Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Rapport over steun aan voetbalclubs verschenen
21 maart 2003
In Nederland onderhouden alle 33 gemeenten met een betaald voetbal
organisatie (bvo) financiële relaties met de bvo en/of de stadions.
Over de afgelopen tien jaar zijn 178 transacties vastgesteld tussen
gemeenten en hun bvo's en stadions. De bedragen lopen uiteen van
enkele duizenden tot tientallen miljoenen euro's. In totaal gaat het
om financiële relaties ter waarde van meer dan 300 miljoen euro.
Ongeveer 80% van dit bedrag (240 miljoen euro) heeft betrekking op de
financiële relaties tussen gemeenten en hun stadions. Twintig procent
(60 miljoen euro) betreft de relatie tussen gemeenten en hun bvo's.
Dit blijkt uit een onderzoek dat KPMG in opdracht van het ministerie
van BZK heeft uitgevoerd.
Uit het onderzoek zijn zes soorten financiële relaties naar voren
gekomen: gift, lening, garantiestelling, financiële bijdrage van
gemeente met tegenprestatie, financiële bijdrage aan gemeente met
tegenprestatie en symbolische bijdrage aan gemeente met
tegenprestatie. Giften (subsidies) vormen hierbinnen met ca. 100
miljoen euro de grootste groep, gevolgd door financiële bijdragen van
gemeenten aan bvos of stadions waar een tegenprestatie tegenoverstaat
(80 miljoen euro).
Minister Remkes van BZK heeft het onderzoeksrapport inmiddels
toegezonden aan de betrokken gemeenten. Een punt van aandacht is
volgens hem dat relevante kennis op dit terrein binnen gemeenten vaak
niet of versnipperd aanwezig is. Daarnaast is er over de regelgeving
volgens de gemeenten nog veel onduidelijk. Het ministerie van BZK zal
dan ook proberen te bereiken dat de betrokken gemeenten nadere
informatie krijgen die het mogelijk maakt een goede afweging te maken
ten aanzien van steunverlening en de diverse vormen van financiële
relaties. Daarom zal de interdepartementale werkgroep mede op basis
van het KPMG-rapport met de Europese Commissie spreken over de
financiële ondersteuning van bvo's.
Remkes onderstreept nog eens dat het primair de eigen
verantwoordelijkheid van de gemeenten is hoe om te gaan met
steunverlening aan bvo's. Hij vindt het daarom van belang dat zij zelf
een systeem ontwikkelen voor signalering en toetsing of voorgenomen
vormen van steunverlening wel of niet als staatssteun moeten worden
beschouwd en gemeld aan de Europese Commissie. Het ministerie van BZK
zal met de VNG en IPO gaan overleggen om te komen tot een uniforme
aanpak op dit terrein.
Los van de vraag of er sprake is van staatssteun, benadrukt Remkes in
zijn brief bij het voetbalrapport dat bij beslissingen over
staatssteun aan betaald voetbalorganisaties en/of stadions de
consequenties hiervan voor de financiële positie van de desbetreffende
gemeente of provincie nadrukkelijk worden meegewogen. Betaald
voetbalorganisaties en stadions blijken vaak niet zonder elkaar te
kunnen voortbestaan. De gemeentes en provincies zouden de risico's van
o.a. leningen en garantstellingen goed in kaart moeten brengen en daar
hun weerstandsvermogen op af moeten stemmen. Remkes gaat de provincies
vragen daar in de komende jaren in hun toezicht op de gemeentes
rekening mee te houden. Hij gaat dat zelf ook doen in zijn toezicht op
de provincies.
---
© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -