Ministerie van Buitenlandse Zaken
verslag Europese Raad te Brussel 20-21 maart 2003
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
25 maart 2003
Behandeld
Pieter de Gooijer
Kenmerk
DIE/149/03
Telefoon
+31.70.348.6132
Blad
1/1
Fax
+31.70.348.4086
Bijlage(n)
3
E-Mail
Pieter-de.gooijer@minbuza.nl
Betreft
Europese Raad te Brussel,
20-21 maart 2003
Graag bied ik u hierbij het verslag aan, met bijbehorende bijlagen,
van de bijeenkomst van de Europese Raad op 20-21 maart 2003 te
Brussel.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
Verslag van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad
te Brussel op 20 en 21 maart 2003
Inleiding
Op 20 en 21 maart 2003 kwam de Europese Raad in Brussel bijeen voor
zijn derde reguliere voorjaarsbijeenkomst over de implementatie van de
Lissabon-strategie.
Uiteraard stond de bijeenkomst in grote mate in het teken van de
gebeurtenissen aangaande Irak. Ofschoon over deze kwestie, zoals
bekend, inzichten van Lidstaten uiteenlopen, heeft de Europese Raad
overeenstemming bereikt over een toekomstgerichte verklaring die
integraal is opgenomen in de conclusies van het Voorzitterschap
(bijgevoegd). In deze verklaring zijn verschillende elementen van de
door Nederland gedane suggesties opgenomen.
Met de aanvaarding van de conclusies betreffende de Lissabon-strategie
heeft de Europese Raad een heldere boodschap afgegeven van vertrouwen
in de strategie en van gemeenschappelijke visie op de richting waarin
de sociaal-economische hervormingen moeten gaan.
Zoals gebruikelijk begon de vergadering van de Europese Raad met een
ontmoeting met de Voorzitter van het Europees Parlement, de heer Cox.
In zijn bijdrage, waarvan de tekst is bijgevoegd, stelde Voorzitter
Cox dat het Europese Parlement in april zijn instemming zal geven aan
het Toetredingsverdrag. In zijn conclusies van het ER Voorzitterschap
wordt het belang onderstreept dat Raad en Parlement tijdig de vereiste
stappen zetten om de ondertekening van het verdrag op 16 april 2003 in
Athene mogelijk te maken.
Aan het eind van de bijeenkomst vonden werklunches plaats met de
Regeringsleiders en Ministers van Buitenlandse Zaken van de
toetredende en kandidaat-lidstaten.
Irak
De Europese Raad stond uiteraard stil bij de nieuwe situatie met
betrekking tot Irak. Hij sprak de hoop uit dat het aantal slachtoffers
van het conflict tot een minimum beperkt zou blijven. Centraal in de
discussie stonden uiteindelijk niet de bekende meningsverschillen -
die daarmee nog niet tafel zijn en om nadere reflectie vragen - maar
de noodzaak vooruit te kijken en te streven naar herstel van
gemeenschappelijkheid. Daartoe kwam de Europese Raad een aantal
gezamenlijke uitdagingen overeen, die zijn vastgelegd in de conclusies
van het Voorzitterschap. Hierin onderstreept de Raad o.a. het belang
van behoud van de territoriale integriteit, politieke stabiliteit en
volledige en effectieve ontwapening van Irak, alsook van de
eerbiediging van de rechten van het Irakese volk, inclusief de
minderheden.
De Europese Raad benadrukte een centrale rol voor de VN te zien t.a.v.
Irak. Dit zou moeten leiden tot een nieuwe resolutie van de
VN-Veiligheidsraad, waarin een mandaat wordt vastgelegd voor een
coordinerende VN-rol in de post-conflict fase. De VN zal in de eerste
plaats leiding moeten geven aan de leniging van humanitaire behoeften
als gevolg van het conflict, waaraan ook de Unie een actieve bijdrage
zal leveren. Steun werd uitgesproken voor het voorstel van de SGVN om
het Olie-voor-Voedsel programma voort te zetten. De Europese Raad
heeft de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB, Solana,
verzocht om na te gaan hoe de Unie kan bijdragen aan verbetering van
de leefomstandigheden van het Irakese volk onder een nieuwe,
representatieve regering.
De regeringsleiders hebben zich solidair verklaard met de landen in de
regio die de gevolgen zullen ondervinden van het conflict,
bijvoorbeeld in de vorm van grote vluchtelingenstromen, en de
bereidheid uitgesproken actieve ondersteuning te bieden bij het behoud
van de regionale stabiliteit. In dit kader werden onderhavige landen
ook opgeroepen zich te onthouden van acties die deze stabiliteit juist
in gevaar zouden kunnen brengen. Tevens is overeengekomen de dialoog
en samenwerking met de Arabische en islamitische wereld te versterken
en hierbij ook gebruik te maken van de mogelijkheden die het
Barcelona-proces biedt.
In bredere zin benadrukte de Europese Raad de waarde van de VN en de
Veiligheidsraad voor de internationale vrede en stabiliteit en toonde
hij zich vastbesloten verder te blijven werken aan de versterking van
het GBVB en EVDB van de Unie. Voorts sprak de Raad de overtuiging uit
dat het transatlantische partnerschap een fundamentele strategische
prioriteit blijft en versterkt moet worden. Tevens stelde de Europese
Raad te zullen blijven bijdragen aan de internationale strijd tegen
terrorisme en proliferatie van massavernietigingswapens.
Tenslotte stelde de Raad dat alle genoemde doelstellingen nauw met
elkaar zijn verbonden en vragen om gecoordineerde actie van alle
belangrijke internationale actoren. Juist deze constatering maakt het
herstel van eensgezindheid binnen de internationale gemeenschap van
cruciaal belang.
Lissabon-strategie
Nederland is ingenomen met de overeengekomen conclusies van het
Voorzitterschap, die in belangrijke mate de Nederlandse ideeën en
inzet weerspiegelen. Het Voorzitterschap heeft, naar de mening van de
regering, de juiste accenten gelegd door bijzondere aandacht te geven
aan het herstel van economische groei, dat immers juist nu hard nodig
is. De Europese Raad heeft op diverse gebieden overeenstemming bereikt
over te nemen maatregelen ter versterking van de implementatie van de
Lissabon-strategie. In het algemeen mag worden geconstateerd dat de
drie Nederlandse prioriteiten (vertrouwen, werk en ondernemerschap in
kennis en innovatie) duidelijk naar voren komen.
Drie jaar na de Europese Raad van Lissabon kan worden vastgesteld dat
de daar afgesproken strategie vruchten begint af te werpen. Gewezen
kan worden op de liberalisatie van de energiemarkten, het tot stand
brengen van het gemeenschappelijk luchtruim, de modernisering van het
mededingingsbeleid, de integratie van de financiële markten en het
gemeenschapsoctrooi. De Europese Raad toont daarmee aan dat de
afspraken uit de Lissabon-strategie worden nagekomen. Niettemin
concludeerde de Europese Raad terecht dat er nog veel moet gebeuren.
Nederland is met name ingenomen met de herbevestiging van de Europese
Raad om zich in te zetten dat de Unie en de lidstaten hun toezeggingen
gestand doen. Dit is een welkom signaal, bedoeld om het vertrouwen van
markten, burgers en bedrijven te sterken dat de gemaakte afspraken ook
inderdaad worden nagekomen.
De conclusies erkennen de sleutelrol die ondernemerschap, kennis en
innovatie spelen in de modernisering van de economie. De Europese Raad
riep de lidstaten op actief werk te maken van de ontwikkeling van het
ondernemerschap. Ook het innovatieklimaat is ruimschoots aan bod
gekomen. Dit is belangrijk om de economische groei op langere termijn
te verzekeren. Het doet Nederland genoegen dat het voorzitterschap
ruimschoots tegemoet is gekomen aan de oproep uit de gezamenlijke
Nederlands-Ierse brief om het potentieel van de interne markt voor
diensten volledig te benutten.
Task Force Employment
De Europese Raad besloot tot een stevig pakket maatregelen om de
werkgelegenheid in de Europese Unie te verbeteren. Dat betrof onder
meer de vaststelling van de prioriteiten voor de
Werkgelegenheidsstrategie voor de komende drie jaar. Verder meent
Nederland dat de `taakgroep werkgelegenheid', tot de oprichting
waarvan werd besloten, een positieve bijdrage zal kunnen leveren aan
de broodnodige modernisering van de Europese arbeidsmarkten. Haar
mandaat verzekert dat zij kwalitatief hoogwaardige, onafhankelijke
aanbevelingen zal kunnen doen die druk zetten op de lidstaten een
extra impuls te geven aan de arbeidsmarkten. De regering is verheugd
dat oud-Minister-President Kok bereid is gevonden deze taakgroep te
leiden.
