Partij van de Arbeid
Den Haag, 18 maart 2003
Vragen van het lid Dijksma (PvdA) aan de minister van Verkeer en Waterstaat
1) Onderschrijft de minister dat het project Vleugel/Randstadspoor onderdeel
uitmaakt van de Bestuursovereenkomst BOR Utrecht? Is het niet ondertekenen
van de beschikkingen te beschouwen als een eenzijdige ontbinding van het
contract door de minister? Zo ja, wat zijn hiervan de gevolgen? Zo nee,
welke compensatie kan de regio Utrecht verwachten voor het op deze wijze
oprekken van afspraken?
2) Realiseert de minister zich dat door het uitblijven van de beschikkingen
eveneens het project A2 vertraging oploopt en daardoor de voortgang van de
nieuwbouwlocatie Leidsche Rijn? Kan de minister inzicht verschaffen in de
schade die hierdoor ontstaat? Wie is aansprakelijk voor de kosten die
samenhangen met dit uitstel, gegeven de getekende overeenkomsten die er
liggen?
3) Beschikt de minister over informatie van Prorail dat het voorgenomen
uitstel van beschikkingen op sommige deeltrajecten kan leiden tot een
kostenstijging van circa 50%? In hoeverre is deze kostenstijging
verdisconteerd in het programma van 2004 en verder?
4) Waarom beschouwt de minister het ondertekenen van de beschikkingen als
een zaak voor zijn opvolger, terwijl het juridisch bindende afspraken met
zijn voorganger betreft? Is het op deze wijze schuiven met geld (richting
onderhoud) ook geen zaak voor zijn opvolger?
5) Waarom beschouwt de minister benodigde impuls in onderhoud van het spoor
niet als onderdeel van de risicoreservering? Welke alternatieve
dekkingsbronnen heeft de minister overwogen? Is het inzetten van het Kwartje
van Kok daarbij een optie?
6) Kan de minister nog voor het vervolg algemeen overleg over achterstallig
onderhoud spoor antwoord geven?