Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Dossier Klassieke vogelpest
Wijziging regelingen
dd. 21-03-2003 00:00 uur
Toelichting voor de Staatscourant
Met de onderhavige regeling worden enkele aanpassingen gepleegd in de
in verband met de uitbraak van aviaire influenza in Nederland
ingestelde maatregelen. De wijzigingen worden onderstaand puntsgewijs
toegelicht.
1. De landelijke regeling (behoudens vervoersbeperkingsgebieden)
Verzamelverbod alle vogels
In artikel I wordt - ter verdere beteugeling van de risico's van
verspreiding van aviaire influenza - het reeds ingevolge de
Regeling verzamelverbod pluimvee Nederland 2003 geldende verbod op
het verzamelen van pluimvee uitgebreid tot alle vogels. Ook de
schorsing van jaarbeurzen, markten, verkopingen en veilingen,
tentoonstellingen, keuringen en andere evenementen wordt
uitgebreid tot alle vogels. Daarmee komt het regime in
vervoersbeperkingsgebieden thans overeen met het regime in de rest
van Nederland, zodat artikel 6a van de Regeling
vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 kan komen te vervallen
(Artikel III, onderdeel C).
Ophokplicht beperkt tot zone rondom Gelderse Vallei
In artikel II, onderdeel B, wordt de landelijk geldende
verplichting om pluimvee op te sluiten, beperkt tot een zone
rondom het vervoersverbodgebied Gelderse Vallei. Daarvoor is
aanleiding omdat het vervoersverbodgebied Geldserse Vallei in
veterinair opzicht thans nog een onrustig beeld laat zien. Het
gevaar op verspreiding van smetstof is in deze zone dan ook
relatief groter dan in de rest van Nederland. De begrenzing van
het ophokgebied is opgenomen in bijlage 3.
Vervoer rechtstreeks naar een slachthuis van alle AI-gevoelige
dieren
Met artikel II, onderdeel C, wordt mogelijk gemaakt dat alle
AI-gevoelige dieren thans naar een slachthuis mogen worden
vervoerd. Dit vervoer moet rechtstreeks geschieden, en er moet
binnen 12 uur voor vertrek naar het slachthuis een
gezondheidsverklaring zijn opgesteld door een dierenarts.
Vervoer opfokhanen, opfokhennen, opfokmoederdieren en
opfokgrootouderdieren
Met artikel II, onderdeel D, wordt mogelijk gemaakt dat naast
eendagskuikens ook opfokhanen, opfokhennen, opfokmoederdieren en
opfokgrootouderdieren vervoerd mogen worden naar een bedrijf waar
geen andere AI-gevoelige dieren aanwezig zijn. Het vervoer van
deze dieren (behoudens de eendagskuikens) dient vergezeld te gaan
van een gezondheidsverklaring. Voorts dienen alle genoemde dieren
eenmalig na aankomst op het bedrijf door de dierenarts klinisch te
worden onderzocht.
Vervoer broedeieren
Artikel II, onderdeel E, van de wijzigingsregeling maakt het
mogelijk broedeieren afkomstig van geregistreerde
vermeerderingsbedrijven te vervoeren naar geregistreerde
broederijen. Deze uitzondering van het vervoersverbod is
noodzakelijk om er voor zorg te dragen dat de pluimveehouderij
niet te zeer in haar bedrijfsvoering wordt beperkt. Indien het
vervoer van broedeieren niet wordt toegestaan zou dit het
ongewenste gevolg hebben dat in heel Nederland pluimveehouders
ernstige problemen krijgen met de bedrijfsvoering.
