ChristenUnie
Dreigende stenging Nigeria Dinsdag 18 Maart 2003 - 14:50
Vragen van de leden Arib, Van Heteren, Bussemaker en Koenders (allen
PvdA), Giskes (D66), Terpstra (VVD), Herben (LPF), Rouvoet
(ChristenUnie), Tonkens (GroenLinks), Eurlings en Verburg (beiden
CDA), Kant (SP) en Van der Staaij (SGP) aan de minister van
Buitenlandse Zaken over de dreigende steniging van Amina Lawal te
Nigeria.(Ingezonden 12 maart 2003)
1
Hebt u kennisgenomen van de dreigende steniging van Amina Lawal in
Nigeria?1
2
Bent u op de hoogte van diverse andere dreigende stenigingen van
vrouwen in Nigeria? Zo ja, welke rol heeft Nederland tot op heden
gespeeld ter voorkoming van deze stenigingen?
3
Wat is uw standpunt ten aanzien van wet- en regelgeving die dit soort
praktijken toelaat? Bent u het eens met de stelling dat het stenigen
van vrouwen een grove schending van mensen-rechten is, en in strijd is
met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het
VN-Vrouwenverdrag?
4
Bent u het eens met de stelling dat de bescherming van mensen- en
vrouwenrechten een essentieel criterium vormt voor bilaterale en
diplomatieke betrekkingen? Zo ja, welke conse-quenties bent u dan
bereid te trekken indien de steniging van Amina Lawal daadwerkelijk
plaatsvindt?
5
Bent u bereid namens de Nederlandse regering vóór 17 maart aanstaande
bij de Nigeriaanse autoriteiten te protesteren tegen de steniging van
vrouwen en in het bijzonder tegen de steniging van Amina Lawal, in
wier rechtszaak op 25 maart 2003 een hoger beroep dient? Kunt u de
Kamer zo spoedig mogelijk hierover informeren?
1 Trouw, 5 maart jl. en de Volkskrant, 5 maart jl.
---