Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Dossier Klassieke vogelpest
Wijziging Regelingen Aviaire Influenza 2003
dd. 18-03-2003 14:00 uur
Toelichting voor de Staatscourant
Met de onderhavige regeling worden de naar aanleiding van ernstige
verdenkingen van aviaire influenza tot stand gebrachte regelingen
gewijzigd. Dit betreft de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee
2003, de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003
I, de Regeling verzamelverbod pluimvee 2003, de Regeling monitoring
Aviaire Influenza 2003 en de Regeling inzet studenten aviaire
influenza 2003.
De regeling behelst inhoudelijk twee wijzigingen. Ten eerste wordt
definitie van pluimvee nader afgebakend. Deze wijziging wordt
onderstaand nader toegelicht. Ten tweede is in de Regeling
vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, het vervoersverbod van
evenhoevigen en paarden - afkomstig van bedrijven waar pluimvee wordt
gehouden - verruimd tot evenhoevigen en eenhoevigen. Dit gelet op het
feit dat het vanzelfsprekend ook geen vervoer moet plaatsvinden van
bijvoorbeeld pony's of andere paardachtigen.
Omwille van de overzichtelijkheid is er voor gekozen de artikelen van
de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, de Tijdelijke
regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I, de Regeling
verzamelverbod pluimvee 2003 de verschillende artikelen - zonder tot
hernummering van de artikelen te komen - opnieuw vast te stellen.
Definitie pluimvee
Uit oogpunt van duidelijkheid is er voor gekozen de term ''pluimvee''
te schrappen en te vervangen door de term AI-gevoelige dieren. Welke
soorten onder AI-gevoelige dieren vallen, wordt telkens opgenomen in
de begripsomschrijvingen van artikel 1 van de te onderscheiden
regelingen.
AI-gevoelige dieren worden gedefinieerd als gehouden dieren van een
soort behorende tot de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot
de familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families
van de struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes
(Rheidae) en voor de consumptie gehouden duif (Columbia livia).
Onder deze in de definitie opgenomen soorten vallen: kippen,
kalkoenen, parelhoenders, kwartels, fazanten, patrijzen, pauwen,
eenden, ganzen, zwanen, duiven (alleen van de soort Columbia livia),
struisvogels, emoes en nandoes, die bedrijfsmatig of anderszins worden
gehouden, met dien verstande dat onder duiven alleen voor de
consumptie gehouden duiven (Columbia livia) worden begrepen. Daarnaast
valt onder de definitie nog een aantal andere soorten behorende tot de
orde van de hoenderachtigen en wel van de soorten van de families
grootpoothoenders (Megapodiidae), hokko's (Cracidae) en hoatzin
(Opisthocomidae). Deze laatstbedoelde soorten worden weliswaar niet
voor de productie/consumptie gehouden en komen waarschijnlijk
hobbymatig weinig voor, maar vanuit veterinair oogpunt is het
wenselijk dat ook het verzamelverbod op deze soorten van toepassing
zijn ter voorkoming van verspreiding van het virus.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ;
Gelet op Richtlijn nr. 92/40/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PbEG L 167);
Gelet op beschikking nr. 2003/153/EG van de Commissie van de Europese
Gemeenschappen van 3 maart 2003 tot vaststelling van beschermde
maatregelen in verband met een sterk vermoeden van besmetting met
aviaire influenza in Nederland (PbEG L59);
Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de
Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1990 inzake
veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautair
handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het
vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L
224);
Gelet op de artikelen 15, eerste lid, onderdelen b en e, 17, 18,
eerste en tweede lid, 29, 30, eerste en derde lid, 31 en 107, van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Gelet op artikel 7, tweede en derde lid, van de Wet op de uitoefening
van de diergeneeskunde 1990;
Gelet op artikel 12 van het Besluit paraveterinairen;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 wordt gewijzigd
als volgt:
A
De artikelen 1 tot en met 11 worden vervangen door de volgende
artikelen:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. AI: Aviaire Influenza;
b. AI-gevoelige dieren : gehouden dieren van een soort behorende tot
de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van
de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de
struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes
(Rheidae) en voor consumptie gehouden duiven (Columbia livia);
c. bijlage I: bijlage I bij deze regeling;
d. gebied: in bijlage I aangewezen vervoersbeperkingsgebied;
e. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie
van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen
aanhangwagens, opleggers of containers.
