Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten

Afdeling Midden-Oosten

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

19 maart 2003

Behandeld

Drs. K. T. Smit Sibinga


Kenmerk

DAM-137/03

Telefoon

070-3485192


Blad

1/3

Fax

070-3486639


Bijlage(n)

1

E-Mail

Kt.sibinga@minbuza.nl


Betreft

Beantwoording vragen van het lidVan Bommel over de nieuwe keten van geweld in Israël

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de nieuwe keten van geweld in Israël. Deze vragen werden ingezonden op 11 maart 2003 met kenmerk 2020308520.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoorden van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de nieuwe keten van geweld in Israël.

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de nieuwe keten van geweld die de arrestatie door het Israëlische leger van sjeik Mohammad Taha, waarbij ook acht omstanders werden gedood, heeft veroorzaakt? 1)

Vraag 2

Bent u van mening dat deze wijze van opereren de juiste is om "de druk op Hamas te intensiveren", zoals de Israëlische minister van defensie Mofaz het op 2 maart heeft uitgedrukt?

Antwoord

De regering betreurt de gewelddadigheden die zich in de afgelopen periode tussen Israël en de Palestijnen hebben voorgedaan. Voor wat betreft de arrestatie van Mohammed Taha: de regering erkent het recht van Israël zich te verdedigen tegen het terrorisme, maar betreurt dat bij de arrestatie van Taha sprake lijkt te zijn geweest van disproportioneel gebruik van geweld.

Vraag 3

Bent u bereid de Israëlische regering tot terughoudendheid te manen bij haar optreden tegenover bewoners van de Gazastrook? Zo neen, waarom niet?

Vraag 4

Bent u bereid in EU-verband te pleiten voor Israëlische terughoudendheid mede in verband met de gespannen situatie ook elders in het Midden-Oosten?

Antwoord

De Israëlische regering wordt regelmatig, zowel bilateraal als in EU verband, aangesproken op de noodzaak terughoudendheid te betrachten bij het militaire optreden in de Bezette Gebieden. Bij de uitoefening van het recht op zelfverdediging van Israël dient naar het oordeel van de regering het proportionaliteitsbeginsel in acht te worden genomen, zowel omwille van humanitaire redenen als in het belang van een oplossing van het conflict. Disproportioneel Israëlisch militair optreden geeft immers onnodig voedsel aan de woede en frustratie onder de Palestijnen jegens Israël.

De EU heeft op 6 maart jl. in een verklaring het Israëlische optreden in de Gazastrook veroordeeld; de onmiddellijk daaraan voorafgaande Palestijnse zelfmoordaanslag, waarbij 16 Israëlische burgers werden gedood, werd overigens ook krachtig door de EU veroordeeld.

Vraag 5

Bent u met de Palestijnse minister Saeb Erekat ook van mening dat de Israëlische regering de politieke crisis rond Irak benut om Gazastrook helemaal te herbezetten?

Antwoord

Er is geen reden aan te nemen dat het optreden van Israël in de Gazastrook verband houdt met de politieke crisis rond Irak.

1) Trouw, 4 maart jl. "Hamas-leider opgepakt bij aanval op Gazastrook"

2) Trouw, 6 maart jl. "Vijftien doden bij aanslag in Haifa"

3) Teletekst, 6 maart jl. blz. 121 "Israël voert vergeldingsactie uit".

===