Koninklijke bibliotheek
Depot collectie > Dossiers
Dossier Vincent van Gogh (1853-1890)
Van Gogh : een documentaire biografie / A.M. Hammacher, Renilde
Hammacher, 1983
Vincent & Theo : broeders in de kunst / Frank Groothof, 1999
La folie de Vincent van Gogh / par Victor Doiteau, Edgard Leroy, 1928
Van Gogh en Gauguin : het atelier van het zuiden / Douglas W. Druick
en Peter Kort Zegers, 2002
Van Gogh en Nuenen / Ton de Brouwer, 1984
Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats : als een boer van Zundert /
Frank Kools, 1990
Literatuur
* Biografische overzichten en brievenuitgaven:
* Biografieën: plaatsen
* Catalogi van het werk van Van Gogh en museumcatalogi
* Het werk van Van Gogh
* Vincent van Gogh en tijdgenoten
* Deelstudies
* Links
Op zondag 30 maart dit jaar is het precies 150 jaar geleden dat
Vincent van Gogh werd geboren in Zundert, een klein Brabants dorp aan
de Nederlands-Belgische grens, als zoon van dominee Theodorus van Gogh
en Anna Cornelia Carbenus, de dochter van een bekende boekverkoper en
boekbinder in Den Haag.
In het Van Gogh Museum zal er op die dag een groot verjaardagsfeest
gevierd worden, met, zoals dat hoort, gratis toegang voor iedereen.
Maar ook zijn er dit jaar een aantal bijzondere tentoonstelligen te
zien. In het Van Goghmuseum is van 14 februari-15 juni De keuze van
Vincent. Van Goghs Musée imaginaire, waar een groot aantal werken
wordt getoond van Vincent zelf en van kunstenaars die hij bewonderde
en die een rol hebben gespeeld in zijn eigen ontwikkeling. Van 27 juni
tot 10 oktober is in hetzelfde museum Gogh Modern, met aandacht voor
de invloed van Van Gogh op de na-oorlogse kunst. Het Kröller-Müller
Museum viert van 14 februari tot 15 juni de 150ste verjaardag van Van
Gogh met de tentoonstelling Vincent en Helene, gewijd aan Helene
Kröller-Müller, de oprichtster van het museum, en aan het door haar
aangekochte werk van Van Gogh, die ze van alle kunstenaars in haar
collectie het meeste bewonderde. En natuurlijk brengt zo'n
herdenkingsjaar weer talloze publikaties met zich mee, terwijl er al
boekenkasten vol over Van Gogh zijn geschreven. Maar de wereld zal wel
nooit genoeg kunnen krijgen van deze kunstenaar: iedere generatie
raakt blijkbaar opnieuw gefascineerd door zijn dramatische leven en
zijn kunst, waarvan de ontwikkeling te volgen is in zijn honderden
brieven, waarvan de meeste geschreven aan zijn vier jaar jongere broer
Theo, verder aan zijn ouders, zijn zus Wil en aan enkele
schildersvrienden. Die brieven vormen de basis voor talloze
biografieën over Van Gogh, voor deelstudies over aspecten van zijn
leven, en voor het bestuderen van zijn artistieke ontwikkeling. En ook
al is praktisch alles over Vincents leven bekend, toch zijn er steeds
weer biografen die opnieuw op bedevaart gaan langs alle plaatsen waar
hij ooit gewoond of verbleven heeft, waarbij nog steeds fascinerende
details aan het licht komen. Soms levert zo'n speurtocht hilarische
anekdotes op, zoals het verslag van de Schotse journalist Ken Wilkie
die, bij zijn poging de voormalige woning van Vincent en Theo in de
Rue Lepic in Parijs te fotograferen, door een furieuze eigenaresse met
een stokbrood achterna werd gezeten. En van een andere bekende
reiziger in het spoor van Vincent, Mark Edo Tralbaut, wordt verteld
dat hij de bomen liet omzagen die niet op de ter plekke geschilderde
schilderijen van Vincent voorkwamen. Niet alleen bevatten de boeken
over Vincent van Gogh vaak prachtige verhalen en reproducties van zijn
kunstwerken. Vooral de grote plaatwerken laten ook veel boeiend
materiaal zien uit Vincents tijd: reproducties van oude
ansichtkaarten, foto's van familieleden en van iedereen waarvan ook
maar even het vermoeden bestaat dat er een relatie is geweest met
Vincent, plattegronden en situatietekeningen van de plekken waar hij
geweest is, en in een enkel geval zelfs opgave van de preciese
weersomstandigheden.
Van Goghs korte, maar veelbewogen leven begon al met een merkwaardig
toeval: hij werd geboren op precies dezelfde dag, maar een jaar later,
als zijn dood geboren broertje dat ook Vincent was genoemd. Dat
broertje lag bovendien begraven op het kerkhof van de kerk waar zijn
vader predikant was, en waar de familie Van Gogh iedere zondag naar
toe ging. Dit feit is natuurlijk dankbaar voer voor de stelling als
zou dit een belangrijke oorzaak zijn geweest voor Vincents latere
ontsporingen en uiteindelijk zijn vroege, dramatische zelfmoord in
1890.
