Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
http://www.minlnv.nl
MINLNV: Wijziging regelingen vogelpest
Directie Juridische Zaken
TRCJZ/2003/2567
Toelichting voor de Staatscourant
Met de onderhavige regeling worden enkele aanpassingen gepleegd in de
in verband met de uitbraak van aviaire influenza in Nederland
ingestelde maatregelen. De wijzigingen worden onderstaand puntsgewijs
toegelicht.
1. De landelijke regeling (behoudens vervoersbeperkingsgebieden)
Verzamelverbod alle vogels
In artikel I wordt . ter verdere beteugeling van de risico's van
verspreiding van aviaire influenza . het reeds ingevolge de Regeling
verzamelverbod pluimvee Nederland 2003 geldende verbod op het
verzamelen van pluimvee uitgebreid tot alle vogels. Ook de schorsing
van jaarbeurzen, markten, verkopingen en veilingen, tentoonstellingen,
keuringen en andere evenementen wordt uitgebreid tot alle vogels.
Daarmee komt het regime in vervoersbeperkingsgebieden thans overeen
met het regime in de rest van Nederland, zodat artikel 6a van de
Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 kan komen te
vervallen (Artikel III, onderdeel C).
Ophokplicht beperkt tot zone rondom Gelderse Vallei
In artikel II, onderdeel B, wordt de landelijk geldende verplichting
om pluimvee op te sluiten, beperkt tot een zone rondom het
vervoersverbodgebied Gelderse Vallei. Daarvoor is aanleiding omdat het
vervoersverbodgebied Geldserse Vallei in veterinair opzicht thans nog
een onrustig beeld laat zien. Het gevaar op verspreiding van smetstof
is in deze zone dan ook relatief groter dan in de rest van Nederland.
De begrenzing van het ophokgebied is opgenomen in bijlage 3.
Vervoer rechtstreeks naar een slachthuis van alle AI-gevoelige
dieren
Met artikel II, onderdeel C, wordt mogelijk gemaakt dat alle
AI-gevoelige dieren thans naar een slachthuis mogen worden vervoerd.
Dit vervoer moet rechtstreeks geschieden, en er moet binnen 12 uur
voor vertrek naar het slachthuis een gezondheidsverklaring zijn
opgesteld door een dierenarts.
Vervoer opfokhanen, opfokhennen, opfokmoederdieren en
opfokgrootouderdieren
Met artikel II, onderdeel D, wordt mogelijk gemaakt dat naast
eendagskuikens ook opfokhanen, opfokhennen, opfokmoederdieren en
opfokgrootouderdieren vervoerd mogen worden naar een bedrijf waar geen
andere AI-gevoelige dieren aanwezig zijn. Het vervoer van deze dieren
(behoudens de eendagskuikens) dient vergezeld te gaan van een
gezondheidsverklaring. Voorts dienen alle genoemde dieren eenmalig na
aankomst op het bedrijf door de dierenarts klinisch te worden
onderzocht.
Vervoer broedeieren
Artikel II, onderdeel E, van de wijzigingsregeling maakt het mogelijk
broedeieren afkomstig van geregistreerde vermeerderingsbedrijven te
vervoeren naar geregistreerde broederijen. Deze uitzondering van het
vervoersverbod is noodzakelijk om er voor zorg te dragen dat de
pluimveehouderij niet te zeer in haar bedrijfsvoering wordt beperkt.
Indien het vervoer van broedeieren niet wordt toegestaan zou dit het
ongewenste gevolg hebben dat in heel Nederland pluimveehouders
ernstige problemen krijgen met de bedrijfsvoering.
