Vereniging Nederlandse Gemeenten
---
Steeds meer wijken met 'gebiedsgericht' bestuur en
ambtenarenapparaat (21/3/2003)
Gemeenten werken hard om de kloof tussen de burger en de gemeentelijke
overheid te dichten. Zo richt het gemeentelijk bestuur zich in
toenemende mate op de directe leefomgeving van de burger, getuige de
opkomst van onder meer gebiedswethouders en vormen van buurtbeheer.
Ook het ambtenarenapparaat met bijbehorende dienstverlening wordt
steeds vaker in de wijken ondergebracht. De VNG benadrukte tijdens het
congres Bestuur in de buurt, dat de VNG met het ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 20 maart organiseerde,
dat gemeenten de vrijheid moeten houden om naar eigen inzicht burgers
bij het bestuur te betrekken: centrale regelgeving doet de lokale
situatie en vindingrijkheid te kort.
De burger als medevormgever van het beleid: dit is de rol die
gemeenten hun inwoners tegenwoordig toekennen, om zodoende de kloof
tussen de overheid en de burger te dichten. De dualisering heeft het
gemeentelijk bestuur een jaar geleden ingrijpend veranderd: niet
alleen is er een heldere verdeling van bevoegdheden gekomen, één van
de redenen van de operatie was dat burgers een grotere rol bij de
beleidsvorming zouden krijgen.
Met interactieve beleidsvorming, burgerparticipatie en het
burgerinitiatief dat burgers in staat stelt rechtstreeks een plan bij
het gemeentebestuur in te dienen betrekken gemeenten de burgers bij
het bestuur. De tevredenheid van de burger en het vertrouwen dat de
burger in de gemeentelijke overheid stelt, is voor gemeenten een
belangrijk thema. Gemeenten zien hun burgers als medevormgever van het
beleid, maar niet alle burgers maken van deze rol gebruik. Daarom
zoeken gemeenten naar methoden om de burger toch zo optimaal mogelijk
bij het lokale bestuur te betrekken.
Eén methode die inmiddels in veel gemeenten wordt toegepast, is het
gebiedsgericht werken: één of meerdere gemeentelijke taken worden niet
zondermeer centraal vanuit het gemeentehuis uitgevoerd, maar worden
beter afgestemd op de wijken. Gebiedswethouders of vormen van
buurtbeheer zijn hier voorbeelden van. Het voordeel is dat op het
niveau van de wijk of de buurt de participatie van de burger nog meer
tot haar recht kan komen. Immers, hoe dichterbij de leefomgeving van
de burger, hoe groter diens betrokkenheid.
Een andere methode om de gemeentelijke overheid dichter bij de burger
te brengen is de zogenoemde ambtelijke deconcentratie: de ambtelijke
dienstverlening wordt niet meer geleverd vanuit het gemeentehuis, maar
vanuit de wijk, dicht bij de burger. In verschillende gemeenten wordt
deze vorm van dienstverlening in de directe leefomgeving van de burger
met succes toegepast.
Corien Pels Rijcken, sectordirecteur Bestuurlijke en juridische zaken
bij de VNG, betoogde in haar speech dat iedere gemeente gelegenheid
moet krijgen om, afgestemd op de eigen bestuurscultuur en specifieke
situatie, methoden te ontwikkelen om de burgers bij het bestuur te
betrekken. Centrale regie op dit punt is funest voor de gemeentelijke
vindingrijkheid, waarschuwde Pels Rijcken.
Dit wil overigens niet zeggen dat de VNG de gemeenten ieder voor zich
het wiel laat uitvinden: zowel in de dienstverlening als in de
platformfunctie die de VNG vervult, zorgt de vereniging ervoor dat
alle gemeenten hun voordeel kunnen doen met de ervaringen die elders
zijn opgedaan.