Nederlands Politie Instituut
Stijgende lijn geslaagde agenten zet zich voort
Ruim 90 procent van agenten slaagt voor toets schietvaardigheid
De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) heeft onderzoek gedaan
naar de uitvoering van de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Politie
(RTGP). De peildatum was 1 juli 2002. Uit de rapportage van de IOOV
blijkt dat van de politieambtenaren die gecertificeerd zouden moeten
zijn ruim 90 procent slaagt (het slagingspercentage van agenten dat
daadwerkelijk opkomt voor de toets ligt zelfs op ruim 98 procent). Dat
percentage is aanmerkelijk hoger dan in 1998 toen 66 procent slaagde
en ook hoger dan bij de invoering van de toets was beoogd (80
procent).
Uit de rapportage van de Inspectie blijkt verder dat in een aantal
korpsen niet consequent het wapen wordt ingenomen van agenten die niet
gecertificeerd zijn. Het Korpsbeheerdersberaad (Kbb) en de Raad van
Hoofdcommissarissen (RHC) vinden deze situatie ongewenst. Bij de
betreffende politiekorpsen wordt inmiddels een inhaalslag gemaakt om
wapens van niet-gecertificeerden in te nemen.
Verder zal het bestand van toetsplichtigen worden opgeschoond, omdat
een aantal agenten niet langer een functie vervult waarbij het dragen
van een wapen noodzakelijk is.
Kbb en RHC onderkennen dat bij het inplannen van de trainingsuren voor
de Integrale Beroepsvaardigheden Training (IBT) problemen ontstaan,
die vooral veroorzaakt worden door onverwachte gebeurtenissen in het
dagelijkse politiewerk. Jaarlijks moeten politieambtenaren 32 uur
trainen. Daarnaast zijn er tientallen vacatures voor IBT-docenten. De
RHC heeft initiatieven genomen om zes extra cursussen om docenten op
te leiden, te realiseren bij het LSOP Politeonderwijs en
Kenniscentrum.
Een andere ontwikkeling die wordt gestimuleerd is de landelijke
invoering van het Docent Onafhankelijk Simulatie Schietsysteem, zoals
dat in de regio Brabant-Noord is ontwikkeld. Politieambtenaren kunnen
op ieder gewenst moment zonder docent oefenen met een tot laserwapen
omgebouwde Walther P5, het dienstwapen van de Nederlandse politie. Met
een beamer worden levensechte situaties nagebootst en een
detectiecamera registreert de schietresultaten. De IBT-docenten kunnen
deze resultaten raadplegen en op maat gesneden trainingen geven. Deze
werkwijze bereidt de politieambtenaar beter voor op de officiële
toets, waarbij met scherp wordt geschoten.
Kbb en RHC onderschrijven dat de ingezette inhaalslag en verhoogde
inspanning van de korpsen nodig zijn voor het invoeren van de toets
aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden. Op 31 december 2003
moeten toetsplichtige politieambtenaren ook voor deze toets geslaagd
zijn, naast de schietvaardigheidtoets. Gezien de verantwoordelijkheid
ten opzichte van de samenleving en toenemende mate waarin de politie
wordt geconfronteerd met (gewapend) geweld,dient op alle niveaus nog
meer aandacht te zijn voor de uitvoering van de RTGP. Kbb en RHC
onderstrepen daarbij dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van
werkgever en werknemer is.
Den Haag, 18 maart 2003.