Dienstenbond CNV
Onderhandelingsresultaat CAO voor de reisbranche
19-03-2003
1. Looptijd
Eénjarige CAO van 1 april 2003 tot en met 31 maart 2004.
2. Loonsverhoging, jeugdloonschalen en Pensioenen
· 1,75 % per 1-7-2003 en 0,50% per 1-10-2003. Indien de werkgever
het loon per vier weken uitbetaalt, is het toegestaan deze
loonsverhogingen toe te passen per 14 juli respectievelijk 6
oktober 2003.
· De loontabellen zoals vermeld in bijlage 3 van de CAO worden,
met uitzondering van groep 1 (Wettelijk minimumloon), per
bovengenoemde data met hetzelfde percentage verhoogd.
· Werknemers die bij aanvang van hun functie worden beloond
volgens groep 1 stromen na 1 ervaringsjaar automatisch door naar
groep 2. Tijdens de looptijd van de CAO zullen CAO-partijen
onderzoek doen naar de mogelijkheden en wenselijkheid om ten
aanzien van de jeugdlonen naast een beloning naar leeftijd ook een
systeem van beloning naar ervaringsjaren, in te voeren.
· De pensioenregeling wordt verbeterd door met ingang van 1
januari 2003 deze open te stellen voor werknemers met een contract
voor bepaalde tijd en per 1 januari 2004 wordt de pensioenpremie
verhoogd in het kader van een voorwaardelijke indexering van de
opgebouwde pensioenrechten. De kosten van deze verbeteringen van
de pensioenregeling bedragen gemiddeld 0,28% per 1 januari 2003 en
0,52% per 1 januari 2004 (0,8% totaal) en worden fifty-fifty
gedeeld door werkgever en werknemers.
3. Terugdringen van wachtlijsten voor kinderopvang/FKR
· De FKR-premie wordt met het oog op het terugdringen van
wachtlijsten voor kinderopvang per 1 april 2003 met 0,1% verhoogd
tot 0,3% totaal.
4. Onderwijs/FOOR
· De FOOR-premie wordt per 1 april 2003 met 0,1% verlaagd naar
0,25%
· De projecten genoemd in de brief van het FOOR-bestuur d.d. 3 feb
jl. worden opgenomen in de CAO.
· Tijdens de looptijd van de CAO zal het FOOR-bestuur overleggen
over het gewenste doel van FOOR.
5. Vakantiedagen
· Werknemers hebben met ingang van 1 april 2003 recht op ten
minste 3 weken aaneengesloten vakantie per jaar.
· Aanpassing artikel 18 lid 1 sub b: In afwijking van het gestelde
onder sub a, bedraagt de vakantie per jaar bij een onafgebroken
dienstverband van ten minste 5 volle jaren binnen de reisbranche
(voorheen: bij de werkgever) bij het bereiken in het lopende
vakantiejaar van de leeftijd van:
45 jaar: 24 dagen; per 1 april 1996 25 dagen;
50 jaar: 25 dagen; per 1 april 1996 26 dagen;
55 jaar: 26 dagen; per 1 april 1996 27 dagen.
6. Studie in werktijd/studieverlof
Het bestaande artikel 15:
Indien de werknemer een vakgerichte studie volgt die in het belang
is van het bedrijf, heeft de werknemer recht op doorbetaling van
het loon gedurende de dag dat hij examen aflegt, met een maximum
minimum van één dag per jaar.
Wijzigen in:
De kosten van een branche- of functiegerichte opleiding op verzoek
van de werkgever worden door de werkgever gedragen. Kosten die
daarvoor in aanmerking komen zijn lesgelden, examengelden, de
kosten voor aanschaffing van de door de opleidingsinstelling
voorgeschreven boeken en reis- en verblijfkosten.
De werknemer krijgt studieverlof met behoud van salaris voor de
daarvoor benodigde tijd indien deze studie en het afleggen van de
daarbij behorende examens en tentamens alleen in werktijd kan
plaatsvinden.
De werkgever kan in een individuele studie-overeenkomst met de
werknemer een terugbetalingsregeling overeenkomen.
7. Training, opleiding en studiereizen
Artikel 28 Training en opleiding (aanvullingen in cursief)
Werkgever en werknemer zullen jaarlijks overleg voeren over de
door werknemer te volgen training en opleiding die in het belang
zijn van diens functie of verdere loopbaanontwikkeling. Afspraken
die voortkomen uit dit overleg worden vastgelegd in een
Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP).Tijdens dit jaarlijks overleg
zal met medewerkers die een verkoopfunctie hebben ten aanzien van
vakantiereizen, overleg worden gevoerd over het volgen van een
studiereis en zullen de gemaakte afspraken worden opgenomen in het
POP.
