CDA vindt dit logisch. Het is tenslotte niet gebruikelijk om in een minnelijk traject ook nog de mogelijkheid te hebben juridische stappen te kunnen ondernemen. Wel moeten de gedupeerden er dan vanuit kunnen gaan dat zij straks niet letterlijk met lege handen komen te staan. Daarnaast heeft het CDA minister Hoogervorst aangesproken op de consequenties van aandelenlease voor gezinnen en voor de financiële markten. En tot slot zal het CDA de rol van de Autoriteit Financiële Markt in deze zeer kritisch volgen. In algemene zin hamert het CDA al langere tijd op een goed en adequaat toezicht op de financiële instellingen. Om die reden heeft het CDA donderdag 27 maart ook nadere schriftelijke vragen gesteld aan de minister over het onderzoek naar aandelenleaseconstructies, dat de AFM in oktober 2002 heeft afgerond. Hier zijn namelijk geen duidelijke antwoorden gekomen op eerder gestelde Kamervragen. Ook vindt het CDA het belangrijk te weten of de AFM in de toekomst voldoende is toegerust om toezicht te houden op de zorgplicht van financiële instellingen bij de verkoop van risicovolle produkten. Op dit moment wacht de CDA-fractie de eerste ervaringen met de toepassing van de hardheidsclausule af. Het CDA gaat ervan uit en wil erop vertrouwen dat Dexia-Bank hiermee haar volle maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt en ernstig gedupeerden niet in de kou laat staan. Mocht het tegendeel het geval blijken te zijn, dan zal het CDA niet schromen om verdere stappen te ondernemen.

Voor vragen: Myra van Loon-Koomen, CDA Tweede Kamer, 070-3183589 of 06-18305990