Ministerie van Defensie


---

Brieven aan de Kamer
---

Informele EU-bijeenkomst Athene 14 en 15 maart 2003

09-04-2003

Op 14 en 15 maart j.l. kwamen de EU-ministers van Defensie informeel bijeen in Athene. De stand van zaken rondom de versterking van de Europese militaire capaciteiten stond centraal. Daarbij ging het met name over het vervolg op het European Capabilities Action Plan (ECAP). Verder werd onder meer gesproken over de financiering van defensie-investeringen en de rol van de Europese Unie op de Balkan. Tenslotte legden de Secretaris Generaal van de Navo, Lord Robertson, en Hoge Vertegenwoordiger Solana van de EU, in Athene de laatste hand aan de EU-Navo-regelingen, in het bijzonder het Berlijn-plus-pakket.

Versterking Europese militaire capaciteiten Tijdens de Capabilities Commitment Conference van november 2001 werd, op Nederlands initiatief, het ECAP gelanceerd om de Europese militaire tekortkomingen aan te pakken. Deze tekortkomingen waren vastgesteld in het kader van de Helsinki Headline Goal, de doelstelling van de EU om in 2003 maximaal 60.000 militairen gedurende tenminste een jaar te kunnen inzetten voor crisisbeheersingstaken. Het ECAP voorzag in de oprichting van panels, die de mogelijkheden zouden onderzoeken om gezamenlijk specifieke militaire capaciteiten te versterken. Onder leiding van het Spaanse voorzitterschap werden begin 2002 negentien panels opgericht, waarin diverse EU-lidstaten zitting namen. Nederland nam deel aan diverse landenpanels, onder meer op het terrein van onbemande vliegtuigen, lucht- en zeetransport, inlichtingen, transport- en aanvalshelikopters, operationele hoofdkwartieren, combat, search and rescue (CSAR) en de verdediging tegen ballistische raketten. Op 1 maart jl. overlegden de ECAP-panels hun eindrapportages. Het EU Militair Comité (EUMC) evalueert thans de aanbevelingen, die onder meer voorzien in de ontwikkeling van gezamenlijke doctrines, de vergroting van de interoperabiliteit en de versterking van de operationele samenwerking en de multinationale verwerving van militaire capaciteiten.

Tijdens de informele vergadering in Athene aanvaardden de EU-ministers van Defensie het voorstel van het Griekse voorzitterschap voor de opzet van de tweede fase van het ECAP. Op basis van dat voorstel kunnen landen deelnemen aan projectgroepen, die voorstellen van de landenpanels zullen uitwerken. De EU-ministers van Defensie kunnen de nodige politieke sturing geven via een informele adviesgroep met vertegenwoordigers uit de hoofdsteden. Nauwe afstemming met de Navo is verzekerd via het Capabilities Development Mechanism (CDM), waarover de EU en de Navo maart jl. overeenstemming bereikten. Nederland heeft de totstandkoming van het CDM, een mechanisme dat voorziet in nauwe coördinatie tussen de capaciteitversterkingsinitiatieven van de EU en de Navo (het Prague Capability Commitment, PCC), krachtig bevorderd. Het voorzitterschap hield wat betreft de openstelling van de projectgroepen voor de zgn. derde landen vast aan het onderscheid tussen de EU-toetreders, die mogen deelnemen, en de Europese niet-EU Navo-landen (Noorwegen, Turkije), die de waarnemerstatus krijgen toebedeeld. Nederland blijft zich inzetten voor volledige openstelling.

Het Griekse voorzitterschap kondigde aan de tweede fase van het ECAP te willen beginnen met een Capabilities Commitment Conference in mei a.s. Daarna kunnen de projectgroepen aan de slag. De komende periode moeten, mede aan de hand van de evaluatie van het EUMC, projectgroepen worden geformeerd. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk namen hierop al een voorschot. Zij kondigden aan op korte termijn projectgroepen te willen oprichten voor onbemande vliegtuigen, CSAR, en operationele hoofdkwartieren. Ik heb hun voorstel verwelkomd en Nederlandse deelneming aan deze projectgroepen toegezegd. Ikzelf heb de volgende terreinen geopperd: de verdediging tegen ballistische raketten, precisiemunitie, veldhospitalen met chirurgische capaciteit, en de coördinatie van strategisch transport. Spanje stelde voor een projectgroep op te richten voor "air-to-air refuelling". Italië deed een soortgelijk voorstel voor NBC-bescherming. Duitsland verklaarde zich bereid een projectgroep voor luchttransport op te richten.

