D66 tegen déze oorlog
Buitenland
Boris Dittrich
18-03-2003 - D66 betreurt het zeer dat de Veiligheidsraad op een
zijspoor is komen te staan. Of beter gezegd: zichzelf op een zijspoor
heeft gezet. Maar nu is de beslissing om militair tegen Irak op te
treden buiten de V-raad om genomen. Niet gezegd kan worden dat Irak nu
een zodanig acuut gevaar is voor de internationale vrede en veiligheid
dat een oorlog het enige middel is om gevaar af te wenden. Ook de
route van de wapeninspecties is niet tot het einde doorlopen. Om deze
redenen wijst D66 deze oorlog af.
President Bush heeft Saddam Hoessein 48 uur de tijd gegeven om met
zijn zonen Irak te ontvluchten. Gehoorzaamt de dictator niet, dan
volgt er een oorlog tegen Irak.
President Bush weet zich gesteund door Groot-Brittannie en enkele
andere landen. Deze groep van landen heeft de keus gemaakt niet op
basis van een nieuwe resolutie van de Veiligheidsraad ten strijde te
gaan trekken. Men wist dat de wereldgemeenschap ernstig verdeeld was,
maar gaat niettemin door op het pad van oorlog. D66 betreurt het zeer
dat de Veiligheidsraad op een zijspoor is komen te staan. Of beter
gezegd: zichzelf op een zijspoor heeft gezet.
Het is naïef om alleen de Amerikanen en de Britten de schuld in de
schoenen te schuiven van het falen van de diplomatie. Ook al hebben de
Amerikanen van begin af aan gedemonstreerd niet veel te zien in
overleg binnen de Veiligheidsraad. Dat blijkt ook uit allerlei stukken
over Amerika in de nieuwe eeuw, van een denktank van de Amerikaanse
regering, waarin over een nieuwe wereldorde wordt gesproken met een
beslissende rol voor de Verenigde Staten zelf. Onze kritiek geldt ook
Frankrijk. Het heeft in de aanloop naar resolutie 1441 en daarna niets
bijgedragen aan het opbouwen van militaire druk op Irak en bleef maar
met een veto schermen. Ook die houding heeft de Veiligheidsraad in
verlegenheid gebracht.
De internationale gemeenschap lijkt meer op een fragiel kasplantje dan
op een krachtige vader die ons beschermt. Reden te meer om zuinig op
onze internationale instituties zoals de Veiligheidsraad te zijn. Als
het gaat om het bewaken van rust en stabiliteit in een door terrorisme
bedreigde wereld, hebben we niets kostbaarders dan het internationale
recht en de VN. Door de politiek van de olifant in de porceleinkast
-door enerzijds de VS en Groot Brittanie, en anderzijds Frankrijk en
Duitsland - lijkt de VN vertrapt te gaan worden. De gevolgen van een
machteloze, krachteloze VN zijn buitengewoon verstrekkend. Het recht
van de sterkste geldt blijkbaar weer in de wereldpolitiek en dat
belooft weinig goeds voor de reaktie op andere veiligheidsproblemen in
de wereld. In november werd het spoor van de wapeninspecties weer
mogelijk gemaakt. Hans Blix heeft een aantal rapporten uitgebracht. De
conclusie daaruit was dat Irak niet onvoorwaardelijk heeft meegewerkt
aan ontwapening, maar ook dat er beweging in de Irakese positie zat.
Blix pleitte voor meer tijd. Maar niet oneindig. Binnen enkele maanden
meende hij te kunnen afronden. Die tijd is hem met de beslissing van
de Amerikanen niet gegund. Ook dat betreurt D66. Want de route van de
wapeninspecties was nog niet helemaal afgewandeld.
Wij hebben die route altijd ondersteund en daarbij de optie
opengehouden dat, afhankelijk van de inhoud van de rapportages van
Hans Blix, hoofd van de wapeninspecteurs, een oorlog misschien toch
nog noodzakelijk zou blijken.
D66 heeft dus de mogelijkheid van oorlog nooit uitgesloten.
Maar nu is de beslissing dus buiten de Veiligheidsraad om genomen. Kan gezegd worden dat Irak na 10 jaar lang tegenwerken van resoluties en gebrekkige medewerking aan ontwapening nu een zodanig acuut gevaar is voor de stabiliteit in dat deel van de wereld dat een oorlog het enige middel is om dat gevaar af te wenden? Nee, of in ieder geval heeft de VS dat nooit overtuigend weten aan te tonen. Ook niet in de presentatie van Powell in de Veiligheidsraad en daarna.
D66 wijst die oorlog nu af, want wij vinden dat de diplomatieke
onderhandelingen verder doorgezet hadden moeten worden, dat de
wapeninspecties nog verder hadden moeten worden uitgebreid en dat een
aanval op Irak geschraagd had moeten worden door een nieuwe resolutie
van de Veiligheidsraad. D66 is van mening dat een unilaterale aanval
een juridische legitimatie ontbeert. Resolutie 1441 en eerder
resoluties zijn daarvoor onvoldoende. In Resolutie 1441 staat dat de
Veiligheidsraad moet beoordelen of die resolutie onvoldoende wordt
uitgevoerd. Daarom wil ik de regering vragen hoe zij tot de conclusie
komt dat een aanval gelegitimeerd is. De antwoorden op vragen van De
Graaf en de brief van vandaag zijn juridisch volstrekt niet
overtuigend.
Militaire steun
De regering steunt de oorlogvoerende landen politiek wel, maar
militair niet.
De regering heeft hier een verhaal bij. Maar wel een slap verhaal. Wat
D66 betreft is het: óf je steunt de oorlog politiek, omdat je meent
dat daar alle reden voor is. Maar dan moet je ook militaire steun niet
uitsluiten. Óf je steunt de oorlog politiek niet en dus ook militair
niet. Het kabinet heeft nu een dubbelbesluit genomen en die zijn nooit
helder. Want hoe kan het kabinet nu constateren dat er geen draagvlak
is voor militaire steun van de Amerikanen, maar anderzijds wel
concluderen dat er voldoende politiek draagvlak is?
Waar is dat eigenlijk op gebaseerd? D66 vindt dat de Nederlandse
regering bondgenootschappelijke verplichtingen moet nakomen en zonodig
militaire steun verlenen in NAVO-verband. Buiten
bondgenootschappelijke verplichtingen om staat D66 gereserveerd
tegenover het bieden van indirecte militaire hulp.
Wij maken ons grote zorgen over de consequenties van de oorlog voor de
Irakese bevolking, voor de problemen in de regio, zoals de
Turks-Koerdische kwestie, het Israelisch-Palestijns konflikt, voor de
vluchtelingenproblematiek die gaat ontstaan en voor de wederopbouw van
Irak met alle complicaties van dien, waar het gaat om een verdeelde
oppositie, gebrek aan democratisch besef, ontluikend terrorisme. Deze
oorlog roept ernstige vragen op, waar nog geen begin van een antwoord
op is gegeven.