Verplaatsen vervoermiddelen en R&O verplichting
Met onderhavige wijzigingsregeling wordt een uitzondering gemaakt
op het verbod vervoermiddelen ten behoeve van het vervoer van
AI-gevoelige dieren, broedeieren en gebruikt strooisel en mest van
AI-gevoelige dieren, te verplaatsen binnen Nederland. De
voorwaarde hiervoor is dat het vervoermiddel wordt gereinigd en
ontsmet overeenkomstig een protocol dat door de directeur van de
Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring
van Vee en Vlees, is goedgekeurd. Onder deze voorwaarde bestaat er
uit veterinair oogpunt geen bezwaar tegen deze uitzondering. Deze
is noodzakelijk om het mogelijk te maken dat lege vervoermiddelen
door de transportbedrijven weer kunnen worden ingezet voor hun
bedrijfsuitoefening.
Ingevolge deze wijziging komen het tweede en derde lid van artikel
6 van de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee
2003 I te vervallen. In dit lid was de hierboven genoemde
voorwaarde van reiniging en ontsmetting opgenomen specifiek voor
het vervoer als bedoeld in artikel 4, namelijk het vervoer van
vleeskuikens, eenden, kalkoenen en parelhoenders die rechtstreeks
worden vervoerd naar een slachthuis. Op grond van het in Artikel
IV neergelegde overgangsrecht, mogen deze vervoermiddelen tot 22
maart 2003, om 00.00 nog onder de oude condities worden gebruikt.
2. De regeling voor de vervoersbeperkingsgebieden
Eenden naar slachthuis in BT-gebied. (Artikel III, onderdelen A en
B)
Door wijziging van artikel 3c en artikel 4, zevende lid, van de
Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 wordt het
mogelijk gemaakt om eenden van buiten het vervoersbeperkingsgebied
te brengen naar slachthuizen binnen dat gebied. Deze voorziening
is noodzakelijk omdat de enige twee eendenslachterijen in
Nederland beide in het vervoersbeperkingsgebied liggen. Overigens
mogen de geslachte eenden vervolgens uitsluitend op de Nederlandse
markt worden afgezet.
Lege vervoermiddelen uit vervoersbeperkingsgebied (Artikel III,
onderdeel B)
In artikel 4, achtste lid, van Regeling vervoersbeperkingsgebieden
pluimvee 2003 wordt een uitzondering gemaakt op het verbod
vervoermiddelen ten behoeve van het vervoer van AI-gevoelige
dieren, eieren en gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige
dieren te verplaatsen uit het vervoersbeperkingsgebied. De
voorwaarde hiervoor is dat het vervoermiddel wordt gereinigd en
ontsmet overeenkomstig een protocol dat door de directeur van de
Voedsel- en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de
keuring van Vee en Vlees is goedgekeurd. Onder deze voorwaarde
bestaat er uit veterinair oogpunt geen bezwaar tegen deze
uitzondering. Deze uitzondering is noodzakelijk om het mogelijk te
maken dat transportbedrijven deze lege vervoermiddelen eenmalig
uit een gebied kunnen verplaatsen, teneinde deze transportmiddelen
buiten een gebied in te zetten voor hun bedrijfsuitoefening.
Na verplaatsing uit het gebied kan een vervoermiddel - althans
zolang de onderhavige beperkingen gelden - niet meer terug naar
het gebied worden verplaatst. Om de reiniging en de ontsmetting
van een leeg vervoermiddel na verplaatsing uit het gebied te
bevorderen is bepaald dat de speciale inrichtingen van een
vervoermiddel, zoals kratten voor het vervoeren van eieren en
AI-gevoelige dieren, het gebied niet verlaten.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ;
Gelet op Richtlijn nr. 92/40/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PbEG L 167);
Gelet op beschikking nr. 2003/191/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 maart 2003 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met aviaire influenza in Nederland (PbEG L 74);
Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de
Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1990 inzake
veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautair
handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het
vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L
224);
Gelet op de artikelen 15, eerste lid, onderdelen b en e, 17, 18,
eerste en tweede lid, 29, 30, eerste en derde lid, en 31 van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
ARTIKEL I
In de artikelen 2 en 3 van de Regeling verzamelverbod pluimvee 2003,
wordt 'AI-gevoelige dieren' telkens vervangen door: vogels.