Hoge Vertegenwoordiger van de EU Solana en SG Navo Robertson namen, zoals gewoonlijk, deel aan de beraadslagingen. De heer Solana verwelkomde het ECAP-vervolg. Het was nu zaak om de voorgestelde oplossingen op korte termijn ter hand te nemen. Lord Robertson beklemtoonde het belang van creativiteit en flexibiliteit. Hij noemde lucht- en zeetransport als prioriteiten, alsmede bijtanken in de lucht (air-to-air refuelling). Verder vroeg de Britse staatssecretaris van Defensie Ingram aandacht voor de Brits-Franse voorstellen voor de oprichting van een Europees agentschap voor capaciteitversterking en materieelsamenwerking. Volgens Ingram diende er meer aandacht uit te gaan naar de wijze van besteding van defensiegelden. Er ging nog steeds te veel geld naar statische capaciteiten en er werd nog altijd niet genoeg geïnvesteerd in moderne, flexibele eenheden. De Franse minister van Defensie, mevrouw Marie-Alliot, bepleitte onder meer aandacht voor innovatieve financiële oplossingen, zoals leasing. Ik heb gewezen op de noodzaak duidelijkheid te verschaffen over de mate waarin het ECAP-vervolg de vastgestelde tekortkomingen zal opheffen. De voortgangsrapportage over de verwezenlijking van de Headline Goal, die de EU-ministers van Defensie in juni a.s. ter goedkeuring zullen voorleggen aan de Europese Raad van Thessaloniki, biedt de gelegenheid daarvoor.

Research & Development Het Griekse voorzitterschap vroeg aandacht voor zijn voorstel voor een afzonderlijk Europees R&D-programma. Van verschillende zijden, onder Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, werden kritische kanttekeningen geplaatst bij het Griekse voorstel. Ook Nederland is terughoudend vanwege de mogelijke overlap met Navo- en WEAG-activiteiten, de onduidelijkheid over de betrokkenheid van niet-EU-lidstaten en het vooruitlopen van het voorstel op de Conventie.

Balkan Bij de bespreking van de ontwikkelingen op de Balkan werd stilgestaan bij de moord op de Servische premier Djindjic. De EU-ministers van Defensie waren verenigd in hun afschuw over deze laffe daad. Volgens Hoge Vertegenwoordiger Solana was het van het allergrootste belang de democratisch krachten in Servië bij te staan in hun strijd tegen de maffia. Hij werd daarin bijgevallen door Secretaris Generaal Robertson, die verder aankondigde dat Servië eind 2003 mogelijk in aanmerking zou komen voor het Navo "Partnership for Peace". Robertson stelde tevens dat tegen deze achtergrond de militaire aanwezigheid op de Balkan, ook na de voorgenomen verkleining, robuust moest blijven.

Het Brits-Franse voorstel voor de EU-overname van SFOR in 2004 bleek opnieuw op brede instemming te kunnen rekenen. Ook Nederland verwelkomde het voorstel. Ik wees daarbij op de noodzaak de overdracht minutieus en in nauwe samenwerking met de Navo voor te bereiden. In dat verband stemt de vlekkeloze overname van de Navo-operatie Allied Harmony in Macedonië door de EU op 31 maart jl. tot tevredenheid. Hieruit kunnen de nodige lessen worden getrokken.

EU-Navo-regelingen En marge van de ministeriele bijeenkomst in Athene ondertekenden minister van Defensie Papantoniou (namens de EU) en SG Navo Robertson een overeenkomst over de beveiliging van de uitwisseling van documenten. Hiermee is een interim-overeenkomst uit 2001 komen te vervallen. De overeenkomst maakt deel uit van de permanente EU-Navo-regelingen, waarvoor Nederland zich altijd sterk heeft gemaakt. Deze betreffen naast de beveiligingsovereenkomst permanente consultatie-arrangementen, de toegang van de EU tot de operationele planningscapaciteit van de Navo, de beschikbaarheid voor de EU van Navo-middelen en capaciteiten, de mogelijkheid van EU-gebruik van Navo-commandostructuren en de afstemming van EU en Navo op de langere termijn van defensieplanning; de laatste vier onderwerpen worden aangeduid met "Berlijn-plus". Lord Robertson en Hoge Vertegenwoordiger bespraken in Athene de laatste details. Met de uitwisseling van brieven tussen Solana en Robertson op 17 maart jl. waren de EU-Navo-regelingen vervolgens een feit. Daarmee werd tevens de weg vrijgemaakt voor de overname van operatie Allied Harmony; goedkeuring van de EU-Navo-regelingen was daarvoor een voorwaarde.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

H.G.J. Kamp

Nieuws