Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag


Datum

10 maart 2003

Auteur

G.A. Beschoor Plug


Kenmerk

DIE-125/03

Telefoon

070-3485005


Blad

1/8

Fax

070-3484086


Bijlage(n)

1

E-mail

    die@minbuza.nl


Betreft

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 en 19 maart 2003

Conform de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Europese Zaken, de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 en 19 maart a.s. aan te bieden.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr J.G. de Hoop Scheffer

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 en 19 maart 2003

Algemene zaken

Conventie

Naar verwachting zal een van de Vice-voorzitters van het Presidium van de Conventie de Raad inlichten over de ontwikkelingen in de Conventie. Tijdens de plenaire van 6 februari jl. zijn de eerste zestien ontwerpartikelen aan de plenaire Conventie voorgelegd. De komende maanden staan in het teken van de bespreking en amendering van alle ontwerpartikelen. Het Presidium streeft ernaar eind april 2003 een geconsolideerde versie van het gehele ontwerpverdrag gereed te hebben.

Heden gaat Uw Kamer tevens een brief toe met de inzet van de Nederlandse regering in de Conventie, zulks ter bespreking tijdens het plenaire debat dat is voorzien voor 12 maart a.s..

Stand van zaken overige Raden

In het kader van zijn horizontale, coördinerende functie zal de Raad als gebruikelijk de werkzaamheden van de overige Raadsformaties bezien en, waar noodzakelijk, bespreken.

Hervorming Stafreglement

Het voorzitterschap heeft nog geen uitsluitsel gegeven over de behandeling van het Statuut EG ambtenaren in de Raad. Naar verwachting zal in ieder geval een voortgangsrapport worden besproken, maar het is niet uitgesloten dat het Voorzitterschap zal trachten een akkoord op hoofdzaken te behalen.

De Commissie heeft in april 2002 een omvangrijk voorstel gedaan voor wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen (het Statuut).

Dit moet leiden tot een modernere Europese 'bestuursdienst' gebaseerd op transparantie en promotie op grond van merites en effectiviteit. Het voorzitterschap streeft naar afronding van de hervormingen voor eind juni 2003 en heeft de besprekingen in de Raad over de wijziging van het Statuut de laatste maanden geïntensiveerd. Eind juni verloopt namelijk de huidige methode voor de jaarlijkse aanpassing van de salarissen en de tijdelijke extra belastingheffing van EG ambtenaren.

Nederland kan de Commissievoorstellen op grote lijnen steunen, maar meent dat zij op een aantal punten niet ver genoeg gaan. Dit betreft met name de voorstellen voor de financiering van de pensioenen, de salarismethode,  het instellen van vaste 'promotie percentages' en een permanente regeling voor afvloeiingsmaatregelen.

APS 2004

De Commissie zal een presentatie geven van haar politieke prioriteiten in 2004 (Annual Policy Strategy), het laatste zittingsjaar van de  huidige Commissie. Het document is voor Nederland ook van belang omdat het mede bepalend is voor de agenda van het Nederlandse EU-voorzitterschap in de tweede helft van 2004.

De Commissie identificeert voor 2004 drie strategische aandachtspunten:


- toetreding van tien nieuwe lidstaten;

- verkiezingen van het Europees Parlement (732 leden);

- mogelijke afronding van de Conventie en de daaropvolgende Intergouvernementele Conferentie, leidend tot een nieuw Verdrag.
Deze oriëntatie zal ook haar vertaling vinden in het begrotingsproces van de Gemeenschap, alsmede in de meerjarenprogrammering (2004-2006), waarmee de Commissie thans voor de eerste maal werkt. De prioriteiten zullen veelal geconcretiseerd worden in wetgevingsvoorstellen, die in de desbetreffende Raden zullen worden behandeld.

Voorbereiding voorjaars Europese Raad

In overeenstemming met de afspraken uit Sevilla over de voorbereiding van de Europese Raad, zal de Raad de geannoteerde agenda voor de Europese Raad van Brussel op 21 maart 2003 vaststellen.

Voor de Nederlandse inbreng hierbij verwijs ik u graag naar het 'Nederlandse standpunt voor de Europese Voorjaarsraad 2003' dat op 11 februari 2003 aan uw Kamer werd toegezonden.

Externe betrekkingen
Oriëntatiedebat effectiviteit extern optreden
 
Net als in voorgaande jaren zal de Raad een debat voeren over de effectiviteit van het externe optreden van de Unie. Het Griekse voorzitterschap heeft aangekondigd de discussie te willen concentreren op de prioriteitenstelling bij de inzet van de verschillende buitenlandspolitieke instrumenten die de Unie ter beschikking staan, in het bijzonder de financiële middelen in Categorie IV van de Gemeenschapsbegroting (extern beleid).