Verplaatsen vervoermiddelen en R&O verplichting
Met onderhavige wijzigingsregeling wordt een uitzondering gemaakt op
het verbod vervoermiddelen ten behoeve van het vervoer van
AI-gevoelige dieren, broedeieren en gebruikt strooisel en mest van
AI-gevoelige dieren, te verplaatsen binnen Nederland. De voorwaarde
hiervoor is dat het vervoermiddel wordt gereinigd en ontsmet
overeenkomstig een protocol dat door de directeur van de Voedsel en
Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en
Vlees, is goedgekeurd. Onder deze voorwaarde bestaat er uit veterinair
oogpunt geen bezwaar tegen deze uitzondering. Deze is noodzakelijk om
het mogelijk te maken dat lege vervoermiddelen door de
transportbedrijven weer kunnen worden ingezet voor hun
bedrijfsuitoefening.
Ingevolge deze wijziging komen het tweede en derde lid van artikel 6
van de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I
te vervallen. In dit lid was de hierboven genoemde voorwaarde van
reiniging en ontsmetting opgenomen specifiek voor het vervoer als
bedoeld in artikel 4, namelijk het vervoer van vleeskuikens, eenden,
kalkoenen en parelhoenders die rechtstreeks worden vervoerd naar een
slachthuis. Op grond van het in Artikel IV neergelegde overgangsrecht,
mogen deze vervoermiddelen tot 22 maart 2003, om 00.00 nog onder de
oude condities worden gebruikt.
2. De regeling voor de vervoersbeperkingsgebieden
Eenden naar slachthuis in BT-gebied. (Artikel III, onderdelen A en
B)
Door wijziging van artikel 3c en artikel 4, zevende lid, van de
Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 wordt het mogelijk
gemaakt om eenden van buiten het vervoersbeperkingsgebied te brengen
naar slachthuizen binnen dat gebied. Deze voorziening is noodzakelijk
omdat de enige twee eendenslachterijen in Nederland beide in het
vervoersbeperkingsgebied liggen. Overigens mogen de geslachte eenden
vervolgens uitsluitend op de Nederlandse markt worden afgezet.
Lege vervoermiddelen uit vervoersbeperkingsgebied (Artikel III,
onderdeel B)
In artikel 4, achtste lid, van Regeling vervoersbeperkingsgebieden
pluimvee 2003 wordt een uitzondering gemaakt op het verbod
vervoermiddelen ten behoeve van het vervoer van AI-gevoelige dieren,
eieren en gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren te
verplaatsen uit het vervoersbeperkingsgebied. De voorwaarde hiervoor
is dat het vervoermiddel wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een
protocol dat door de directeur van de Voedsel- en Waren Autoriteit,
onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees is goedgekeurd.
Onder deze voorwaarde bestaat er uit veterinair oogpunt geen bezwaar
tegen deze uitzondering. Deze uitzondering is noodzakelijk om het
mogelijk te maken dat transportbedrijven deze lege vervoermiddelen
eenmalig uit een gebied kunnen verplaatsen, teneinde deze
transportmiddelen buiten een gebied in te zetten voor hun
bedrijfsuitoefening.
Na verplaatsing uit het gebied kan een vervoermiddel . althans zolang
de onderhavige beperkingen gelden . niet meer terug naar het gebied
worden verplaatst. Om de reiniging en de ontsmetting van een leeg
vervoermiddel na verplaatsing uit het gebied te bevorderen is bepaald
dat de speciale inrichtingen van een vervoermiddel, zoals kratten voor
het vervoeren van eieren en AI-gevoelige dieren, het gebied niet
verlaten.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ;
Gelet op Richtlijn nr. 92/40/EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire
maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PbEG L 167);
Gelet op beschikking nr. 2003/191/EG van de Commissie van de Europese
Gemeenschappen van 19 maart 2003 tot vaststelling van beschermende
maatregelen in verband met aviaire influenza in Nederland (PbEG L
74);
Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de
Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1990 inzake
veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautair
handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het
vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L
224);
Gelet op de artikelen 15, eerste lid, onderdelen b en e, 17, 18,
eerste en tweede lid, 29, 30, eerste en derde lid, en 31 van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
ARTIKEL I
In de artikelen 2 en 3 van de Regeling verzamelverbod pluimvee 2003,
wordt .AI-gevoelige dieren. telkens vervangen door: vogels.
