Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

http://www.minlnv.nl

MINLNV: Regelingen Vogelpest gewijzigd

WIJZIGING REGELINGEN VOGELPEST

1. Algemeen

Met de onderhavige regeling worden de in verband met de aviaire influenza geldende regimes op grond van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 en de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I op een aantal onderdelen aangepast.

2. Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 In artikel I, onderdeel A, wordt het verbod om dierlijke mest te vervoeren in de vervoersbeperkingsgebieden verduidelijkt. Er geldt een verbod voor het vervoer van pluimveemest en gebruikt strooisel; andere dierlijke mest mag niet vervoerd worden indien het afkomstig is van een plaats waar pluimvee wordt gehouden. Voorts wordt thans een verplichting ingevoerd om opslagen van pluimveemest af te dekken.

In artikel I, onderdeel B, wordt een nadere regeling getroffen voor het aanvoeren op een bedrijf van lege containers voor de opslag van dierlijke meststoffen. Aanvoer van containers op bedrijven vindt voortaan plaats met door de RVV aangewezen vervoermiddelen die uitsluitend in het ingesloten gebied worden gebruikt. Reiniging en ontsmetting geschiedt telkens na lossing. In voorkomend geval mogen containers worden aangevoerd van buiten de gebieden, naar een door de RVV aangewezen locatie binnen het gebied (artikel 4, vierde lid). In de Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I wordt in artikel 7, derde lid, parallel hieraan een voorziening getroffen. In artikel I, onderdeel C, wordt de samenhang tussen de artikelen 6 en 7 van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 verduidelijkt. In artikel 6 is neergelegd dat pluimvee dient te worden opgesloten in een ruimte die op zodanige wijze is afgeschermd dat wordt voorkomen dat vogels en hun uitwerpselen in deze ruimte terecht kunnen komen. In de praktijk betekent dit dat de ruimte ten minste voorzien moet zijn van een dakbedekking en dat de zijkanten tenminste voorzien moeten zijn van fijnmazig gaas.

3. Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I In artikel II, onderdeel A, wordt in de rest van Nederland de verplichting opgenomen om mestopslagen af te dekken. In artikel II, onderdeel B wordt tot nader order ook voor de rest van Nederland de verplichting ingevoerd om pluimvee in een ruimte op te sluiten, op een zodanige wijze dat vogels en hun uitwerpselen er niet in terecht kunnen komen. Deze verplichting zal steekproefsgewijs worden gehandhaafd.
Artikel III, onderdeel C, behelst het pendant van artikel I, onderdeel B: lege containers mogen op de aangewezen locatie in het toezichtsgebied worden afgeleverd.

Directie Juridische Zaken
TRCJZ/2003/2338

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ;

Gelet op Richtlijn 92/40/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van aviaire influenza (PbEG L 167);

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op beschikking 2003/153/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 maart 2003 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met een sterk vermoeden van besmetting met aviaire influenza in Nederland (L59/32PbEG);

Gelet op de artikelen 17, 29, 30, eerste en derde lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

Artikel I
De Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003 wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 3a komt te luiden als volgt:
Artikel 3a
1. Het is verboden te vervoeren:
a. gebruikt strooisel en pluimveemest, en
b. dierlijke mest afkomstige van een plaats waar pluimvee wordt gehouden.
2. Onder het vervoer van pluimveemest en dierlijke mest, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan het aanwenden ervan. 3. Mestopslagen van pluimveemest worden op een zodanige wijze afgedekt dat dieren, waaronder mede wordt verstaan niet gehouden dieren, niet met de pluimveemest in aanraking kunnen komen.

B
Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het derde en vierde lid komen te luiden als volgt: 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, is niet van toepassing op door de door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees aangewezen vervoermiddelen die ten behoeve van de opslag van dierlijke meststoffen, lege containers aanvoeren op een bedrijf. Deze vervoermiddelen verlaten het gebied niet en worden voor het verlaten van een bedrijf telkens gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Warenautoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol. 4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, is niet van toepassing op vervoermiddelen, niet zijnde vervoermiddelen als bedoeld in het derde lid, die ten behoeve van de opslag van dierlijke meststoffen, lege containers aanvoeren op een door de directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees aangewezen locatie. Deze vervoermiddelen worden voor het verlaten van de locatie gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de directeur van de Voedsel en Warenautoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, goedgekeurd protocol.
C
De artikelen 6 en 7 worden vervangen door de volgende artikelen: Artikel 6
De eigenaar, houder of hoeder van pluimvee is verplicht het pluimvee op te sluiten in een ruimte, die zodanig is afgeschermd dat wordt voorkomen dat andere vogels en hun uitwerpselen in deze ruimte kunnen doordringen.

Artikel 7
De eigenaar, houder of hoeder van pluimvee draagt er zorg voor dat deze dieren de ruimte, bedoeld in artikel 6, niet verlaten.

Artikel II
De Tijdelijke regeling vervoers- en exportverbod pluimvee 2003 I wordt gewijzigd als volgt:
A
Aan artikel 3a wordt een lid toegevoegd:
3. Mestopslagen van pluimveemest worden op een zodanige wijze afgedekt dat dieren, waaronder mede wordt verstaan niet gehouden dieren, niet met de pluimveemest in aanraking kunnen komen.

B
Na artikel 3a worden de volgende artikelen ingevoegd: Artikel 3b
De eigenaar, houder of hoeder van pluimvee is verplicht het pluimvee op te sluiten in een ruimte, die zodanig is afgeschermd dat wordt voorkomen dat andere vogels en hun uitwerpselen in deze ruimte kunnen doordringen.

Artikel 3c
De eigenaar, houder of hoeder van pluimvee draagt er zorg voor dat deze dieren de ruimte, bedoeld in artikel 3b, niet verlaten.

C
In artikel 7, derde, lid wordt .bij de oprit van één bedrijf. vervangen door: op één bedrijf of op een op grond van artikel 4, vierde lid, van de Regeling vervoersbeperkingsgebieden pluimvee 2003, aangewezen locatie.

ARTIKEL III
Deze regeling wordt aan de media bekend gemaakt en treedt op 14 maart 2003, om 20.00 uur in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,

14 mrt 03 19:09