Nederland zal, evenals in voorgaande jaren, wijzen op het belang om in de programmering in Categorie IV marges in te bouwen voor nieuwe prioriteiten van de Raad. In het bijzonder zal Nederland daarbij aandacht vragen voor de noodzaak van toereikende middelen in het GBVB-budget, alsmede van voldoende fondsen voor eventuele beleidsintensiveringen die kunnen voortvloeien uit de discussie over 'Wijder Europa'. Bovendien meent Nederland dat met de financiering van  het extern beleid adequaat en flexibel moet kunnen worden ingespeeld op ontwikkelingen in het Midden-Oosten in de loop van 2003.

Voorts zal Nederland aandacht blijven vragen voor de hervormingen van de Commissie met betrekking tot het beheer en de uitvoering van haar externe hulpprogramma's.  Delegatie van bevoegdheden naar het veld, coördinatie met andere donoren en de Internationale Financiële Instellingen, alsmede het bevorderen van 'ownership' van ontvangende landen blijven essentieel om de kwaliteit van de hulp te vergroten. Nederland meent bovendien dat de hulp effectiever kan worden indien deze in samenhang met andere instrumenten van extern beleid wordt ingezet (GBVB, EVDB, handelspolitiek, externe aspecten van het JBZ-dossier). Door te blijven streven naar grotere coherentie krijgen de EU en haar partners wereldwijd meer waar voor het (per definitie) schaarse geld.        
'Wijder Europa'/Nieuwe buren

De Raad zal wederom spreken over de betrekkingen van de EU met de landen om haar heen. Deze discussie betreft deze met name de nieuwe oosterburen, Oekraïne en Wit-Rusland, die met de uitbreiding in 2004 buurlanden van de EU worden, en Moldavië, dat bij eventuele toetreding van Roemenië buurland zou worden. Daarnaast wordt naar verwachting aandacht besteed aan de bestaande buren in het oosten (Rusland), zuiden (Middellandse Zee-regio) en zuidoosten (Balkan).

De regering hecht belang aan de discussie binnen de EU over dit onderwerp, waarbij overigens de kandidaat-lidstaten nauw betrokken moeten worden. Zij meent dat binnen de discussie over 'Wijder Europa' de aandacht moet worden geconcentreerd op de nieuwe oosterburen. Intensivering van de relaties met deze landen en het voorkomen van nieuwe scheidslijnen in Europa is in het belang van zowel de Unie als haar nieuwe buren. Toetredingsperspectief is echter niet aan de orde voor deze landen.

De regering is voorts geen voorstander van nieuwe verdragsrelaties zolang de huidige verdragen (Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomsten met Oekraïne en Moldavië) niet voldoende benut en uitgevoerd zijn. Met Wit-Rusland kan geen sprake zijn van geïntensiveerde betrekkingen zolang het land niet voldoet aan minimumeisen van democratie en rechtsstaat.

Westelijke Balkan

De Raad zal spreken over recente ontwikkelingen op de Balkan, zoals de vorming van een nieuw parlement in Servië-Montenegro, en mogelijk ook over de voorbereidingen voor de Balkan-top en marge van de Europese Raad van Thessaloniki in juni 2003. Deze top biedt gelegenheid om de betrokkenheid van de EU bij de Balkan nog eens te onderstrepen.

Nederland is geen voorstander van wijzigingen in het toetredingsperspectief of extra financiële middelen: de nauw omschreven criteria van het Stabilisatie- en Associatieproces blijven het kader voor verdere toenadering van de regio tot de EU.

In dit kader zal ook de samenwerking door de landen in de regio met het Joegoslavië-Tribunaal (ICTY) aan de orde komen. Vooral de samenwerking door Servië- Montenegro en Kroatië blijft onder de maat. Nederland blijft voorstander van een krachtige boodschap aan de betrokken landen dat deze samenwerking een fundamentele voorwaarde vormt voor verdere toenadering tot de Euro-Atlantische structuren.

Midden-Oosten

De Raad zal spreken over de vorming van een nieuwe regering in Israël. Hoewel deze regering hardere posities inneemt ten aanzien van het conflict met de Palestijnen dan vermoedelijk het geval zou zijn geweest bij een coalitie van Likud en Labour, blijft voor premier Sharon de visie van president Bush (twee staten, veiligheid voor Israël) uitgangspunt voor een mogelijke vredesregeling met de Palestijnen.

Tegen de achtergrond van het recent opgelaaide geweld tussen Israël en de Palestijnen en de dreiging van een militair conflict met Irak, zal de Raad zich buigen over de vraag wat kan worden gedaan om het geweld zoveel mogelijk in te dammen. Mede met het oog hierop zal de Raad opnieuw spreken over de vraag hoe nu zo snel mogelijk met de VS en de andere leden van het Kwartet uitvoering kan worden gegeven aan de 'road map' van het Kwartet.

