Signalen over invoeren modernisering AWBZ
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DBO-CB-U-2367358
21 maart 2003
Naar aanleiding van uw verzoek van 19 maart 2003 om te reageren op
signalen uit het veld in verband met de invoering van de modernisering
van de AWBZ, het volgende.
De modernisering van de AWBZ gaat 1 april 2003 van start. U geeft aan
signalen te hebben ontvangen uit het veld als zou de invoering van de
modernisering van de AWBZ tot problemen leiden. De invoering van de
modernisering van de AWBZ is een grote veranderingsoperatie die de
nodige inspanningen vereist. Daarom heb ik de afgelopen periode
voorzien in een zorgvuldig implementatietraject ten aanzien van de
invoering van de regeling pgb nieuwe stijl, een scholingstraject voor
de indicatiestellers en een intensieve voorlichtingscampagne in 25
regios. Wel realiseer ik me dat organisaties zoals zorgkantoren,
indicatieorganen en aanbieders moeten wennen aan het werken met een
nieuw systeem. Onbekendheid met en eventuele kinderziektes in nieuwe
systemen kunnen in de praktijk leiden tot problemen. Om deze mogelijke
problemen aan te kunnen pakken heb ik daarom voorzien in verschillende
achtervang- en ondersteuningsstructuren. Zo is er voor
indicatieorganen vanaf 1 april vanuit VWS extra achtervangcapaciteit
beschikbaar, in menskracht of middelen. Bij het CVZ is een helpdesk
ingericht voor organisaties ten behoeve van het snel signaleren en
oplossen van problemen. Deze helpdesk richt zich zowel op zorg in
natura als het persoonsgebonden budget.
Ik zal de gevolgen van de inwerkingtreding van de gemoderniseerde AWBZ
zowel op macro- als op microniveau goed volgen aan de hand van een
monitor en een signaleringsmodel. Wanneer hieruit blijkt dat zich
ongewenste zaken voordoen kan snel en effectief worden ingegrepen.
Mij zijn op het moment geen aanwijzingen bekend die de invoering van
de modernisering van de AWBZ op 1 april 2003 in de weg staan.
Natuurlijk zijn er onzekerheden, maar ik ben ervan overtuigd dat de
modernisering van de AWBZ een succes wordt.
Mocht u wel concrete signalen hebben, verzoek ik u deze aan mij te
overleggen.
Met mijn brief van 18 maart jl. heb ik u overigens onlangs voorzien
van informatiemateriaal voor cliënten en organisaties (AWBZ/2365526).
Tevens heb ik hierbij gewezen op de mogelijkheid aan u een toelichting
te geven over de veranderingen binnen de AWBZ door de
Directeur-Generaal Maatschappelijke Zorg en de leiding van het
project.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp