Ministerie van Economische Zaken Berichtnaam: Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Economische Zaken over het infrabedrijf en het elektriciteitsnet Nummer: 246 Datum: 18-03-2003

1 Wat wordt precies beschouwd als bevoordeling door de netbeheerder van andere tot de groepsmaatschappij behorende ondernemingen? Hoe wordt de naleving van dit verbod gecontroleerd? 1)

2 Deelt u de mening dat een netbeheerder zijn taak alleen kan uitvoeren als hij in ruime mate over monteurs en materiaal kan beschikken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is deze beschikbaarheid gewaarborgd?

3 Is het mogelijk dat het infrabedrijf over expertise beschikt die onmisbaar is voor de netbeheerder, zodat deze sowieso bij het infrabedrijf moet worden ingekocht? Zo ja, vindt u dit een wenselijke situatie? Zo ja, waarom? Zo nee, welke maatregelen gaat u nemen om deze situatie recht te zetten?

4 Bent u van mening dat de vertrekkend directeur van Dte mag worden verondersteld verstand van zaken te hebben? Zo ja, klopt zijn constatering dat er sprake is van een weeffout in de wet? Bent u van plan om deze weeffout te herstellen? Zo ja, op welke wijze gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet? 2)


---
(1) Aanhangsel Handelingen nr.753, vergaderjaar 2002 - 2003 (2) Energie Nederland, jaargang 6, nr. 1, 21 januari jl., pagina 5: Magere netbeheerder is weeffout in de wet.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, mr.drs. J.G. Wijn, heeft deze vragen als volgt beantwoord. Ministerie van Economische Zaken

1 Ingevolge artikel 18 van de Elektriciteitswet 1998 mag de netbeheerder de groepsmaatschappij niet bevoordelen of anderszins voordelen toekennen die verder gaan dan in normaal handelsverkeer gebruikelijk zijn. Als bevoordeling worden in ieder geval bedoeld, het verstrekken van gegevens aan een groepsmaatschappij over afnemers, niet zijnde beschermde afnemers, die een verzoek tot aansluiting of transport hebben gedaan, het leveren van goederen of diensten aan een groepsmaatschappij tegen een vergoeding die lager is dan gebruikelijk of het gebruik door een groepsmaatschappij van de naam en het beeldmerk van de netbeheerder die verwarring schept bij het publiek over de herkomst van de goederen of diensten. Controle op de naleving van dit verbod geschiedt aldus, dat de netbeheerder bij zijn jaarrekening een verklaring dient toe te voegen waaruit de financiële verhouding tussen de netbeheerder en andere tot de groep behorende ondernemingen blijkt. De jaarrekening en verklaring wordt toegezonden aan de DTe. De DTe toetst of deze verklaring in overeenstemming is met de wet.

2, 3 en 4 Het is niet noodzakelijk dat de netbeheerder alle expertise zelf in huis moet hebben. De directeur van de DTe doelde met de term magere netbeheerder, op een netbeheerder die niet alle expertise in eigen huis heeft en noemt dat een weeffout. Ik bestrijd dat. De netbeheerder heeft een aantal taken die exclusief aan de netbeheerder zijn toebedeeld. Ik verwijs hiervoor ook naar mijn brief d.d. 10 februari 2003 met kenmerk ME/EM 03004943. Voor deze taken dient de netbeheerder zelf de expertise in huis te hebben. In de Elektriciteitswet 1998 is ook limitatief aangegeven welke taken de netbeheerder mag uitbesteden. Deze taken kunnen worden uitbesteed aan op de markt werkzame dienstverleners. De netbeheerder is niet verplicht het infrabedrijf of een andere vennootschap uit de groep hiervoor in te schakelen. Ik heb er geen problemen mee dat de netbeheerder in voorkomend geval de toegestane taken uitbesteedt. Uit het oogpunt van doelmatigheid kan dat zelfs wenselijk zijn. Cruciaal is dat de netbeheerder verantwoordelijk is en blijft voor de uitvoering van de wettelijke taken, ook van de taken die de netbeheerder uitbesteed heeft.