ChristenUnie
23432 Irak Dinsdag 18 Maart 2003 - 14:48
Spreker: A. Rouvoet - plenair
Onderwerp: Irak
Nummer: 23 432
Datum: 18 maart 2003
De heer Rouvoet (ChristenUnie): Voorzitter. De wereld staat aan de
vooravond van een oorlog die niemand heeft gewild, zo begon de
minister-president zijn verklaring. Inderdaad, iedereen wil vrede.
Tegelijkertijd wensen wij een ordelijke internationale samenleving
waarin gerechtigheid heerst en waarin dictators en agressors niet
zomaar hun gang kunnen gaan. Dezer dagen wordt weer eens duidelijk dat
deze twee zaken niet noodzakelijk samengaan. Tenzij er een wonder
gebeurt en Saddam Hoessein uit eigen beweging Irak verlaat, is een
oorlog onvermijdelijk.
De fractie van de ChristenUnie heeft zo lang mogelijk steun gegeven
aan het streven naar een vreedzame oplossing, waarvan de
wapeninspecties en druk op het regiem in Bagdad de voornaamste
bestanddelen vormden. De recente ontwikkelingen in de Veiligheidsraad
rond Irak zijn te betreuren. Resolutie 1441 was een vastberaden
voortzetting van hetgeen in 1991 is begonnen. Inzet was dat Irak zich
nu echt zou moeten ontdoen van verboden massavernietigingswapens,
onmiddellijk, onvoorwaardelijk en actief; een laatste kans, op straffe
van ernstige gevolgen. Nu blijkt dat binnen de Veiligheidsraad
diepgaande verschillen van inzicht bestaan over de verdere uitwerking
en uitvoering van resolutie 1441. Deze gang van zaken is hoe dan ook
te beschouwen als een falen van de diplomatie. Een VN-diplomaat sprak
van diplomatie vanuit de loopgraven en dat lijkt mij een treffend
beeld. Er was overeenstemming over de doelstelling, te weten de
ontwapening door Saddam Hoessein wat de verboden wapens betreft, maar
helaas geen eensgezindheid over de wijze waarop die doelstelling in
uiterste consequentie kon worden gerealiseerd. Voor de trainerende
Saddam Hoessein is deze ontwikkeling gunstig. Hij is erin geslaagd om
de Veiligheidsraad uit elkaar te spelen. Het eensgezinde front dat in
november nog resolutie 1441 formuleerde, ligt nu niet met hem, maar
met elkaar overhoop. Deze gang van zaken doet afbreuk aan het gezag
van de Veiligheidsraad, al is het nog te vroeg om de politieke
gevolgen daarvan goed te kunnen overzien.
Na gisteren is het moment aangebroken om een oordeel te geven over de
rechtmatigheid en de opportuniteit van de door president Bush
aangekondig-de gewapende aanval. Gelet op de mogelijke gevolgen van
zon aanval valt die afweging ons niet licht. Tegelijk ligt hier een
verantwoordelijkheid die ook beslistheid vereist. Met de Nederlandse
regering en alle landen in de Veiligheidsraad met uitzondering van
Syrië constateert de fractie van de ChristenUnie dat Saddam Hoessein,
afgezien van enige procesmatige medewerking zoals de regering het
formuleert materieel onvoldoende heeft meegewerkt aan de eisen van
ontwapening die aan hem zijn gesteld. Er is ook geen enkele reden om
te verwachten dat hij de houding waarin hij al twaalf jaar volhardt,
zal wijzigen. Wij betreuren dat uiteraard ten zeerste. Wij hadden ook
gehoopt dat het opvoeren van de militaire druk in samenhang met
diplomatieke druk hem tot andere gedachten zou brengen. Maar nu dit
niet is gebeurd, mogen de ernstige consequenties die de VN hem in het
vooruitzicht hebben gesteld, niet uitblijven. Dat zou pas echt de
geloofwaardigheid van de Verenigde Naties aantasten.
Wij delen het standpunt van de regering dat resolutie 1441 in
combinatie met eerdere resoluties 678 en 687 een militair ingrijpen in
Irak legitimeert. Wij hadden ten zeerste gehoopt en dat hebben wij ook
steeds uitgedragen in debatten dat dit standpunt opnieuw door de
Veiligheidsraad zou kunnen worden geformuleerd, liefst met een
ultimatum met een beperkte termijn.
