Vogelpestvirus opnieuw gevonden bij mensen
Onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
heeft uitgewezen dat 19 mensen inmiddels oogaandoeningen
(conjunctivitis) opgelopen hebben als gevolg van het vogelpestvirus.
Het gaat in 18 gevallen om mensen die intensief en langdurig betrokken
zijn geweest bij het ruimen van met vogelpest besmette
pluimveebedrijven.
Inmiddels heeft één familielid van een ruimer eenzelfde oogaandoening
opgelopen, waaruit blijkt dat het virus overdraagbaar is van mens tot
mens. Dergelijke overdracht is niet eerder vastgesteld. De
oogaandoeningen zijn onschuldig en goed te genezen.
Deze ontwikkelingen zijn aanleiding om extra maatregelen te nemen. Dit
om mogelijke vermenging van mensengriepvirus en vogelgriepvirus die
tot de vorming van een nieuw mensengriepvirus kan leiden, zoveel
mogelijk te voorkomen.
Vanaf zaterdag 15 maart zullen ruimers verplicht worden een
anti-viraal middel in te nemen. Dit middel moet genomen worden om te
voorkomen dat ze het vogelgriepvirus oplopen. Mensen die op besmette
of verdachte pluimveebedrijven wonen of werken, krijgen deze
anti-virale middelen ook aangeboden.
Alle nieuwe gevallen van conjunctivitis waarbij een direct verband
wordt vermoed of aangetoond met het vogelpestvirus, zullen ook met een
anti-viraal middel tegen deze oogaandoeninging worden behandeld. De
oogaandoening is op zichzelf ongevaarlijk en gaat ook zonder
medicijnen over.
Om de kans op samenloop van mensengriepvirus en vogelpestvirus nog
verder te verkleinen, is besloten om de groep mensen die het advies
krijgen om een griepprik te nemen, verder uit te breiden. Dat betekent
dat alle bewoners en medewerkers van pluimveebedrijven die zich in de
zogenoemde beschermingsgebied van 3 kilometer bevinden, het advies
krijgen om zich tegen de griep in te laten enten.
Door deze preventieve maatregelen wordt de verspreiding van het vogelgriepvirus via de mens beperkt en de kans op vermeniging met het menselijke griepvirus zoveel mogelijk verkleind.