Artikel 2
Het is in een gebied verboden te handelen in strijd met de in bijlage
I bij de onderscheiden aangewezen gebieden telkens van toepassing
verklaarde artikelen of artikelonderdelen van deze regeling.
Artikel 3
1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg
zonder vervoermiddel, van
a. AI-gevoelige dieren, en
b. broed- en consumptie-eieren,
uit, naar of binnen het gebied, is verboden.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet
van toepassing ten aanzien van consumptie-eieren, voor zover deze
eieren worden vervoerd, anders dan van bedrijven waar zich
AI-gevoelige dieren bevinden, pakstations en soortgelijke
inrichtingen.
3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet
van toepassing ten aanzien van eieren bestemd voor industriële
verwerking afkomstig van een bedrijf waar AI-gevoelige dieren
worden gehouden die hetzij rechtstreeks hetzij via een op grond
van de Verordening registratie verzamelaars, grossiers en houders
van een pakstation en heffingen consumptie-eieren 2002
geregistreerd pakstation binnen een gebied worden vervoerd naar
een op grond van de Registratieverordening groothandel in eieren
en eiproducten en eiproductenindustrie 1999 geregistreerde
eiproductenfabrikant.
4. De in het derde lid bedoelde eieren worden verpakt, vervoerd,
opgeslagen en verwerkt overeenkomstig een door de directeur van de
Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring
van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol.
Artikel 3a
1. Het is verboden te vervoeren:
a. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren, of
b. dierlijke mest afkomstig van een plaats waar AI-gevoelige
dieren worden gehouden.
2. Onder het vervoer van gebruikt strooisel, mest van AI-gevoelige
dieren en dierlijke mest, bedoeld in het eerste lid, wordt mede
verstaan het aanwenden ervan.
3. Mestopslagen van mest van AI-gevoelige dieren worden op een
zodanige wijze afgedekt dat dieren, waaronder mede wordt verstaan
niet gehouden dieren, niet met de mest van AI-gevoelige dieren in
aanraking kunnen komen.
Artikel 3b
Het vervoer van evenhoevigen en eenhoevigen, met inbegrip van
verplaatsing over de openbare weg zonder vervoermiddel, afkomstig van
of naar een bedrijf waar AI-gevoelige dieren worden gehouden, is
verboden.
Artikel 4
1. Het is verboden vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd
voor het vervoer van:
a. AI-gevoelige dieren;
b. broed- en consumptie-eieren, en
c. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren,
te vervoeren uit, naar of binnen het gebied.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet
van toepassing ten aanzien van een vervoermiddel dat wordt
gebruikt of kennelijk bestemd is voor het vervoer van
consumptie-eieren, anders dan van bedrijven waar zich AI-gevoelige
dieren bevinden, pakstations en soortgelijke inrichtingen.
3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet
van toepassing ten aanzien van een vervoermiddel dat wordt
gebruikt of kennelijk bestemd is voor het vervoer van de in
artikel 3, derde lid, bedoelde eieren.
4. De in het derde lid bedoelde vervoermiddelen worden voorafgaand
aan het vervoer naar en van de pakstations en na aflevering van de
eieren op een pakstation of een geregistreerde
eiproductenfabrikant als bedoeld in artikel 3, derde lid,
gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de
Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring
van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol.
5. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, is niet
van toepassing op door de door de directeur van de Voedsel en
Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en
Vlees aangewezen vervoermiddelen die ten behoeve van de opslag van
dierlijke meststoffen, lege containers aanvoeren op een bedrijf.
Deze vervoermiddelen verlaten het gebied niet en worden voor het
verlaten van een bedrijf telkens gereinigd en ontsmet
overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Waren
Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en
Vlees, goedgekeurd protocol.
6. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, is niet
van toepassing op vervoermiddelen, niet zijnde vervoermiddelen als
bedoeld in het vijfde lid, die ten behoeve van de opslag van
dierlijke meststoffen, lege containers aanvoeren op een door de
directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, aangewezen locatie.
Deze vervoermiddelen worden voor het verlaten van de locatie
gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de
Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring
van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol.
Artikel 5
1. De houder van AI-gevoelige dieren is verplicht maatregelen te
nemen zodat elk contact tussen bezoekers en AI-gevoelige dieren is
uitgesloten en al het noodzakelijke te doen, dan wel na te laten
om te voorkomen dat besmetting met of verspreiding van AI zich
voordoet.
Onder al het noodzakelijke wordt tenminste verstaan het aanbrengen
van fysieke afscheidingen.
2. Het is de houder, bedoeld in het eerste lid, toegestaan:
a. politie, ambulance, brandweer en soortgelijke
noodhulpdiensten;
b. monteurs of loonwerkers, indien er een acuut gevaar voor de
gezondheid van AI-gevoelige dieren aanwezig is en
werkzaamheden van de monteur of loonwerker noodzakelijk zijn
om deze situatie op te heffen;
c. dierenartsen;
d. toezichthouders, en
e. degenen die in het kader van de minimaal noodzakelijke
dierverzorging op het bedrijf aanwezig zijn,
in contact te laten treden met AI-gevoelige dieren.
Artikel 6
De eigenaar, houder of hoeder van AI-gevoelige dieren is verplicht de
AI-gevoelige dieren op te sluiten in een ruimte, die zodanig is
afgeschermd dat wordt voorkomen dat andere vogels en hun uitwerpselen
in deze ruimte kunnen doordringen.
Artikel 6a
1. In zoverre in afwijking van het bepaalde in artikel 2 van de
Regeling verzamelverbod pluimvee Nederland 2003, is het verboden
vogels, afkomstig van verschillende plaatsen, tijdelijk bijeen te
brengen op een plaats.
2. In zoverre in afwijking van het bepaalde in artikel 3 van de
regeling, bedoeld in het eerste lid, worden jaarbeurzen, markten,
verkopingen en veilingen waarop vogels worden verhandeld, alsmede
tentoonstellingen, keuringen en andere evenementen waarbij vogels
worden bijeengebracht, geschorst.
Artikel 7
De eigenaar, houder of hoeder van AI-gevoelige dieren draagt er zorg
voor dat deze dieren de ruimte, bedoeld in artikel 6, niet verlaten.
Artikel 8
Deze regeling laat de op grond van artikel 25 van de Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren geldende beperkingen onverlet.
Artikel 9
Deze regeling berust mede op de artikelen 15, eerste lid, aanhef en
onderdelen b en e, en 18, eerste en tweede lid, van de Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren.
Artikel 10
Deze regeling wordt aangehaald als Regeling vervoersbeperkingsgebieden
pluimvee 2003.
B
In bijlage I wordt in de onderdelen A, C en D, ''De artikelen 1 tot en
met 11'' telkens vervangen door: De artikelen 1 tot en met 10.
ARTIKEL II
De artikelen 1 tot en met 11 van de Tijdelijke regeling vervoers- en
exportverbod pluimvee 2003 I worden vervangen door de volgende
artikelen:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. AI: Aviaire Influenza;
b. AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende tot
de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van
de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de
struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes
(Rheidae) en voor consumptie gehouden duiven (Columbia livia);
c. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie
van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen
aanhangwagens, opleggers of containers.
Artikel 2
Het is verboden AI-gevoelige dieren en broedeieren te vervoeren, met
inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder een
vervoermiddel, vanuit Nederland.
Artikel 2a
Het is verboden AI-gevoelige dieren en broedeieren in Nederland te
brengen.
Artikel 3
Het is verboden:
a. AI-gevoelige dieren en
b. broedeieren,
te vervoeren, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg
zonder een vervoermiddel, binnen Nederland.
Artikel 3a
1. Het is verboden te vervoeren:
a. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren, en
b. dierlijke mest afkomstig van een bedrijf waar als een van de
bedrijfstakken AI-gevoelige dieren worden gehouden.