ARTIKEL II
De Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I wordt
gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1 wordt de punt aan het slot van onderdeel c vervangen door
een puntkomma en wordt een nieuw onderdeel d toegevoegd, luidende:
d. ophokgebied: gebied, bedoeld in bijlage III.
B
Artikel 3b komt als volgt te luiden:
Artikel 3b
In het ophokgebied is de eigenaar, houder of hoeder van AI-gevoelige
dieren verplicht de AI-gevoelige dieren op te sluiten in een ruimte
die zodanig is afgeschermd dat wordt voorkomen dat andere vogels en
hun uitwerpselen in deze ruimte kunnen doordringen.
C
Artikel 4 komt als volgt te luiden:
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, is niet van toepassing op het
vervoer van AI-gevoelige dieren die rechtstreeks worden vervoerd
naar een slachthuis.
2. Het eerste lid is van toepassing indien een door een dierenarts
ondertekende gezondheidsverklaring, opgemaakt binnen 12 uur voor
vertrek naar het slachthuis en opgesteld overeenkomstig het in
bijlage 1 bij deze regeling opgenomen model, tijdens het vervoer
op een transportmiddel aanwezig is en voorafgaand aan het lossen
op het slachthuis is afgegeven aan de keuringsambtenaar.
D
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt 'eendagskuikens' vervangen door:
eendagskuikens, opfokhanen, opfokhennen, opfokmoederdieren en
opfokgrootouderdieren.
2. Het tweede lid wordt vervangen door twee nieuwe leden, luidende:
2. Het vervoer van de in het eerste lid genoemde opfokhanen,
opfokleghennen, opfokmoederdieren en opfokgrootouderdieren
vindt plaats onder de voorwaarde dat:
o een door een dierenarts ondertekende
gezondheidsverklaring, opgemaakt binnen 12 uur voor
vertrek van het bedrijf van herkomst en opgesteld
overeenkomstig het in bijlage II bij deze regeling
opgenomen model, in afschrift aanwezig is op het bedrijf
van herkomst, en
o het origineel van deze gezondheidsverklaring tijdens het
vervoer op het transportmiddel aanwezig is en vervolgens
op het bedrijf van bestemming tot nader order wordt
bewaard.
3. Na aankomst op het bedrijf van bestemming dient de eigenaar,
houder of hoeder van de in het eerste lid genoemde
eendagskuikens, opfokhanen, opfokhennen, opfokmoederdieren en
opfokgrootouderdieren deze binnen 7 dagen te laten
onderzoeken door een dierenarts op AI. Van elke inspectie
wordt door de dierenarts een verklaring opgemaakt, welke
verklaring op het desbetreffende bedrijf tot nader order
wordt bewaard. De dierenarts meldt terstond eventuele
symptomen van AI aan de directeur van de Voedsel en Waren
Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en
Vlees.
E
Na artikel 5a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5b
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, is niet van toepassing op het
vervoer van broedeieren afkomstig van vermeerderingsbedrijven,
geregistreerd overeenkomstig de Verordening productie van en
handel in broedeieren en levend pluimvee 1992 die rechtstreeks
worden vervoerd met een of meer vervoermiddelen naar een,
overeenkomstig de Verordening productie en handel in broedeieren
en levend pluimvee 1992 geregistreerde, broederij.
2. De in het eerste lid bedoelde broedeieren worden vervoerd,
verpakt, opgeslagen en ingelegd overeenkomstig een door de
directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd
protocol.
F
In artikel 6 komen het tweede en derde lid te vervallen.
