CDA
19-03-03
Oomen: Europarlement tegen splitsing Europees voedselagentschap
Aan de vooravond van de Europese Raad lijkt overeenstemming te komen tussen de regeringsleiders over de vestiging van het Europees voedselveiligheidsbureau. Dit bureau moet waken over de voedselveiligheid binnen de Europese Unie.
Het lijkt er op dat binnen de Raad overeenstemming lijk te komen over een splitsing van het Europees voedselagenschap in twee administratieve organen. De ene instelling zou zich vooral moeten bezighouden met de herkomstbescherming en de certificering en promotie van traditionele landbouwproducten. Deze instelling zou in het Italiaanse Parma moeten worden gevestigd. De andere instelling - die over de voedselveiligheid moet waken - zou, volgens het compromis, in Helsinki gevestigd moeten worden. CDA-Europarlementariër Ria Oomen-Ruijten (consumentenbescherming en volksgezondheid) vindt het compromis onbegrijpelijk: "Volgens de berichten die wij krijgen zijn Paavo Lipponen en Silvio Berlusconi het onderling eens en willen Commissievoorzitter Prodi en Eurocommissaris Fischler meewerken. Het lijkt er meer op dat het voedselbureau wordt misbruikt om vestigingsplaatsen te verdelen in plaats van te kijken naar het oorspronkelijke doel. Verder zie ik het niet zo zeer als een Europese taak om de marketing ter hand te nemen van traditioneel geproduceerde producten. Het Europees Parlement heeft op initiatief van onze fractie al herhaaldelijk uitgesproken dat er een krachtig voedselveiligheidsbureau moet komen, op "metro-afstand" van de diensten van de Europese Commissie. BSE, Varkenspest, vogelpest, vervuild veevoer etc: de interne markt zorgt ervoor dat deze soort calamiteiten nooit beperkt blijven tot één land, maar dat altijd ook andere landen erbij betrokken zijn. Vandaar dat op Europees niveau grote behoefte bestaat aan één overkoepelende instelling die over de voedselveiligheid waakt. Een splitsing van de instelling, waarbij de twee kantoren 2000 km van elkaar zijn verwijderd, kan absoluut niet. Het Parlement heeft al ervaring met twee vestigingsplaatsen die een kleine 500 kilometer van elkaar zijn gelegen. En dat is al een ramp. Als dit compromis wordt doorgezet, zal ik desnoods via de begrotingsprocedure proberen in te grijpen."