ARTIKEL II
De Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I wordt
gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1 wordt de punt aan het slot van onderdeel c vervangen door
een puntkomma en wordt een nieuw onderdeel d toegevoegd, luidende:
d. ophokgebied: gebied, bedoeld in bijlage III.
B
Artikel 3b komt als volgt te luiden:
Artikel 3b
In het ophokgebied is de eigenaar, houder of hoeder van AI-gevoelige
dieren verplicht de AI-gevoelige dieren op te sluiten in een ruimte
die zodanig is afgeschermd dat wordt voorkomen dat andere vogels en
hun uitwerpselen in deze ruimte kunnen doordringen.
C
Artikel 4 komt als volgt te luiden:
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, is niet van toepassing op
het vervoer van AI-gevoelige dieren die rechtstreeks worden vervoerd
naar een slachthuis.
2. Het eerste lid is van toepassing indien een door een
dierenarts ondertekende gezondheidsverklaring, opgemaakt binnen 12 uur
voor vertrek naar het slachthuis en opgesteld overeenkomstig het in
bijlage 1 bij deze regeling opgenomen model, tijdens het vervoer op
een transportmiddel aanwezig is en voorafgaand aan het lossen op het
slachthuis is afgegeven aan de keuringsambtenaar.
D
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt .eendagskuikens. vervangen door:
eendagskuikens, opfokhanen, opfokhennen, opfokmoederdieren en
opfokgrootouderdieren.
2. Het tweede lid wordt vervangen door twee nieuwe leden, luidende:
2. Het vervoer van de in het eerste lid genoemde opfokhanen,
opfokleghennen, opfokmoederdieren en opfokgrootouderdieren vindt
plaats onder de voorwaarde dat:
. een door een dierenarts ondertekende gezondheidsverklaring,
opgemaakt binnen 12 uur voor vertrek van het bedrijf van herkomst en
opgesteld overeenkomstig het in bijlage II bij deze regeling opgenomen
model, in afschrift aanwezig is op het bedrijf van herkomst, en
. het origineel van deze gezondheidsverklaring tijdens het
vervoer op het transportmiddel aanwezig is en vervolgens op het
bedrijf van bestemming tot nader order wordt bewaard.
3. Na aankomst op het bedrijf van bestemming dient de eigenaar,
houder of hoeder van de in het eerste lid genoemde eendagskuikens,
opfokhanen, opfokhennen, opfokmoederdieren en opfokgrootouderdieren
deze binnen 7 dagen te laten onderzoeken door een dierenarts op AI.
Van elke inspectie wordt door de dierenarts een verklaring opgemaakt,
welke verklaring op het desbetreffende bedrijf tot nader order wordt
bewaard. De dierenarts meldt terstond eventuele symptomen van AI aan
de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst
voor de keuring van Vee en Vlees.
E
Na artikel 5a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5b
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, is niet van toepassing op
het vervoer van broedeieren afkomstig van vermeerderingsbedrijven,
geregistreerd overeenkomstig de Verordening productie van en handel in
broedeieren en levend pluimvee 1992 die rechtstreeks worden vervoerd
met een of meer vervoermiddelen naar een, overeenkomstig de
Verordening productie en handel in broedeieren en levend pluimvee 1992
geregistreerde, broederij.
2. De in het eerste lid bedoelde broedeieren worden vervoerd,
verpakt, opgeslagen en ingelegd overeenkomstig een door de directeur
van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de
keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol.
F
In artikel 6 komen het tweede en derde lid te vervallen.
