Ministerie van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag
Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
26 maart 2003
Behandeld
Rien van Wier
Kenmerk
DVF/43/03
Telefoon
070 348 50 44
Blad
1/4
Fax
070 348
Bijlage(n)
1
E-Mail
rien-van.wier@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van de leden Karimi, Van Bommel, Koenders en Dittrich over de zogenaamde Bakoe-Tbilisi-Ceyhan (BTC) pijpleiding
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Financiën, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Karimi, Van Bommel, Koenders en Dittrich over de zogenaamde Bakoe-Tbilisi-Ceyhan (BTC) pijpleiding. Deze vragen werden ingezonden op 21 februari 2003 met kenmerk 2020307600.
De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de heer Van Geel, Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de heer Hoogervorst, Minister van Financiën, op vragen van de leden Karimi (GroenLinks), Van Bommel (SP), Koenders (PvdA) en Dittrich (D66) over de zogenaamde Bakoe-Tbilsi-Ceylan oliepijpleiding.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het voornemen van een consortium van oliemaatschappijen (onder leiding van BP) een oliepijpleiding van Azerbaijan via Georgië naar Turkije aan te leggen (de zogenaamde Bakoe-Tbilisi-Ceyhan pijpleiding)?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat een gedeelte van dit project gefinancierd zal worden door de Wereldbank, de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) en eventueel Nederlandse exportkredietverstrekkers?
Antwoord
Zowel de International Finance Corporation (IFC, onderdeel van de Wereldbankgroep) als de EBRD overwegen een deel van de financiering voor hun rekening te nemen; besluitvorming daarover door de Raden van Bewindvoerders is pas na de zomer te verwachten. Het is de regering niet bekend of Nederlandse exportkredietverstrekkers betrokken zijn bij dit project.
Vraag 3
Deelt u de beweringen van een internationale coalitie van NGO's dat de pijpleiding tot aanzienlijke aantasting van flora en fauna kan leiden, en kan bijdragen aan verdere politieke instabiliteit in de regio en dat oliemaatschappijen die de pijpleiding gaan aanleggen garanties hebben verworven die negatief kunnen uitpakken voor het milieu en lokale bewoners en die gedeeltelijk boven andere geldende wetten in die landen staan? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De BTC-oliepijpleiding voert gedeeltelijk door een kwetsbaar natuurlijk milieu en sociaal gevoelige regio's. Het zou daarom te prefereren zijn wanneer een route gekozen wordt die milieutechnisch en sociaal minimale impact heeft. De Nederlandse Commissie MER heeft, na kritische toetsing van het traject in Georgië, aangegeven dat een alternatieve route, die door minder kwetsbaar natuurgebied gaat en een minimale sociale impact heeft, technisch mogelijk en minder belastend zou zijn. De regering
stelt echter vast dat de besluitvorming over de pijpleiding in de eerste plaats een autonome zaak is van de betreffende landen.
Ten aanzien van de voorziene financiering van IFC en EBRD gaat de regering ervan uit dat beide instellingen de standaarden voor duurzame ontwikkeling, waaraan zij zich gecommitteerd hebben, volledig zullen nakomen. De regering zal dit punt aan de orde stellen via de Nederlandse bewindvoerders bij de desbetreffende instellingen.
Vraag 4
Bent u bereid om de Nederlandse Commissie voor de milieueffectrapportage op korte termijn te vragen om de milieueffectrapportage ook voor het deel van de leiding door Turkije en Azerbeidzjan te beoordelen op de ecologische en sociale aspecten van het project; zodat internationale financiële instellingen (IFI's) de uitkomsten kunnen meenemen in hun afweging tot het al dan niet verlenen van financiering? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Aangezien het om besluitvorming van autonome staten gaat, is de regering bereid een dergelijk verzoek in overweging te nemen indien de regeringen van Azerbeidzjan en Turkije om een dergelijke toetsing zouden verzoeken.
===