8. Kraamverlof
In de CAO wordt opgenomen dat de werknemer vakantiedagen kan
opnemen in aansluiting op het kraamverlof.
9. Pensioenopbouw tijdens onbetaald verlof
In het pensioenreglement wordt opgenomen dat bij onbetaald verlof
de pensioenopbouw gedurende maximaal één maand wordt gecontinueerd
volgens de bestaande verdeling van de premie.
10. Doorbetaling loon bij second opinion t.a.v. arbeidsongeschiktheid
In geval een second opinion wordt gevraagd ten aanzien van
arbeidsongeschiktheid zal de werkgever in afwachting van de
uitspraak van de UWV aansluitend op de eerste 52 weken van
arbeidsongeschiktheid maximaal één maand het loon aangevuld tot
100%.
11. Reïntegratie
· Bij arbeidsongeschiktheid ten aanzien van de eigen functie van
de werknemer zal de werkgever zich primair richten op herplaatsing
binnen de onderneming van werkgever.
· CAO-partijen zullen de ontwikkelingen evalueren van de pilot die
binnen de verblijfsrecreatie is opgezet ten aanzien van een
reïntegratie-tussenpersoon.
· Reisleiders
CAO-partijen zullen de afspraken evalueren zoals die in de sector
avontuurlijk reizen zijn gemaakt ten aanzien van reisleiders.
12. Leeftijdsbewust personeelsbeleid
CAO-partijen zullen binnen FOOR een studie (laten) verrichten naar
de mogelijkheden van leeftijdsbewust personeelsbeleid
13. CAO à la carte
CAO-partijen zullen tijdens de looptijd van de CAO binnen FOOR
onderzoek (laten) verrichten naar de mogelijkheden van een
keuzesysteem voor individuele arbeidsvoorwaarden (CAO à la carte)
in de reisbranche.
14. Functie-indeling
CAO-partijen zullen tijdens de looptijd van de CAO binnen FOOR
onderzoek (laten) verrichten of het huidige systeem van
functie-indeling volgens de CAO aanpassing behoeft aan de
praktijk. Hierbij zullen tevens de aspecten van de jeugdlonen
zoals hierboven genoemd onder punt 2 aan de orde komen.
15. Reorganisaties
· In de CAO zullen in beknopte vorm de wetsteksten en een
toelichting daarop worden opgenomen van de verplichtingen van de
werkgever over het melden van die reorganisaties aan de vakbonden
waartoe de wet hem verplicht.
· CAO-partijen zullen één à twee maal per jaar overleg voeren over
de algemene bedrijfseconomische ontwikkelingen in de reisbranche
en de daarmee samenhangende gevolgen voor de werkgelegenheid.
16. Redactionele aanpassingen
· Artikel 6 Aanvang en einde van het dienstverband
Het per abuis geschrapte lid 5 weer invoegen:
Het dienstverband eindigt:
a. door opzegging met inachtname van de bepalingen van het
Burgerlijk Wetboek;
b. zonder opzegging en zonder opzeggingstermijn:
- bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd;
- in alle andere gevallen waarin volgens de Wet geen opzegging is
voorgeschreven.
· Artikel 22 Buitengewoon verlof/verzuim van werktijd
De tekst anders dan zoals invoegen zoals onderstaand aangegeven.
Ingeval van verzuim anders dan zoals bedoeld in Artikel 629 Boek 7
Titel 10 van het Burgerlijk Wetboek, wordt het loon niet
doorbetaald, behalve in de hierna te noemen bijzondere
omstandigheden gedurende de daarbij vermelde tijd, enz ..
· Artikel 27 Pensioen
De huidige tekst
1. Deelname aan de pensioenregeling zoals laatstelijk vastgesteld
d.d. 1 januari 2000 door de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor
de Reisbranche Global is verplicht voor werknemers in de leeftijd
van 25 tot 65 jaar.
2. Het reglement van de pensioenregeling is op aanvraag
beschikbaar bij het secretariaat van het Bedrijfspensioenfonds.
(Postbus 120, 2100 AC te Heemstede. Telefoon 023-5291020)
Op advies van SZW aanpassen als volgt:
1. Er bestaat een bedrijfstakpensioenfonds. Deze regeling is vorm
gegeven in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de
Reisbranche "Global".
2. Het reglement van de pensioenregeling is op aanvraag
beschikbaar bij
het secretariaat van het Bedrijfspensioenfonds (Postbus 3183, 3502
GD te Utrecht. Telefoon 030-2453047).
Uw mening
Wij verzoeken vóór 17 maart 2003 aan te geven wat u van dit
onderhandelingresultaat vindt. Dat kan via het reactieformulier dat u
per post heeft ontvangen. Ook kunt u reageren via deze pagina (eerst
inloggen!).
Vragen?
Voor vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met uw bestuurder
Bernard Jan de Groot, tel: (010)2651111.