G
Artikel 7 komt te luiden als volgt:
Artikel 7
1. Het is verboden vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd
voor het vervoer van:
a. AI gevoelige dieren;
b. broedeieren, en
c. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren,
te verplaatsen binnen Nederland.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing
indien:
a. ingeval van vervoer, bedoeld in de artikelen 4, 5, 5a en 5b en
van artikel 3c van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee
2003 het vervoermiddel wordt gereinigd en ontsmet overeenkomstig een
door de directeur van de Voedsel en Warenautoriteit, onderdeel
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, ten aanzien van het
desbetreffende vervoer goedgekeurd protocol;
b. ingeval van ander vervoer dan bedoeld in de artikelen 4, 5, 5a
en 5b, het vervoermiddel wordt gereinigd en ontsmet, overeenkomstig
een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, voor het desbetreffende
vervoermiddel goedgekeurde protocol en het vervoermiddel vervolgens
telkens voordat het een plaats verlaat waar AI-gevoelige dieren
aanwezig zijn wordt gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de
directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst
voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol.
H
Bijlage 1 wordt vervangen door de bij deze regeling opgenomen
bijlagen.
ARTIKEL III
De Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 wordt gewijzigd
als volgt:
A
Na artikel 3b wordt een nieuw artikel 3c ingevoegd, luidende:
Artikel 3c
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder
a, is niet van toepassing ten aanzien van eenden die rechtstreeks
worden vervoerd naar een slachthuis, indien:
a. deze eenden worden vervoerd naar een slachthuis dat is
aangewezen door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit,
onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees;
b. deze eenden worden vervoerd langs een door de directeur van de
Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van
Vee en Vlees aangewezen route, en
c. het van de eenden afkomstige vlees niet buiten Nederland wordt
gebracht en binnen Nederland wordt gedistribueerd overeenkomstig een
door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol.
B
Aan artikel 4 worden de volgende leden toegevoegd:
7. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, is
niet van toepassing ten aanzien van een vervoermiddel dat wordt
gebruikt of kennelijk is bestemd voor het vervoer van eenden. Deze
vervoermiddelen worden afgedekt, gereinigd en ontsmet overeenkomstig
een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees goedgekeurd protocol.
8. Het verbod is niet van toepassing ten aanzien van een
vervoermiddel waaruit de speciale inrichtingen ten behoeve van het
vervoer, bedoeld in het eerste lid, zijn verwijderd en dat uit het
gebied wordt verplaatst overeenkomstig een door de directeur van de
Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van
Vee en Vlees, goedgekeurd protocol. De speciale inrichtingen verlaten
het gebied niet.
C
Artikel 6a komt te vervallen.
ARTIKEL IV
In afwijking van artikel 7, tweede lid, onderdeel a, van de Tijdelijke
regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I blijven de
artikelen artikelen 6, tweede lid, en 6, derde lid, van de Tijdelijke
regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I zoals deze luidden
voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling, tot 22 maart
2003, om 00.00 uur van kracht, voor zover het betreft het vervoer van
vleeskuikens, eenden, kalkoenen parelhoenders en eendagskuikens.
ARTIKEL V
Deze regeling wordt bekend gemaakt aan de media en treedt op 21 maart
2003 om 00.00 uur in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
Bijlage 1
GEZONDHEIDSVERKLARING
Voor AI-gevoelige dieren gehouden buiten de gebieden aangewezen in
bijlage I bij de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en
geslacht worden buiten deze gebieden in Nederland.
In te vullen door de pluimveehouder
Naam pluimveehouder :
Laadadres bedrijf :
UBN :
Betreft AI-gevoelige soort :
Aantal :
Adres slachterij :
Kenteken vrachtauto
en/of aanhanger :
Datum :
Hantekening houder AI-gevoelige dieren:
In te vullen door de dierenarts
Ondergetekende verklaart:
- Alle pluimvee op bovenstaand bedrijf klinisch geïnspecteerd te
hebben op:
Datum :
Tijd :
- Bij deze dieren geen klinische verschijnselen te hebben
geconstateerd die wijzen op Aviare Influenza of enige andere
aangifteplichtige besmettelijke dierziekte.
- Het onderzoek binnen 12 uur voorafgaand aan het laden van de
AI-gevoelige dieren te hebben uitgevoerd.
