Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Schietvaardigheid op de korrel. Onderzoek naar de stand van zaken per 1 juli
2002
17 maart 2003
De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid heeft over het eerste halfjaar van
2002 een onderzoek verricht naar het vaststellen van de schietvaardigheid en
het nakomen van de verplichtingen met betrekking tot training en toetsing
zoals deze in de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Politie (RTGP) zijn
opgenomen.
---
Een greep uit de conclusies:
Van de 32.354 toetsplichtige politiemedewerkers is 91 procent geslaagd voor
de schietvaardigheidstoets. Acht procent is niet-gecertificeerd voor het
dragen van een vuurwapen doordat medewerkers niet opkomen om de toets af te
leggen. Slechts 1 % van de toetsplichtigen zakt voor de toets.
In totaal zijn er 3035 niet-gecertificeerde medewerkers. Er zijn echter maar
762 vuurwapens ingenomen. Dit betekent, dat er 2273 politiemedewerkers zijn,
die niet-gecertificeerd zijn én waarvan het vuurwapen niet is ingenomen.
De RTGP blijkt duidelijk en goed toepasbaar. Bij veel korpsen is de aandacht
voor schietvaardigheid toegenomen. De RTGP wordt echter niet strikt
uitgevoerd, met name met betrekking tot niet-gecertificeerde werknemers en
het innemen van hun wapens.
In het algemeen is er voldoende schietaccomodatie. Het is nog niet te
beoordelen of het in de RTGP genoemde aantal trainings- en toetsingsuren van
minimaal 32 voldoende is.
Door de verhoogde aandacht voor schietvaardigheid loopt het tekort aan
vuurwapendocenten op. Dit wordt mede veroorzaakt door een te late aanmelding
door de korpsen van cursisten voor de opleiding tot vuurwapendocent.
De registratie van dienstwapens is bij veel korpsen niet actueel. In een
aantal korpsen bestaat door decentrale registraties op korpsniveau geen
totaal overzicht op het wapenbestand.
Rechts in de kantlijn kunt u het rapport en de bijlagen downloaden in
***Zie het originele bericht voor downloaden in PDF-formaat***
© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 19 maart 2003