Universiteit van Utrecht

Persbericht van de Universiteit Utrecht

26 maart 2003

Geheugen functioneert slechter na een avond drinken

Het geheugen functioneert de dag na een avond stevig drinken significant slechter dan normaal, ondanks het feit dat de alcohol geheel uit het bloed is verdwenen. Met name het lange-termijn geheugen functioneert slechter met een kater. Dit blijkt uit een onderzoek van dr. Joris Verster van de faculteit Farmaceutische Wetenschappen. Het onderzoek is gepubliceerd in het vakblad Neuropsychopharmacology.

Onbekende kater-effecten
De acute nadelige effecten van alcohol op het functioneren zijn bekend bij de meeste mensen. Voorlichtingscampagnes waarschuwen voor de gevaren van overmatig alcoholgebruik bij verkeersdeelname. En het is algemeen bekend dat overmatige alcoholconsumptie het functioneren op tal van dagelijkse bezigheden verslechtert. Overmatige alcoholconsumptie vormt ook vaak de oorzaak van ruzies, vandalisme en geweld. De katereffecten die zich de dag na het drinken van veel alcohol kunnen voordoen zijn minder goed onderzocht. Vooral jongeren en studenten drinken vaker grote hoeveelheden alcohol op een avond. De resultaten zijn speciaal voor deze groepen relevant omdat juist zij zich dagelijks bezig houden met leren en studeren. De resultaten van het onderzoek van Verster laten zien dat naast aandacht voor de acute nadelige effecten van alcohol, preventie en voorlichting zich ook moeten richten op de kater-effecten de dag na een avond stevig drinken.

Resultaten
48 studenten namen deel aan het onderzoek uitgevoerd aan de Universiteit Utrecht. De proefpersonen werden verdeeld over 2 groepen. Een groep kreeg een grote hoeveelheid alcohol met jus d'orange (vergelijkbaar met 8-10 glazen bier) te drinken, terwijl de andere groep alleen jus d'orange kreeg. De avond voor het drinken en de ochtend na het drinken, voerden alle proefpersonen een geheugentest uit waarbij 15 woorden moesten worden geleerd. Hoeveel woorden men kon herinneren, werd meteen na het leren getest (korte-termijn geheugen) en een uur daarna (lange-termijn geheugen. Ook werd gekeken of men de 15 woorden herkende tussen een reeks andere niet-geleerde woorden (herkenning). Het onderzoek wees uit dat na een avond stevig drinken het lange-termijn geheugen slechter functioneert dan bij de groep niet-drinkers. Het korte-termijn geheugen en de herkenning verschillen niet significant tussen drinkers en niet-drinkers.

Dr. Joris C. Verster is onderzoeker aan de Department of Psychopharmacology van het Utrecht Institute for Pharmaceutical Sciences. Een PDF van het artikel is verkrijgbaar bij Soleanie Martis (030) 253 2411, s.martis@csc.uu.nl


---- --