Dit laatste bleek de afgelopen dagen dus niet mogelijk. Dat doet niets
af aan het overeind blijven van resolutie 1441 als
volkenrechtelijk-legitieme basis voor een militair ingrijpen. Daarom
zeg ik met de regering: de vraag is niet zozeer of militair optreden
mag, maar of het moet. Saddam Hoessein heeft van de internationale
volkerengemeenschap een laatste kans gekregen. Zo staat het in de
resolutie verwoord. Die heeft hij niet gegrepen, niet wíllen grijpen.
Gelet hierop biedt voortzetting of uitbreiding van de inspecties onzes
inziens onvoldoende perspectief op het bereiken van de doelstelling
van de Veiligheidsraad: de daadwerkelijke ontwapening van Irak op het
punt van de massavernietigingswapens. Het ontbreken van enig
alternatief dat redelijkerwijs effectief zou kunnen zijn, leidt er wat
mijn fractie betreft toe dat, zoals ook de regering aangeeft,
politieke steun aan een actie van de Verenigde Staten en anderen
gegeven kan worden.
Eventueel gevraagde vormen van host nation support, de doorvoer van
materieel en militairen over Nederlands grondgebied en dergelijke, of
de defensieve steun in bondgenootschappelijk verband denk aan de
Patriots zullen in beginsel eveneens gegeven kunnen worden. Wat ons
betreft, zal Nederland vanzelfsprekend ook ten volle bereid moeten
zijn om na de oorlog mee te werken aan de wederopbouw van Irak, zoals
ook in de brief van het kabinet is aangegeven. In het verlengde
hiervan kan er volgens ons geen principieel, geen absoluut bezwaar
bestaan tegen een eventuele actieve militaire bijdrage van Nederland.
Of daartoe ook daadwerkelijk moet worden overgegaan, staat voor mijn
fractie evenwel nog niet vast. Die vraag dient beoordeeld te worden op
het moment dat een verzoek daartoe gedaan zou worden. De beantwoording
daarvan hangt zeer af van de aard van de te leveren bijdrage en de
praktische mogelijkheden die Nederland heeft om daaraan te voldoen.
Ik vraag de minister-president met enige klem, waarom hij in zijn
verklaring heeft ge-kozen voor de formulering dat het kabinet niet
heeft besloten tot een actieve militaire bijdrage met als argument het
draagvlak in de samenleving en in de Kamer Zoals ik al per interruptie
heb aangegeven, is de brief op dit punt beduidend stelliger. Het viel
mij op dat in een zo cruciale verklaring op zon belangrijk onderdeel,
namelijk de actieve militaire steun, de verklaring op zn minst de
indruk wekt dat daar meer ruimte in zou zitten dan in de brief van de
regering aan de Kamer. Ik hoor graag op dat punt een duidelijke
toelichting. Ik hoor ook graag een duidelijke toelichting op het
argument van het draagvlak. Is dat voldoende argumentatie voor deze
stellingname van de regering?
Mijnheer de voorzitter. De leden van de fractie van de ChristenUnie
leven vanuit het diepe besef dat alle dingen in Gods hand zijn en er
niets buiten Hem om gaat. Dat neemt niet weg dat wij met grote
bezorgdheid een oorlog in Irak tegemoet zien. Wat zullen de gevolgen
zijn voor de regio en de stabiliteit in de regio? Zal Saddam Hoessein
terugslaan richting Koeweit, richting Israël? Wat zullen de
humanitaire gevolgen van deze oorlog zijn voor de Irakese bevolking?
Welke vluchtelingenstroom zal zich aandienen? Wij denken ook aan de
Verenigde Staten en aan het Verenigd Koninkrijk die een nog veel
zwaardere beslissing hebben genomen dan wij hier vanmiddag doen,
namelijk om de medewerking aan de resoluties gewapenderhand af te
dwingen. Tegelijkertijd is het onze vurige hoop en ons gebed dat langs
deze weg een einde zal mogen komen aan de dreiging die al zolang van
het Irakese regime uitgaat voor de eigen bevolking, voor de regio en
voor de wereldvrede, zodat het Irakese volk van zijn juk bevrijd
wordt, er echte vrede en stabiliteit kan komen en de internationale
gerechtigheid kan bloeien.
---