Zundert was Van Gogh's eerste verblijfplaats. Er zouden er vele
volgen: Zevenbergen, Tilburg, Den Haag (twee keer) Londen (twee keer),
Parijs (drie keer), Ramsgate, Isleworth, Dordrecht, Amsterdam, enkele
plaatsjes in de Borinage, Brussel (twee keer), Etten (vier keer),
Drenthe, Nuenen, Antwerpen, Parijs, Arles, Saint-Rémy,
Auvers-sur-Oise.
Vincent kon als kind al verrassend goed tekenen, maar aanvankelijk
wees niets erop dat hij kunstenbaar zou worden. Wel kwam hij via zijn
familie vroeg in de kunsthandel terecht: eerst in het Haagse filiaal
van de Parijse kunsthandel Goupil & Co., opgericht door zijn oom
Vincent, daarna in de filialen te Londen en Parijs. Maar de
teleurstelling over een niet beantwoorde hevige verliefdheid in
1873-1874 in Londen en een groot sociaal gevoel dreven Van Gogh steeds
meer in de richting van een fanatiek soort geloofsbeleving, die
uitmondde in een periode waarin hij het woord Gods ging verspreiden
onder de straatarme mijnwerkers in de Borinage. Hij belandde daar
uiteindelijk in een geestelijke crisis, waar hij uit kwam met twee
dingen: een grote afkeer tegen de gevestigde kerk, en het voornemen om
schilder te worden. Dat was in het vroege najaar van 1889, en Vincent
was inmiddels 27 jaar oud.
In de volgende tien jaar zou Van Gogh zich ontwikkelen van een
schilder/tekenaar van het boerenleven, met een nogal somber palet
geworteld in de Hollandse traditie, tot een schilder aan wiens invloed
praktisch geen enkele 20e eeuwse kunstenaar zich zou kunnen
onttrekken. Van de trieste, maar rake portretten van zijn minnares, de
prostituée Sien en De Aardappeleters naar de stralende zonnebloemen,
de zonovergoten landschappen, de opzienbarende portretten, en de
duizelingwekkende sterrenhemels in Arles. Een wonderbaarlijke periode
van creativiteit, waar uitgebreide monografieën en tentoonstellingen
aan gewijd zijn: zijn eerste korte tijd als kunstenaar in Brussel,
zijn hevige, alweer onbeantwoorde, liefde voor zijn nichtje Kee Vos in
Etten, waar zijn ouders woonden, vervolgens de jaren in Den Haag waar
hij op weg werd geholpen door zijn neef Anton Mauve, en daar tot grote
consternatie van zijn familie ging samenwonen met de prostituée
Clasina Hoornik, oftewel Sien. Daarna Antwerpen, waar hij zich liet
inschrijven aan de Academie voor Schone Kunsten, maar waar hij het
slechts twee maanden uithield, om vervolgens naar Parijs te vertrekken
waar hij met Theo een moeizame samenwoning aanging. En het is in deze
stad dat hij, in contact met de kunstenaars van de 'petit boulevard',
zoals hij de nog niet gearriveerde impressionisten van de tweede
generatie noemde, een volkomen eigen stijl en een stralend
kleurgebruik ging ontwikkelen.
De periode in Vincent van Goghs leven die het meest tot de verbeelding
blijft spreken is zijn verblijf in Arles. In een ongelofelijke
uitbarsting van creativiteit, in de gloeiende hitte en regelmatig
geplaagd door een venijnige mistral, maakte hij in en moordend tempo
zijn bekendste meesterwerken, waaronder: De zaaier, De oogst, een
aantal versies Zonnebloemen, het Portret van de postbode Roulin, De
slaapkamer van Vincent en Caféterras bij avond. In Arles ook werkte
hij in een problematische vriendschapsrelatie een tijdje samen met
Gauguin, en het is daar dat hij in een vlaag van verstandverbijstering
zijn linkeroorlelletje afsneed. Hij eindigde zijn verblijf in Arles in
een totale geestelijke verwarring, geplaagd door aanvallen van
waanzin, en moest uiteindelijk opgenomen worden in het ziekenhuis voor
geestelijk gestoorden in Saint-Rémy en Provence. Maar ook daar bleef
hij tussend de aanvallen door bezig met schilderen.
Over de oorzaken die uiteindelijk geleid hebben tot Vincents zelfmoord in zijn laatste verblijfplaats, Auvers-sur-Oise, waar de schildersvriend dokter Gachet verondersteld werd een oogje op hem te houden, zijn boeken vol geschreven. Van alles is aangevoerd, te beginnen met jarenlange ondervoeding, een diepe, aangeboren melancholie, overmatig alcolholgebruik, vooral van het kwalijke absinth, epilepsie, syphilis, paranoïde schizofrenie, of een combinatie van deze mogelijkheden. Hoe dan ook, Vincents korte leven en zijn dramatische levenseinde hebben al gauw na zijn dood veel inkt doen vloeien, ook al duurde het toch nog enkele decennia voordat de cultus rond hem, gezien de absurde prijzen voor zijn werk, buiten proporties raakte. In zijn laatste, niet afgemaakte brief aan Theo, gevonden in zijn jaszak, nadat hij zich door een buikschot van het leven had benomen, en gedateerd 27 juli 1890, schreef hij: "Welnu, mijn eigen werk, ik heb er mijn leven aan gewaagd en half mijn verstand is er aan onder gegaan - goed...maar wat heeft het voor zin?"
Dit dossier is bijgewerkt tot 18 maart 2003
Koninklijke Bibliotheek - Nationale bibliotheek van Nederland