2. Onder het vervoer van gebruikt strooisel, mest van AI-gevoelige
dieren en dierlijke mest, bedoeld in het eerste lid, wordt mede
verstaan het aanwenden ervan.
3. Opslagen van mest van AI-gevoelige dieren worden op een zodanige
wijze afgedekt dat dieren, waaronder mede wordt verstaan niet
gehouden dieren, niet met de mest van AI-gevoelige dieren in
aanraking kunnen komen.
Artikel 3b
De eigenaar, houder of hoeder van AI-gevoelige dieren is verplicht de
AI-gevoelige dieren op te sluiten in een ruimte, die zodanig is
afgeschermd dat wordt voorkomen dat andere vogels en hun uitwerpselen
in deze ruimte kunnen doordringen.
Artikel 3c
De eigenaar, houder of hoeder van AI-gevoelige dieren draagt er zorg
voor dat deze dieren de ruimte, bedoeld in artikel 3b, niet verlaten.
Artikel 4
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, is niet van toepassing op het
vervoer van vleeskuikens, eenden, kalkoenen en parelhoenders die
rechtstreeks worden vervoerd naar een slachthuis.
2. Het eerste lid is slechts van toepassing indien een door een
dierenarts ondertekende gezondheidsverklaring, opgemaakt
overeenkomstig het in bijlage I bij deze regeling opgenomen model,
tijdens het vervoer op het transportmiddel aanwezig is en
voorafgaand aan het lossen op het slachthuis is afgegeven aan de
keuringsdierenarts.
Artikel 5
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, is niet van toepassing op het
vervoer van eendagskuikens, die rechtstreeks met een of meer
vervoermiddelen worden vervoerd naar een bedrijf waar geen andere
AI-gevoelige dieren aanwezig zijn.
2. Na aankomst bij het bedrijf van bestemming dient de eigenaar,
houder of hoeder van de eendagskuikens deze elke 7 dagen klinisch
te laten onderzoeken door een dierenarts op AI. Van elke inspectie
wordt door de dierenarts een verklaring opgemaakt, welke
verklaring op het desbetreffende bedrijf tot nader order wordt
bewaard. De dierenarts meldt terstond eventuele symptomen van AI
aan de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel
Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees.
Artikel 5a
1. Het verbod, bedoeld in artikel 3, is niet van toepassing ten
aanzien van eieren bestemd voor industriële verwerking afkomstig
van een pluimveebedrijf, die rechtstreeks worden vervoerd naar een
op grond van de Registratieverordening groothandel in eieren en
eiproducten en eiproductenindustrie 1999, geregistreerde
eiproductenfabrikant.
2. De in het eerste lid bedoelde eieren worden vervoerd, verpakt,
opgeslagen en verwerkt overeenkomstig een door de directeur van de
Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring
van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol.
Artikel 6
1. Ingeval van vervoer als bedoeld in de artikelen 4 en 5, is de
vervoerder verplicht een inzichtelijke registratie bij te houden
en tot nader order op diens bedrijf te bewaren, waarin in elk
geval de volgende gegevens worden opgenomen:
+ naam, adres en woonplaats van de laad- en losplaatsen;
+ de vervoerde soorten AI-gevoelige dieren;
+ de vervoerde aantallen AI-gevoelige dieren;
+ de gereden route, en
+ datum en tijdstip van laden en lossen.
2. Ingeval van vervoer als bedoeld in de artikelen 4 en 5, is de
vervoerder verplicht de wielkasten van het gebruikte vervoermiddel
te reinigen en te ontsmetten voordat het vervoermiddel het
bedrijf, waarop AI-gevoelige dieren worden gehouden, verlaat.
3. Ingeval van vervoer als bedoeld in artikel 4, is de vervoerder
verplicht het gebruikte vervoermiddel geheel te reinigen en te
ontsmetten voordat het vervoermiddel het slachthuis verlaat.