G
Artikel 7 komt te luiden als volgt:
Artikel 7
1. Het is verboden vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd
voor het vervoer van:
a. AI gevoelige dieren;
b. broedeieren, en
c. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren,
te verplaatsen binnen Nederland.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing
indien:
a. ingeval van vervoer, bedoeld in de artikelen 4, 5, 5a en 5b
en van artikel 3c van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden
pluimvee 2003 het vervoermiddel wordt gereinigd en ontsmet
overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en
Warenautoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van
Vee en Vlees, ten aanzien van het desbetreffende vervoer
goedgekeurd protocol;
b. ingeval van ander vervoer dan bedoeld in de artikelen 4, 5,
5a en 5b, het vervoermiddel wordt gereinigd en ontsmet,
overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren
Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en
Vlees, voor het desbetreffende vervoermiddel goedgekeurde
protocol en het vervoermiddel vervolgens telkens voordat het
een plaats verlaat waar AI-gevoelige dieren aanwezig zijn
wordt gereinigd en ontsmet, overeenkomstig een door de
directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd
protocol.
H
Bijlage 1 wordt vervangen door de bij deze regeling opgenomen
bijlagen.
ARTIKEL III
De Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 wordt gewijzigd
als volgt:
A
Na artikel 3b wordt een nieuw artikel 3c ingevoegd, luidende: Artikel
3c
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a,
is niet van toepassing ten aanzien van eenden die rechtstreeks
worden vervoerd naar een slachthuis, indien:
a. deze eenden worden vervoerd naar een slachthuis dat is
aangewezen door de directeur van de Voedsel en Waren
Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en
Vlees;
b. deze eenden worden vervoerd langs een door de directeur van
de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de
keuring van Vee en Vlees aangewezen route, en
c. het van de eenden afkomstige vlees niet buiten Nederland
wordt gebracht en binnen Nederland wordt gedistribueerd
overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren
Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en
Vlees goedgekeurd protocol.
B
Aan artikel 4 worden de volgende leden toegevoegd:
7. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, is niet
van toepassing ten aanzien van een vervoermiddel dat wordt
gebruikt of kennelijk is bestemd voor het vervoer van eenden. Deze
vervoermiddelen worden afgedekt, gereinigd en ontsmet
overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren
Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
goedgekeurd protocol.
8. Het verbod is niet van toepassing ten aanzien van een
vervoermiddel waaruit de speciale inrichtingen ten behoeve van het
vervoer, bedoeld in het eerste lid, zijn verwijderd en dat uit het
gebied wordt verplaatst overeenkomstig een door de directeur van
de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de
keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol. De speciale
inrichtingen verlaten het gebied niet.
C
Artikel 6a komt te vervallen.
ARTIKEL IV
In afwijking van artikel 7, tweede lid, onderdeel a, van de Tijdelijke
regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I blijven de
artikelen artikelen 6, tweede lid, en 6, derde lid, van de Tijdelijke
regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I zoals deze luidden
voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling, tot 22 maart
2003, om 00.00 uur van kracht, voor zover het betreft het vervoer van
vleeskuikens, eenden, kalkoenen parelhoenders en eendagskuikens.
ARTIKEL V
Deze regeling wordt bekend gemaakt aan de media en treedt op 21 maart
2003 om 00.00 uur in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
Bijlage 1
GEZONDHEIDSVERKLARING
Voor AI-gevoelige dieren gehouden buiten de gebieden aangewezen in
bijlage I bij de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en
geslacht worden buiten deze gebieden in Nederland.
---
In te vullen door de pluimveehouder
Naam pluimveehouder :
Laadadres bedrijf :
UBN :
Betreft AI-gevoelige soort :
Aantal :
Adres slachterij :
Kenteken vrachtauto en / of aanhanger :
Datum :
Hantekening houder AI-gevoelige dieren :
---
In te vullen door de dierenarts
Ondergetekende verklaart :
- Alle pluimvee op bovenstaand bedrijf klinisch geïnspecteerd te
hebben op:
Datum :
Tijd :
- Bij deze dieren geen klinische verschijnselen te hebben
geconstateerd die wijzen op Aviare Influenza of enige andere
aangifteplichtige besmettelijke dierziekte.
- Het onderzoek binnen 12 uur voorafgaand aan het laden van de
AI-gevoelige dieren te hebben uitgevoerd.
