Partij van de Arbeid
Den Haag, 25 maart 2003
Vragen van het lid Hamer (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen
1.
Klopt het bericht dat circa 40 % van de gemeenten in Nederland extra
middelen uit het extra bedrag van EUR 113 miljoen, dat via het Gemeentefonds
beschikbaar is gekomen voor onderwijshuisvesting, niet daaraan uitgeeft?
2.
Hoe is de opstelling van de overige 60 % van de gemeenten? Zijn er ook
gemeenten die meer uitgeven dan het beschikbaar gestelde bedrag?
3.
Hoe beoordeelt U de verdeling van het geld voor de onderwijshuisvesting als
gemeenten dit nu aanwenden voor andere zaken, terwijl er nog steeds
problemen bestaan bij kleine gemeenten met grote scholengemeenschappen en
gemeenten die een sterke groei doormaken?
4.
Op welke punten neemt een aanzienlijk deel van de gemeenten de normen uit de
herziene modelverordening, die de VNG opstelde teneinde meer maatwerk te
kunnen leveren op het gebied van onderwijshuisvesting, niet over? Welke
redenen hebben zij hiervoor? Hoe beoordeelt U de modelverordening?
5.
Op welke wijze houdt de Onderwijsinspectie in de gaten of de
onderwijshuisvesting ten behoeve van onderwijskundige vernieuwing voldoende
wordt gerealiseerd?