Artikel 7
1. Het is verboden vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd
voor het vervoer van
a. AI-gevoelige dieren;
b. broedeieren, en
c. gebruikt strooisel en mest van AI-gevoelige dieren,
te verplaatsen binnen Nederland.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, is niet
van toepassing op vervoermiddelen die worden gebruikt ten behoeve
van vervoer, bedoeld in de artikelen 4 en 5.
3. Het verbod, bedoeld het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van
toepassing ten aanzien van een vervoermiddel dat wordt gebruikt of
kennelijk bestemd is voor het vervoer van de in artikel 5a, eerste
lid, bedoelde eieren.
4. De in het derde lid bedoelde vervoermiddelen worden voorafgaand
aan het vervoer en na aflevering van de eieren gereinigd en
ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en
Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en
Vlees, goedgekeurd protocol.
5. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, is niet
van toepassing ten aanzien van een vervoermiddel dat ten behoeve
van de opslag van gebruikt strooisel of dierlijke mest lege
containers aanvoert op één bedrijf of op een op grond van artikel
4, zesde lid, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee
2003, aangewezen locatie.
6. De in het vijfde lid bedoelde vervoermiddelen worden voorafgaand
aan het vervoer en na aflevering van de containers gereinigd en
ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en
Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en
Vlees, goedgekeurd protocol.
Artikel 8
Deze regeling laat de op grond van de Regeling
vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 geldende beperkingen
onverlet.
Artikel 9
Deze regeling wordt aangehaald als Tijdelijke regeling vervoers- en
exportverbod pluimvee 2003 I.
ARTIKEL III
De artikelen 1 tot en met 5 van de Regeling verzamelverbod pluimvee
Nederland 2003 worden vervangen door de volgende artikelen:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. AI: Aviaire Influenza;
b. AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende tot
de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van
de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de
struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes
(Rheidae) en voor consumptie gehouden duiven (Columbia livia).
Artikel 2
Het is verboden AI-gevoelige dieren, afkomstig van verschillende
plaatsen, tijdelijk bijeen te brengen op een plaats.
Artikel 3
De markten, verkopingen en veilingen waarop AI-gevoelige dieren worden
verhandeld, alsmede tentoonstellingen, keuringen en andere
evenementen, worden geschorst.
Artikel 4
Paragraaf 6 van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren
2000 is niet van toepassing.
Artikel 5
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verzamelverbod pluimvee
2003.
ARTIKEL IV
De Regeling inzet studenten aviaire influenza 2003 wordt als volgt
gewijzigd:
A
Onder vernummering van het eerste tot en met vierde artikel tot tweede
tot en met vijfde artikel wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. AI: Aviaire Influenza;
b. AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende tot
de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de familie van
de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de families van de
struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes
(Rheidae) en voor consumptie gehouden duiven (Columbia livia).
B
In het tot artikel 2 vernummerde artikel 1 wordt ''pluimvee''
vervangen door: AI-gevoelige dieren.
C
In het tot artikel 3 vernummerde artikel 2 wordt de zinsnede ''De in
artikel 1 bedoelde toelating'' gewijzigd in: De in artikel 2 bedoelde
toelating.
ARTIKEL V
De Regeling monitoring Aviaire Influenza 2003 wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
a. AI: Aviaire Influenza ;
b. AI-gevoelige dieren: gehouden dieren van een soort behorende
tot de orde van de hoenderachtigen (Galliformes), tot de
familie van de eenden, ganzen en zwanen (Anatidae), tot de
families van de struisvogels (Struthionidae), emoes
(Dromaiidae) en nandoes (Rheidae) en voor consumptie gehouden
duiven (Columbia livia).
2. Het is verboden, onverminderd de artikelen 19 en 100 van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, AI-gevoelige dieren op
een bedrijf te houden, tenzij wordt voldaan aan artikel 2 en
artikel 3, eerste lid.
B
In artikel 2 wordt ''pluimvee'' vervangen door: AI-gevoelige dieren.
ARTIKEL VI
Deze regeling wordt bekend gemaakt aan de media en treedt op 18 maart
2003 om 14.00 uur in werking, met uitzondering van ARTIKEL IV en
ARTIKEL V, die in werking treden op de tweede dag na dagtekening van
de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
Regeling
---