Naam dierenarts :
Adres :
Woonplaats :
Telefoonr. Praktijk :
Datum :
Handtekening dierenarts:
Bijlage II
GEZONDHEIDSVERKLARING
Voor opfokhanen, opfokleghennen, opfokmoederdieren en
opfokgrootouderdieren gehouden buiten de gebieden aangewezen in
bijlage I bij de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en
die worden verplaatst buiten deze gebieden in Nederland.
In te vullen door de pluimveehouder
Naam pluimveehouder :
Laadadres bedrijf :
UBN :
Betreft pluimveesoort : opfokhanen / opfokleghennen
/opfokmoederdieren / opfokgrootouderdieren.
Aantal :
Afleveradres :
Kenteken vrachtauto en / of aanhanger :
Datum :
Handtekening pluimveehouder :
In te vullen door de dierenarts
Ondergetekende verklaart :
- Alle pluimvee op bovenstaand bedrijf klinisch geïnspecteerd te
hebben op:
Datum :
Tijd :
- Bij deze dieren geen klinische verschijnselen te hebben
geconstateerd die wijzen op Aviare Influenza of enige andere
aangifteplichtige besmettelijke dierziekte.
- Het onderzoek binnen 12 uur voorafgaand aan het laden van het
pluimvee te hebben uitgevoerd.
Naam dierenarts
Adres :
Woonplaats :
Telefoonr. Praktijk :
Datum :
Handtekening :
Bijlage III
Het ophokgebied is het gebied, gelegen tussen de grenzen van het
vervoersbeperkingsgebied Gelderse Vallei, bedoeld in Bijlage I,
onderdeel A, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003
en de navolgende begrenzing:
1. Vanaf de Ketelbrug in oostelijke richting het Ketelmeer
volgend tot de monding van de IJssel .
2. Vanaf de monding van de IJssel de IJssel volgend tot aan de
kruising met de snelweg A28.
3. Vanaf de kruising met de IJssel de A28 in westelijke richting
volgend tot verkeersknooppunt Hattemerbroek.
4. Vanaf knooppunt Hattemerbroek de A50 in zuidelijke richting
volgend tot verkeersknooppunt Waterberg.
5. Vanaf knooppunt Waterberg de A50 in westelijke richting
volgend tot de kruising met de Koningsweg (N310).
6. Vanaf het viaduct over de A50 de Koningsweg (N310) in
zuidelijke richting volgend tot aan de Amsterdamseweg (N224)
(Arnhem).
7. Amsterdamseweg N224 (Arnhem) volgend in oostelijke richting
tot Zijpendaalseweg.
8. Zijpendaalseweg volgend in zuidelijke richting via het
Willemsplein, volgend in zuidelijke richting overgaand in
Roermondsplein overgaand in de Nelson Mandelabrug overgaand in
Eldenseweg tot de Batavierenweg.
9. Batavierenweg volgend in oostelijke richting tot aan de
Nijmeegseweg (A325).
10. Nijmeegseweg (A325 ) volgend in zuidelijke richting overgaand
in A325 tot aan verkeersknooppunt Ressen.
11. Vanaf verkeersknooppunt Ressen de snelweg A15 volgend in
westelijke richting tot verkeersknooppunt Valburg.
12. Vanaf verkeersknooppunt Valburg de snelweg A50 volgen in
zuidelijke richting tot aan de rivier De Waal.
13. De rivier De Waal volgend in westelijke richting tot aan de
brug bij Zaltbommel (snelweg A2).
14. Vanaf de rivier De Waal de A2 volgend in noordelijke richting
tot verkeersknooppunt Everdingen.
15. Vanaf verkeersknooppunt Everdingen de A27 volgend in
noordelijke richting tot de aansluiting op de A6.
16. Vanaf de aansluiting op de A27 de A6 volgend in noordelijke
richting tot aan de Ketelbrug.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
20 mrt 03 23:39