Gemeente Dordrecht


---

Abstractie rond Dordrecht

Het nieuwe beeldend denken uit `60

Persbericht 5 februari 2003

Het Dordrechts Museum presenteert de tentoonstelling Abstractie rond Dordrecht van 16 maart tot en met 11 mei 2003. Centraal staat het werk van zes nationaal en internationaal bekende kunstenaars: Joost Baljeu, Marinus Boezem, Ad Dekkers, Ewerdt Hilgemann, Jan van Munster en Carel Visser.
Zij waren in de jaren zestig en zeventig bijna allen woonachtig of werkzaam in Dordrecht of in de directe omgeving daarvan. De vraag is dan ook of de streek rond Dordrecht en hun contactnetwerk invloed heeft gehad op hun werk dat kan worden geplaatst binnen de traditie van de geometrisch- abstracte en conceptuele kunst. Opmerkelijk is dat er op dit moment weer kunstenaars doorgaan op die beeldtaal. De inrichting van de tentoonstelling en de grafische vormgeving is tot stand gekomen in samenwerking met Academie St . Joost in Breda.

Het nieuwe beeldend denken
In tijden waarin fotografie en videokunst hoogtijdagen beleven, lijkt abstracte kunst nog altijd een ondergeschoven kindje in de beeldende kunst. Toch is er weer een opleving bij kunstenaars om de geometrisch- abstracte beeldtaal uit de jaren zestig en zeventig toe te passen. Dit is een van de redenen waarom het Dordrechts Museum met Abstractie rond Dordrecht - het nieuwe beeldend denken uit `60 terugblikt op die periode. In de tentoonstelling neemt het museum de nieuwe mentaliteit die uit het werk van de kunstenaars uit de jaren '60-70 spreekt onder de loep. Het gaat in dit geval om het werk van Joost Baljeu (Middelburg,1925 - 1991 Amsterdam), Marinus Boezem (Leerdam 1934), Ad Dekkers (Nieuwpoort, 1938 - 1974 Gorinchem),
Ewerdt Hilgemann (Witten/Ruhr, 1938), Jan van Munster (Gorinchem, 1939) en Carel Visser (Papendrecht, 1928).

In de jaren `60 ontstonden er kunstwerken in een abstracte beeldtaal, waarin lijn, vorm en kleur zelfstandige elementen waren geworden. Typerend voor de periode 1960-1970 is ook dat de kunstenaars nieuwe uitgangspunten formuleren en, ieder op eigen wijze, bezig zijn met het thema structuur en energie. Baljeu, Dekkers en Hilgemann, bouwen voort op de opvattingen van `De Stijl' en `Bauhaus', maar zetten zich er ook weer hard tegen af. Afwijkend is bijvoorbeeld dat ze overgaan tot het maken van reliëfs en heel anders over het gebruik van kleur denken. Ze grijpen niet meer naar traditionele materialen, zoals verf, doek en steen, maar maken reliëfs van polyester
(Ad Dekkers) en plexiglas (Joost Baljeu) of gebruiken energiebronnen als warmte en koude (Jan van Munster).
Carel Visser onderzoekt in deze tijd hoe evenwicht en verbindingen tussen verschillende materialen tot sculpturen worden. In `Grote Mat' uit 1970 verbindt hij het harde plaatijzer met het slappe leer. Daarnaast was er een tendens om met de nodige humor commentaar te leveren op wat de genoemde kunstenaars produceerden en op wat er toen in de beeldende kunst aan de hand was. Een kunstenaar als Marinus Boezem wilmet zijn conceptuele werk de bestaande hiërarchie op zijn kop zetten. In de installatie `Rietveld bewogen door ventilatoren' uit 1968 maakt hij ons bewust van de structuur van een rietveld dat we in de werkelijkheid kunnen waarnemen, door in een installatie een golvend rietveld (aangeblazen door ventilatoren) te laten zien. Een ander streven in die tijd is om kunst minder elitair te maken en een plaats te geven in het leven van alledag. Dat werd letterlijk werkelijkheid in het georganiseerde Symposion (1974) in Gorinchem. Kunstenaars als Dekkers, Boezem en Hilgemann ontwierpen toen samen met kunstenaars uit Europa een kunstwerk voor de openbare ruimte. Tegelijk werden er bijeenkomsten georganiseerd met de bevolking van Gorinchem.

Invloed van de streek rond Dordrecht
Het is opvallend dat Boezem, Dekkers en Van Munster die nationaal en internationaal doorbraken uit de omgeving van Dordrecht afkomstig waren.
De vraag is dan ook of de streek rond Dordrecht en het contactnetwerk dat de zes kunstenaars met elkaar hadden mede van invloed is geweest op elkaars werk. De omgeving van Dordrecht heeft naast het natuurlijke landschap van het rivierengebied altijd veel havengebonden zware en zeer gespecialiseerde metallurgische industrie gehad. Hijskranen, scheepsbruggen en andere constructies bepalen immers mede de horizon en daarmee de visuele kwaliteit rond Dordrecht.

Studenten Academie St. Joost verzorgen inrichting De inrichting van de tentoonstelling wordt gerealiseerd met studenten van
de studierichting Ruimtelijk Ontwerpen van Academie St. Joost te Breda. Daarnaast hebben drie studenten van Grafische Vormgeving zich bezig gehouden met de vormgeving van de krant, website en het tentoonstellingsaffiche. Het museum geeft op deze manier jonge aankomende vormgevers en kunstenaars de kans om een project te realiseren dat ook voor leeftijdsgenoten met dezelfde belevingswereld interessant is.
Publicatie en activiteiten
Bij de tentoonstelling verschijnt een krant waarin ingegaan wordt op het begrip abstractie in de jaren zestig en de nieuwe mentaliteit van de kunstenaars. Met behulp van informatie uit de jaren zestig en zeventig en gemaakte interviews, wordt een veelzijdig beeld van de kunst geschetst. Daarnaast organiseert het Dordrechts Museum rondom de tentoonstelling een korte cursus, enkele lezingen en rondleidingen. Meer informatie over de data en wijze van aanmelding is vanaf 15 maart te lezen op de website www.dordrechtsmuseum.nl.

Meer informatie en beeldmateriaal voor de pers:

Dordrechts Museum
www.dordrechtsmuseum.nl
Vincent van de Kerk
Tel (078) 648 21 487
Fax (078) 614 17 66
06 51 53 91 50
v.vande.kerk@dordrecht.nl

Terug Volgende artikel