Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Postbus 20018 Telefoon (070) 333 44 44 2500 EA DEN HAAG Telefax (070) 333 4033
Uw brief Ons kenmerk A&G/W&B/2003/16767
Onderwerp Datum
Onderzoek gezondheidseffecten watergedragen 17 maart 2003
producten
Inleiding
In 2001 en 2002 heb ik, samen met het Bedrijfschap Schildersbedrijf, onderzoek laten verrichten
naar de gezondheidseffecten van schildersproducten en van de producten die worden gebruikt
door vloerenleggers, parketleggers en tapijtlijmers. Het onderzoek werd uitgevoerd door IVAM
Research and Consultancy on Sustainability en het European Centre for Coating and Surface
Technology. Het vond plaats tegen de achtergrond van de vervangingsverplichting voor vluchtige
organische stoffen (VOS) die per 1 januari 2000 in genoemde branches van kracht is geworden.
Ter preventie van Organisch Psycho Syndroom (OPS), een ernstige aandoening van het
zenuwstelsel als gevolg van beroepsmatige blootstelling aan VOS, is vanaf die datum het gebruik
van lijmen en verfproducten in binnensituaties aan regels gebonden, waarbij een maximumgehalte
aan VOS in de vervangende producten is vastgelegd.
Aanleiding voor het onderzoek waren incidentele berichten over het mogelijk ontstaan van
huidklachten als gevolg van het gebruik van de vervangende producten. Watergedragen lijmen en
verven bevatten een aantal stoffen die voorheen niet op grote schaal in verven toegepast werden,
zoals conserveringsmiddelen en hulpstoffen. In dit onderzoek zijn de samenstelling en
eigenschappen van de nieuwe producten bestudeerd en vergeleken met de traditionele producten.
Ook is een studie verricht naar het optreden van huidklachten vóór en na de invoer van de
Vervangingsregeling.
De resultaten van dit onderzoek bied ik u hierbij aan.
Conclusies onderzoeken
In het algemeen kan geconcludeerd worden dat de vervangingsregeling niet heeft geleid tot het
gebruik van producten waarvan op basis van hun samenstelling meer huidklachten worden
verwacht. Deze conclusie geldt voor de gebruikte producten in alle branches waarin het onderzoek
heeft plaatsgevonden: schildersbranche (verven, vulmiddelen, kitten, etc.), tapijtleggersbranche
---
(o.a. lijmen, egaliseermiddelen, primers), parketleggersbranche (idem) en vloerenleggersbranche
(o.a. coatings, primers).
In de schildersbranche is door bestudering van gegevens uit de periodiek afgenomen
Schildersvragenlijst van Stichting Arbouw het vóórkomen van huidklachten in beeld gebracht. Deze
klachten zijn door het werken met de nieuwe producten niet toegenomen: schilders die met de
nieuwe producten werken blijken zelfs een iets lagere kans op huidklachten te hebben. Ook in de
andere branches is op basis van literatuur geen toename van huidklachten geconstateerd.
Overigens zijn zowel schilder als vloerenlegger bekende risicoberoepen voor het ontwikkelen van
handeczeem. Dit beeld is in deze studies bevestigd. Bij schilders blijkt huideczeem meestal niet
door verven, maar door overige producten waar ze mee werken (kitten, epoxyproducten) te
worden veroorzaakt. De huidbelasting van vloerenleggers was zowel voor als na het van kracht
worden van de vervangingsregeling hoog, als gevolg van met name blootstelling aan
epoxyproducten.
Beleidsreactie
De resultaten stellen mij gerust als het gaat om de vraag of de producten die door de
vervangingsregeling in gebruik zijn geraakt ongewenste gezondheidseffecten zouden kunnen
veroorzaken. Indien uit incidentele gevallen een beeld zou zijn opgeroepen, dat er sprake zou zijn
van een, niet-beoogde, grote extra belasting van de huid, blijkt dit niet terecht te zijn. Er is één
belangrijk beoogd effect te verwachten van de invoering van de vervangingsregeling: op termijn een
afname van het aantal OPS slachtoffers.
Een beschrijving van de stand van zaken van het OPS- preventiebeleid kunt u uiterlijk 1 juli 2003
tegemoet zien.
Het onderzoek geeft overigens wel aan, dat preventie van huideczeem in deze branches nog
aandacht behoeft. De onderzoekers doen aanbevelingen op welke manier deze preventie gestalte
zou kunnen krijgen. De meeste hiervan kunnen door de branchevereniging, producenten en Arbo-
diensten worden overgenomen en geïmplementeerd. Zo werkt Arbouw aan een
classificatiesysteem voor huidbelastende epoxyproducten, op basis waarvan een keuze voor een
minder gezondheidsschadelijk product mogelijk is. De resultaten van het onderzoek zullen onder
de aandacht van betrokken partijen worden gebracht.
Gelet op de uitkomsten van het onderzoek zie ik geen aanleiding om het beleid inzake de
producten die worden ingezet ter naleving van de vervangingsregeling te wijzigen. Ik vertrouw erop
dat de resultaten van het onderzoek zullen bijdragen aan een betere preventie van huidklachten in
de genoemde branches.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
3
(M. Rutte)