Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
Viss. 2003/2215
datum
25-03-2003
onderwerp
Nader overleg met de garnalensector
TRC 2003/2450
bijlagen
Geachte Voorzitter,
In vervolg op de beantwoording van de Kamervragen (nr. TRCJZ/2003/2074) wil ik u graag informeren over nader overleg dat sindsdien met de sector heeft plaatsgevonden. In het gesprek en uit een nadien door mij ontvangen brief blijkt dat de PO Vissersbond en het Productschap voor Vis zich realiseren dat de NMa-uitspraak aanpassing van de werkwijze noodzakelijk maakt en dat gezocht moet worden naar een nieuwe invulling van de rol van de PO's die in overeenstemming is met het mededingingsrecht. Daarbij zijn vragen aan de orde als het rekening blijven houden met duurzame vormen van visserij, de mogelijkheden in de toekomst van trilaterale afstemming tussen PO's en het algemeen verbindend verklaren van bepaalde gedragsnormen voor alle PO's. Uit de brief blijkt eveneens dat de mogelijkheid van een algemeen ontheffingsverzoek bij de communautaire mededingingsautoriteiten overwogen wordt alsmede een eventueel verzoek aan de Europese Commissie om de marktordening op een aantal punten te wijzigen.
In het gesprek heb ik nogmaals mijn bereidheid uitgesproken om daar waar dat mogelijk is de sector te ondersteunen bij de als gevolg van de NMa-uitspraak noodzakelijke aanpassingen in de activiteiten van de producentenorganisaties.
datum
25-03-2003
kenmerk
Viss. 2003/2215
bijlage
Ik heb wederom benadrukt dat aan de PO's in het kader van de vigerende
marktordening bevoegdheden zijn toegekend om marktordenend op te
treden. Het mededingingsbeleid stelt echter grenzen aan het opereren
van de PO's, die gerespecteerd moeten worden. Niet alles wat gewenst
wordt, zal mogelijk zijn. Deze grenzen zijn niet a priori éénduidig te
trekken. Van geval tot geval zal afhankelijk van de gewenste
invulling, voorgenomen werkwijze en actuele marktpositie van de PO's
een feitelijke beoordeling moeten plaatsvinden mede in het licht van
het mededingingsrecht. Ik heb de sector uitgenodigd om met concrete
voorstellen te komen die rekening houden met bovengenoemde
uitgangspunten en de bereidheid uitgesproken om deze - voor zover dat
op mijn weg ligt - te beoordelen en waar nodig de van toepassing
zijnde regelgeving te verduidelijken dan wel deze in Brussel
verduidelijkt te krijgen. Uiteraard houd ik daarbij ook de optie open
om daar waar dat wenselijk is ook bij de Europese Commissie actief te
pleiten voor aanpassing van de regelgeving. Zo kan ik mij voorstellen
dat aan de Europese Commissie wordt gevraagd om binnen de grenzen van
het mededingingsrecht en in het kader van de marktordening de vorming
van bi- of trilaterale PO's mogelijk te maken. Alvorens actie
ondernomen kan worden lijkt het mij noodzakelijk eerst met de sector
verschillende denkbare modellen op ambtelijk niveau te onderzoeken.
Met deze benadering hoop ik een constructieve bijdrage te leveren aan de toekomst van een duurzame garnalenvisserijsector.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
ir. B.J. Odink
---