Ordina lapt regels aan haar laars
14 maart 2003 - Begin maart hebben wij via de media vernomen dat Ordina wederom 225 medewerkers gaat ontslaan. Naar aanleiding hiervan heeft De Unie de directie om opheldering gevraagd.
Op 13 maart heeft ondergetekende een gesprek gehad met de heren
Taselaar, directeur HRM, en Van Buren.
Laten wij voorop stellen dat de situatie in de ICT-sector op dit
moment zodanig is dat bij tal van bedrijven helaas saneringen
noodzakelijk zijn. Naar wij hebben begrepen heeft de COR van Ordina
een positief advies uitgebracht over het voorgenomen besluit tot
sanering bij Ordina. Daarmee lijkt te worden bevestigd dat ook bij
Ordina dus verdere ingrepen noodzakelijk zijn. Dit moet dan echter wel
gebeuren met de grootst mogelijke zorgvuldigheid en volgens de regels
die daarvoor zijn. Op dat punt lijkt Ordina de plank mis te slaan.
Collectief ontslag
De Unie heeft in het gesprek aangegeven verbaasd te zijn het nieuws
omtrent de ontslagen uit de media te moeten vernemen. Op basis van de
Wet Melding Collectief Ontslag dient een werkgever namelijk
vakorganisaties tijdig te raadplegen, indien er sprake is van ontslag
van minimaal 20 medewerkers binnen één CWI-gebied (Centrale
Organisatie voor Werk en Inkomen). Uw werkgever heeft hierop
aangegeven in de eerste plaats geen behoefte te hebben aan overleg met
vakorganisaties, omdat alles reeds in goed overleg met de COR is
geregeld. Daarnaast stelt Ordina dat er geen sprake zou zijn van
collectief ontslag in de zin van de wet. De Unie heeft grote twijfels
over! Ordina streeft ernaar het gros van de 225 medewerkers per 1 mei
ontslagen te hebben. De kans dat er dan binnen één CWI-district 20 of
meer medewerkers voor ontslag worden voorgedragen lijkt dus zeer
groot. Door de procedures via de kantonrechter te laten lopen, wordt
dit aantal echter minder controleerbaar.
Selectiecriteria
Vervolgens hebben wij duidelijkheid gevraagd over de selectiecriteria
die Ordina toepast om te bepalen welke medewerkers voor ontslag in
aanmerking komen. Ordina heeft aangegeven dat er drie criteria worden
gehanteerd: kwaliteit, anciënniteit en inzetbaarheid.
De Unie vindt deze combinatie van criteria onacceptabel. Bij ontslag
om bedrijfseconomische redenen mag kwaliteit geen rol spelen! Primair
dient men functies te definiëren die vervallen. Binnen groepen
uitwisselbare functies geldt last in first out. Daar waar het
detacherings-medewerkers betreft mag men ook nog kijken naar
beschikbaarheid.
Medewerkers die in de beschikbaarheid zitten kunnen in bepaalde
gevallen eerder voor ontslag in aanmerking gebracht worden. Dit dient
echter met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te gebeuren. Verleden
week heeft de Stichting van de Arbeid de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid geadviseerd dat de werkgever eerst moet kijken of een
gedetacheerde medewerker, die op grond van het dienstjarenbeginsel
voor ontslag in aanmerking komt, vervangen kan worden door iemand in
de beschikbaarheid. Alleen als de zakelijke relatie met de
opdrachtgever vervanging van de gedetacheerde medewerker aantoonbaar
in de weg staat, is afwijking van het dienstjarenbeginsel mogelijk.
Kwaliteit mag in dit soort trajecten nimmer een rol spelen. Kwaliteit
is een onderwerp waar werkgever en werknemer altijd aan dienen te
werken. Hiervoor bestaat een uitgebreid HRM-instrumentarium, zoals
functioneringsgesprekken, beoordelingen, ontwikkelingsplannen en
scholing. Het hanteren van het subjectieve criterium kwaliteit bij
reorganisaties om bedrijfseconomische redenen kan leiden tot "blauwe
ogen politiek" en is daarom niet toegestaan.
Sociaal plan
Tenslotte hebben wij gesproken over het sociaal plan dat
overeengekomen is met de COR. Omdat het plan met de COR is afgesloten
is het niet bindend (in tegenstelling tot een sociaal plan
overeengekomen met vakorganisaties). Met andere woorden: een werknemer
kan de regeling uit het plan beschouwen als een aanbod van de
werkgever, wat hij kan accepteren, of niet. De Unie kent de precieze
inhoud van het Sociaal Plan op dit moment niet. Wij kunnen dus ook
niet aangeven of dit wel of geen acceptabel plan is.
Mocht het zo zijn dat u, als lid van De Unie, voor ontslag in
aanmerking wordt gebracht dan adviseer ik u zo spoedig mogelijk
contact op te nemen met het Unie-kantoor in uw regio voor advies en
bijstand. U zult zeer kritisch moeten kijken naar de redenen waarom
Ordina vindt dat u moet vertrekken. Indien kwaliteit hierin een rol
speelt, kunt u hiertegen, indien gewenst, inhoudelijk verweer voeren
bij de kantonrechter. Hierbij kunt u aangeven dat u meent dat er
sprake is van collectief ontslag, waarbij vakorganisaties niet tijdig
zijn geraadpleegd.
Uw Unie-bestuurder zal samen met u de beste route bewandelen.
Ik hoop u hiermee voor dit moment voldoende geïnformeerd te hebben.
Mocht u naar aanleiding van dit schrijven vragen of opmerkingen
hebben, dan kunt u via e-mail contact met mij opnemen (ict@unie.nl) of
telefonisch (023) 556 31 42.
Tot slot verzoek ik u dit schrijven ook onder de aandacht van uw
collega's te brengen, zodat ook zij hiervan kennis kunnen nemen.
Met vriendelijke groet,
Babet Hendriks
Bestuurder
* Intropagina ICT
vrijdag, 14 maart 2003