Naam dierenarts :
Adres :
Woonplaats :
Telefoonr. Praktijk :
Datum :
Handtekening dierenarts :
Bijlage II
GEZONDHEIDSVERKLARING
Voor opfokhanen, opfokleghennen, opfokmoederdieren en
opfokgrootouderdieren gehouden buiten de gebieden aangewezen in
bijlage I bij de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en
die worden verplaatst buiten deze gebieden in Nederland.
---
In te vullen door de pluimveehouder
Naam pluimveehouder :
Laadadres bedrijf :
UBN :
Betreft pluimveesoort : opfokhanen / opfokleghennen /opfokmoederdieren
/ opfokgrootouderdieren *
Aantal :
Afleveradres :
Adres slachterij :
Kenteken vrachtauto en / of aanhanger :
Datum :
Hantekening pluimveehouder :
---
In te vullen door de dierenarts
Ondergetekende verklaart :
- Alle pluimvee op bovenstaand bedrijf klinisch geïnspecteerd te
hebben op:
Datum :
Tijd :
- Bij deze dieren geen klinische verschijnselen te hebben
geconstateerd die wijzen op Aviare Influenza of enige andere
aangifteplichtige besmettelijke dierziekte.
- Het onderzoek binnen 12 uur voorafgaand aan het laden van het
pluimvee te hebben uitgevoerd.
Naam dierenarts :
Adres :
Woonplaats :
Telefoonr. Praktijk :
Datum :
Handtekening :
* Omcirkel wat van toepassing is.
Bijlage III
Het ophokgebied is het gebied, gelegen tussen de grenzen van het
vervoersbeperkingsgebied Gelderse Vallei, bedoeld in Bijlage I,
onderdeel A, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003
en de navolgende begrenzing:
1. Vanaf de Ketelbrug in oostelijke richting het Ketelmeer volgend
tot de monding van de IJssel .
2. Vanaf de monding van de IJssel de IJssel volgend tot aan de
kruising met de snelweg A28.
3. Vanaf de kruising met de IJssel de A28 in westelijke richting
volgend tot verkeersknooppunt Hattemerbroek.
4. Vanaf knooppunt Hattemerbroek de A50 in zuidelijke richting
volgend tot verkeersknooppunt Waterberg.
5. Vanaf knooppunt Waterberg de A50 in westelijke richting volgend
tot de kruising met de Koningsweg (N310).
6. Vanaf het viaduct over de A50 de Koningsweg (N310) in zuidelijke
richting volgend tot aan de Amsterdamseweg (N224) (Arnhem).
7. Amsterdamseweg N224 (Arnhem) volgend in oostelijke richting tot
Zijpendaalseweg.
8. Zijpendaalseweg volgend in zuidelijke richting via het
Willemsplein, volgend in zuidelijke richting overgaand in
Roermondsplein overgaand in de Nelson Mandelabrug overgaand in
Eldenseweg tot de Batavierenweg.
9. Batavierenweg volgend in oostelijke richting tot aan de
Nijmeegseweg (A325).
10. Nijmeegseweg (A325 ) volgend in zuidelijke richting overgaand in
A325 tot aan verkeersknooppunt Ressen.
11. Vanaf verkeersknooppunt Ressen de snelweg A15 volgend in
westelijke richting tot verkeersknooppunt Valburg.
12. Vanaf verkeersknooppunt Valburg de snelweg A50 volgen in
zuidelijke richting tot aan de rivier De Waal.
13. De rivier De Waal volgend in westelijke richting tot aan de brug
bij Zaltbommel (snelweg A2).
14. Vanaf de rivier De Waal de A2 volgend in noordelijke richting tot
verkeersknooppunt Everdingen.
15. Vanaf verkeersknooppunt Everdingen de A27 volgend in noordelijke
richting tot de aansluiting op de A6.
16. Vanaf de aansluiting op de A27 de A6 volgend in noordelijke
richting tot aan de Ketelbrug.
Regeling
---