Belastingpakket
Gelijktijdig met de Europese Raad kwamen de EcoFin-ministers bijeen
voor overleg over het zogenoemde belasting-pakket. Dat overleg leidde,
zo kon in de Europese Raad worden vastgesteld, tot feitelijke
overeenstemming. In de conclusies van het Voorzitterschap is dat
echter niet tot uitdrukking gekomen. Het Voorzitterschap zag zich
gedwongen zich te beperken tot een oproep (in conclusie #26, laatste
tiret) het pakket definitief vast te stellen, nadat Italie aan de
instemming met het pakket -dat formeel nog bij unanimiteit door de
Raad (EcoFin) dient te worden aangenomen- als voorwaarde verbond
tegemoet gekomen te worden aangaande de kwestie van de overschrijding
van de melkquota. Een procedurele verwijzing van die problematiek naar
de Raad (Landbouw) was niet voldoende. Gevraagd werd om een
inhoudelijke tegemoetkoming betreffende de betaling van de
verschuldigde boete (superheffing). Nederland, gesteund door onder
meer Denemarken en Oostenrijk, heeft zich tegen deze koppeling verzet.
Besluitvormingsprocedure ECB
De Europese Raad heeft, bijeenkomend als Raad in de samenstelling van
staatshoofden en regeringsleiders, een besluit genomen over de
hervorming van de besluitvormingsprocedures in de Europese Centrale
Bank (ECB), overeenkomstig het binnen de ECB daartoe ontwikkelde
voorstel.
Nederland heeft nadrukkelijk aangegeven, met verwijzing naar de ter
zake bestaande gedachten in de Kamer, een voorkeur te hebben voor een
ander eindresultaat. Daarbij is verwezen naar het alternatief zoals
ontwikkeld binnen het Europees Parlement. Nadat evenwel bleek dat het
Voorzitterschap nu noch later een ander voorstel dan het voorliggende
voor besluitvorming in aanmerking wilde brengen en dat alle andere
lidstaten daarmee wensten in te stemmen (ofschoon van Finse kant is
gewezen op de kritische opstelling van het eigen parlement) heeft de
minister-president te kennen gegeven consensus niet langer in de weg
te zullen staan.
Conventie
In verband met de ontwikkelingen rond Irak kwam de voorziene
bijeenkomst met de Voorzitter van de Conventie, de heer Giscard
d'Estaing, te vervallen. Wanneer deze alsnog zal plaatsvinden, wordt
in de komende weken besloten; wellicht zal op 30 juni een bijzondere
Europese Raad aan de Conventie worden gewijd, maar mogelijk vindt
voordien ook al een gedachtewisseling met de Conventie-voorzitter
plaats en marge van de ondertekening van het Toetredingsverdrag op 16
april 2003 in Athene. Het blijft de bedoeling, zo deelde het
Voorzitterschap mee, de Conventie overeenkomstig de thans voorziene
tijdsplanning (in juni) af te ronden.
Zetelkwesties
Van Finse kant werd bevestigd dat in contacten met Italie onderlinge
overeenstemming was bereikt over verdeling tussen beide landen van de
werkzaamheden van het Europese Agentschap voor Voedselveiligheid.
Beide landen vroegen de Europese Raad met deze verdeling tijdens de
bijeenkomst in Thessaloniki in te stemmen. Het Voorzitterschap heeft
daarop geantwoord dat de uitstaande zetelkwesties eerst aan de orde
komen wanneer de tijd daarvoor rijp is.
Vluchtelingenopvang in de regio
De Europese Raad heeft nota genomen van de brief van
Minister-President Blair over vragen betreffende de opvang van
vluchtelingen. Aan de Commissie is gevraagd de daarin naar voren
gebrachte ideeen te onderzoeken en daarover via de Raad verslag uit te
brengen aan de Europese Raad van Thessaloniki (juni 2003)
Externe betrekkingen
De Europese Raad verwelkomde de voorziene benoeming van een nieuwe
Palestijnse premier en bevestigde groot belang te hechten aan de
onmiddellijke publicatie en implementatie van de `road map' van het
Kwartet voor het vredesproces in het Midden-Oosten.
V.w.b. Cyprus riepen de Europese leiders alle partijen - en met name
het Turks-Cypriotische leiderschap -op te blijven werken aan een
oplossing voor deze slepende kwestie.
Voorts stond de Raad stil bij de moord op de Servische premier
Djindjic, die nog eens had gewezen op het belang van hervormingen in
Servie-Montenegro, waartoe ook de Unie zich zal blijven inspannen.
Tenslotte riep de Europese Raad Noord-Korea op de internationale
verplichtingen na te leven en mee te werken aan een oplossing van de
crisis in multilateraal verband. De Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen (RAZEB) zal een bijzondere zitting over Noord Korea
houden.