Irak

Gezien de snelle ontwikkelingen rondom Irak is het minder zinvol hierop in deze geannoteerde agenda in te gaan. U zult hierover separaat worden geïnformeerd.

Europees Veiligheids- en Defensiebeleid

De Raad zal zich buigen over de uitwerking van de EU-NAVO regelingen ('Berlijn-plus'). Naar verwacht zullen alle resterende technische obstakels binnenkort worden overwonnen. Voorts zal gesproken worden over de voorbereidingen voor de overname door de EU van de NAVO-operatie Allied Harmony in Macedonië.

Deze voorbereidingen verlopen naar wens. Nederland heeft twee militairen ten behoeve van het hoofdkwartier aangeboden. De mogelijke EU-overname van de NAVO-operatie in Bosnië zal eveneens aan de orde komen.

Tenslotte is Nederland van mening dat naast samenwerking op het gebied van vredesoperaties, de samenwerking tussen EU en NAVO ook op andere terreinen moet worden uitgebouwd. Zo heeft Nederland vorig jaar aangedrongen op meer openheid en samenwerking tussen EU en NAVO op het gebied van bescherming van de bevolking tegen aanvallen met massavernietigingswapens.

Mensenrechten
 

Overeenkomstig de Raadsconclusies van december 2002 zal de Raad zich buigen over de aanstaande VN-mensenrechtencommissie en de EU-initiatieven dienaangaande.

De EU is voornemens landenresoluties in te dienen over Birma, DRC, Irak, Israëlische nederzettingen, Soedan en Zimbabwe. Hoewel het besluit nog niet definitief genomen is, ziet het er naar uit dat de EU ook resoluties zal indienen over de mensenrechtensituatie in Turkmenistan en Noord-Korea; over Iran is nog geen beslissing genomen. De EU zal voorzittersverklaringen over Colombia, Oost-Timor en Tsjetsjenië initiëren. Tenslotte zal de EU twee thematische resoluties indienen over de doodstraf en over de rechten van het kind.

De EU voert op Nederlands initiatief een meer pro-actieve strategie ten aanzien van de mensenrechtencommissie dan in voorgaande jaren. Dit houdt onder andere in dat de EU in een vroeg stadium is begonnen met besluitvorming over te initiëren resoluties en voorzittersverklaringen en dat de meeste EU-resoluties klaar zullen zijn voordat de mensenrechtencommissie van start gaat, zodat er meer tijd overblijft om te lobbyen voor EU-initiatieven.

De Raad zal conclusies aannemen over de mensenrechtensituatie in China, de EU-China mensenrechtendialoog en de EU-positie tijdens de mensenrechten-commissie.

EU-Rusland

De Raad zal de betrekkingen tussen de EU en de Russische Federatie bespreken.

Ook zal de voorbereiding van de EU-Rusland top eind mei te Petersburg aan de orde komen.

 

De regering ondersteunt de verdere ontwikkeling van de strategische relatie tussen de EU en Rusland. Inzet hierbij is met name dat op politiek niveau met Rusland gemaakte afspraken, zowel in het kader van de huidige Partnerschaps- en Samenwerkings-overeenkomst als daarbuiten, beter op werkniveau worden uitgevoerd. Dit probleem verdwijnt niet met een nieuwe verdragsrelatie zoals door Rusland is voorgesteld. Voorlopig is een nieuw verdrag niet nodig, aangezien de huidige instrumenten voldoende mogelijkheden bieden voor een verdere verdieping van de relatie EU-Rusland. Voorts is de regering van mening dat er mogelijkheden bestaan voor een stroomlijning van de huidige samenwerking en dialoog met Rusland.

Het Grieks voorzitterschap wil voorstellen de betrekkingen tussen de EU en de Rusland tot het enige inhoudelijke agendapunt van de top te maken. De Regering kan hiermee instemmen, mits onder deze algemene noemer concrete onderwerpen aan de orde worden gesteld, zoals betere samenwerking op het terrein van justitie en binnenlandse zaken, regionale conflicten (waaronder Tsjetsjenië) en de energiedialoog (inclusief Russische ratificatie van het Kyoto-Protocol en het Energiehandvest).

Noord-Korea

De Raad zal zich buigen over de recente ontwikkelingen met betrekking tot Noord-Korea. Diplomatieke initiatieven hebben tot op heden weinig resultaat opgeleverd. Pyongyang blijft insisteren op bilaterale besprekingen met de VS en weigert deel te nemen aan gesprekken in multilaterale vorm. Pogingen van EU-zijde om een ontmoeting van Hoge Vertegenwoordiger Solana met de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il te realiseren, hebben tot nog toe geen resultaat gehad. Een EU-missie naar Pyongyang op lager niveau zou geen toegevoegde waarde hebben aangezien de standpunten op dit niveau reeds voldoende zijn uitgewisseld.

===