Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
Het weer nader verklaard
Eerste warme dag dit jaar erg vroeg
Op verschillende plaatsen is de temperatuur vanmiddag tot boven 20
graden opgelopen, in het zuiden van ons land werd zelfs 22 graden gemeten.
Ook in De Bilt werd werd het warmer dan 20 graden, waarmee de eerste warme
dag van dit jaar nu al een feit is. Opmerkelijk is dat het vanochtend op
verschillende plaatsen nog vroor, waardoor de eerste warme dag daar tevens
een vorstdag is. De dagelijkse gang in de temperatuur, het verschil tussen
de hoogste en de laagste temperatuur op een dag, is daarmee groter dan 20
graden. Het grootste verschil werd op 14 september 1964 gemeten in Volkel:
's ochtends 5,8 graden en 's middags 31,3 graden, een dagelijkse gang van
25,5 graden.
Het KNMI noemt een dag met een maximumtemperatuur van 20,0 graden of hoger
een warme dag. Wordt een temperatuur van 25,0 graden of hoger bereikt dan is
dat een zomerse dag en bij 30 graden of hoger wordt gesproken van een
tropische dag.
De eerste warme dag van het jaar valt meestal in april, maar in 1961 en 1990
was dat in De Bilt al op 17 maart het geval, terwijl we in 1983 tot 31 mei
moesten wachten vóór de grens van 20 graden werd bereikt. In Limburg en
Brabant worden deze waarden in het algemeen eerder in het jaar bereikt: in
1920 noteerde Maastricht al op 19 februari een temperatuur van ruim 20
graden. In 2000 had De Bilt op 25 april zijn eerste warme dag, terwijl
Maastricht op 22 april 2000 als eerste de 20 graden passeerde met een
temperatuur van 22,0 graden. April 2000 was een prachtige maand: zeer zacht,
droog en zonnig. Vooral de laatste tien aprildagen waren warm met op 26
april in Hoogeveen een temperatuur van 25,6 graden, de eerste zomerse dag.
In maart worden in het zuiden van ons land regelmatig temperaturen boven 20
graden gemeten, in sommige jaren in die maand zelfs op drie dagen. April
telt normaal (gemiddeld over het tijdvak 1961-1990) 2 dagen met een
maximumtemperatuur van 20,0 graden of hoger, maar in een uitzonderlijke
april-maand kan dat aantal tot 7 warme dagen oplopen. Heel bijzonder was
april 1952, toen de temperatuur in het zuiden van ons land van 8 tot en met
19 april elke dag tot boven 20 graden opliep, een reeks van 12 warme dagen.
In 1995 was 24 april in De Bilt de eerste warme dag van het jaar en die was
meteen ook zomers met 25.8 graden. Slechts vier keer in de 20e eeuw was de
eerste warme dag ook een zomerse dag.
De eerste twintig dagen van september 1999 leverden een aaneengesloten reeks
van twintig warme dagen. Zo'n lange periode met warme dagen hebben we in
deze tijd niet eerder meegemaakt. Het record was een serie van 15
opeenvolgende warme dagen in september 1949. In totaal telde die hele maand
23 warme dagen.
In 2002 waren 2 en 3 april de eerste warme dagen van de 97 die dat jaar
zouden volgen. Normaal telt een jaar in De Bilt 77 warme dagen.Het record
aantal staat op naam van 1921 en 1947 met 113 warme dagen, terwijl 1959 er
112 telde. In Nieuw Beertha (Groningen) werd het tussen 22 juli en 9
september 2002 elke dag warmer dan 20 graden, een unieke reeks van 50 dagen
warme dagen.
Bovenstaande foto (uitvergroot) toont het oostelijk rivierenland om op de
zonnige 2e april 2001 om 13u30 opgenomen door de SPOT-satelliet en ontvangen
door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). Die dag was met
temperaturen tussen 20 en 23 graden de eerste warme dag van 2001.
Het is een false-colour: rood is vegetatie, grijs-blauw is bebouwing of kale
grond, blauw is water. De verschillen in blauwtint in de Rijn en Waal zijn
het gevolg van sedimenttransport-verschillen in de rivier. In de hoofdgeul
is het snelst stromende water zichtbaar met veel sedimenttransport, dit
geeft de lichtblauwe kleur omdat de sedimentconcentratie in de bovenste
centimeters van de waterlaag zeer hoog is (meer reflectie in de sensor van
de satelliet). Bezijden de hoofdgeulen, soms in uiterwaarden, soms achter de
zomerdijken, is een meer donkerblauwe tint te zien door minder snel stromend
water en daardoor meer bezinking van het sediment. Hier is het water
helderder ofwel een lagere sedimentconcentratie in de bovenste waterlaag (en
dus minder reflectie in de sensor van de satelliet). Oude meanders worden
vaak als eerste gevuld met water, de rivier herneemt zijn vroegere loop (zie
bijvoorbeeld Tolkamer - Millingen a/d Rijn en in Duitsland ten oosten van
Emmerich). Ook zichtbaar is het verschil in de hoeveelheden waterafvoer
tussen Maas en Rijn door de uiteenlopende weersomstandigheden in de
verschillende stroomgebieden in de afgelopen weken (zie ook Spot
satellietbeeld mist 15 februari 2001).
(Bron: NLR en Geoserve. Copyrights CNES 2001). Met dank aan Niek Schaap van
het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR).
Lente in het weer nader verklaard
Index het weer nader verklaard
Laatste wijziging: 24 maart 2003
Harry Geurts, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI
.